Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied, derde herziening
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0214.BUIBP20120000-va01

Artikel 25 Wonen

25.1 Bestemmingsomschrijving
De op de verbeelding voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. bewoning;
  2. bijbehorende voorzieningen;
  3. landschappelijke beplanting;
  4. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen;
  5. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – vergadercentrum en bed & breakfast’: voor een vergadercentrum en een bed & breakfast;
  6. ter plaatse van de aanduiding 'parkeren': voor een parkeerterrein voor minimaal 50 parkeerplaatsen ten behoeve van een vergadercentrum en bed & breakfast.
25.2 Bouwregels
25.2.1 Algemeen
Op de gronden met de bestemming "Wonen" mogen uitsluitend worden gebouwd:
  1. woongebouwen met bijbehorende bouwwerken;
  2. vrijstaande woningen met bijbehorende bouwwerken;
  3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming. .
Hierbij dienen de volgende bepalingen in acht te worden genomen:
  1. de bebouwing moet worden gesitueerd binnen dat deel van het bestemmingsvlak dat is gelegen achter de bestaande voorgevel, waarbij niet meer dan 50% van dit deel tot het bebouwd oppervlak mag behoren;
  2. de afstand van de woning tot de perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 3 m,
25.2.1.1 Woongebouwen
Bij de bouw van de in artikel 25 lid 2.1 sub a bedoelde woongebouwen en bijbehorende bouwwerken dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
  1. een woongebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  2. een bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  3. het aantal wooneenheden binnen het woongebouw moet zoveel bedragen als op de verbeelding is weergegeven.
  4. de voorgevel dient in dan wel evenwijdig aan, tot maximaal 3 m achter, de naar de weg gekeerde bouwgrens te worden geplaatst;
  5. de inhoud van het woongebouw mag maximaal 750 m3 bedragen
  6. de goothoogte mag maximaal 6 m bedragen, tenzij op de verbeelding door middel van een maatvoeringsaanduiding een andere maximale goothoogte is aangegeven;
  7. de bouwhoogte mag maximaal 12 m bedragen, tenzij op de verbeelding door middel van een maatvoeringsaanduiding een andere maximale bouwhoogte is aangegeven;
  8. de woning moet met een kap worden afgedekt, waarvan de dakhelling ten minste 30 graden en niet meer dan 60 graden bedraagt.
  9. voor de bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
    1. per woongebouw mag maximaal één (vrijstaand) bijbehorend bouwwerk worden gebouwd;
    2. het bijbehorende bouwwerk mag uitsluitend gebouwd worden binnen de bouwvlakken of binnen de aanduiding ‘bijgebouwen’;
    3. het oppervlak van het bijbehorend bouwwerk mag maximaal 80 m² bedragen;
    4. de hoogte mag niet meer bedragen dan 7 m;
    5. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
25.2.1.2 Vrijstaande woningen
Bij de bouw van de in artikel 25 lid 2.1 sub b bedoelde vrijstaande woningen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
  1. vrijstaande woningen zijn alleen toegestaan ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – bestaande woning’;
  2. het bestaande aantal woningen mag niet worden gewijzigd;
  3. indien het betreft volledige herbouw of vervanging, moet de nieuwe woning op de plaats van de te herbouwen of te vervangen woning worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding - 4 de nieuwe woning ook gebouwd mag worden ter plaatse van het opgenomen bouwvlak.
  4. indien het betreft een vergroting van de inhoud van het gebouw waarin de woning is opgenomen, is deze vergroting slechts toegestaan voorzover de toegestane vergroting van de woning niet of niet doelmatig binnen de bestaande inhoud van dat gebouw kan worden verwezenlijkt;
  5. de inhoud van woningen met een bestaande inhoud tot 300 m³ mag worden vergroot tot 400 m³;
  6. de inhoud van woningen met een bestaande inhoud van meer dan 300 m³ mag worden vergroot met maximaal 100 m³ tot maximaal 750 m³.
  7. de goothoogte mag maximaal 6 m bedragen;
  8. de bouwhoogte mag maximaal 12 m bedragen;
  9. de woning moet met een kap worden afgedekt, waarvan de dakhelling ten minste 30 graden en niet meer dan 60 graden bedraagt.
  10. voor de bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
    1. per woning mogen niet meer dan twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd;
    2. het totaal bebouwd oppervlak van de bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 75 m², met dien verstande dat dit niet geldt ter plaatse van de ‘specifieke bouwaanduiding – bestaand bebouwd oppervlak is maximaal’ hier is het bestaand oppervlak maximaal;
    3. de hoogte mag niet meer bedragen 7 m;
    4. de goothoogte mag niet meer bedragen 3 m;
    5. indien het bijbehorend bouwwerk een traditionele hooiberg betreft mag, in de laagste stand van het dak, de hoogte niet meer bedragen dan 10 m en de goothoogte niet meer dan 6 m;
    6. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - druivenkas' is een druivenkas toegestaan met een maximale hoogte van 5 m en een maximale oppervlakte van 56 m²
    7. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - 1' zijn in afwijking van hetgeen onder 1 en 2 is bepaald bijbehorende bouwwerken toegestaan met in acht name van de maatvoering zoals opgenomen op de verbeelding;
    8. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - 2' mag in aanvulling op hetgeen is bepaald onder 1 en 2 is tevens een nieuwe hooiberg toegestaan.
Met dien verstande dat, indien de bestaande inhoud, hoogte of goothoogte van de woning groter respectievelijk hoger is, deze grotere of hogere maat maatgevend is.
25.2.1.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
Bij de bouw van de in artikel 25 lid 2.1 sub c bedoelde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
  1. de hoogte van vrijstaande antennemasten mag niet meer bedragen dan 15 m;
  2. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2,5 m.
25.3 Afwijken van de bouwregels
25.3.1 Afwijken t.b.v. het vergroten van de inhoud van een woning
Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 25 lid 2.1.1 sub e voor de bouw van een woning tot meer dan de toegestane inhoud, indien en voor zover de overschrijding van de toegestane inhoud niet meer bedraagt dan 10 m3 per 50 m2 te slopen surplus aan bijbehorende bouwwerken op het desbetreffende erf en niet meer dan 100 m3 en tot een absoluut maximum van 750 m3.
25.3.2 Afwijken t.b.v. bijbehorende bouwwerken
Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 25 lid 2.1.1 sub i onder 3, tot een totaal bebouwd oppervlak voor bijbehorende bouwwerken van maximaal 200 m2, indien en voor zover de overschrijding van het toegestane oppervlak niet meer bedraagt dan 25% van het oppervlak van een te slopen surplus aan bijbehorende bouwwerken op het desbetreffende erf en deze bepaling niet cumulatief wordt toegepast met het bepaalde in artikel 25 lid 3.3.
25.3.3 Afwijken t.b.v. agrarische nevenactiviteiten
Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 25 lid 2.1.1 sub i onder 3, tot een totaal bebouwd oppervlak voor bijbehorende bouwwerken van maximaal 200 m2 voor agrarische nevenactiviteiten, daaronder begrepen het hobbymatig houden van dieren, indien en voor zover:
  1. het bijbehorende huisperceel tenminste 2.500 m2 bedraagt;
  2. tezamen met het huisperceel een perceel grond, binnen het grondgebied van de gemeente Buren, van tenminste 7.500 m2 in eigendom is;
  3. deze bepaling niet cumulatief wordt toegepast met het bepaalde in artikel 25 lid 3.2.
25.3.4 Afwijken t.b.v. het bouwen buiten het bouwvlak
Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 25 lid 2.1, voor het herbouwen van een bestaande woning, op de locatie Dwarsweg 2 Eck en Wiel, buiten het bouwvlak, met in achtname van het volgende:
  1.  voldaan kan worden aan de voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
  2. de nieuwe locatie stedenbouwkundig inpasbaar is.
25.4 Voorwaardelijke verplichtingen
25.4.1 Dwarsweg 2
Ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding – 4, locatie Dwarsweg 2, is herbouw van de woning ter plaatse van het opgenomen bouwvlak slechts toegestaan als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
  1. de westelijk gelegen windhaag moet in stand worden gehouden;
  2. de bestaande woning moet worden gesloopt;
  3. de oppervlakte van het bestaande bijbehorende bouwwerk moet worden teruggebracht tot 200 m², waarbij de bepalingen met betrekking tot de maximale goot- en nokhoogte van bijbehorende bouwwerken zoals opgenomen in artikel 25 lid 2.1.2 sub j onder 3  en artikel 25 lid 2.1.2 sub j onder 4 niet gelden.
25.4.2 Verhuizensestraat 3a
Ter plaatse van de locatie Verhuizensestraat 3a te Ingen, is herbouw van de woning ter plaatse van het opgenomen bouwvlak en de nieuwbouw van een woongebouw pas toegestaan als:
  1. uitvoering is gegeven aan het “Overmitigatieplan flora en fauna Verhuizensestraat 3a te Ingen” van Laneco (30 oktober 2012 projectnummer 04.12.11), zoals deze onderdeel uitmaakt van de ruimtelijke onderbouwing “Verhuizensestraat 3a in Ingen” die als bijlage bij de toelichting van dit bestemmingsplan is gevoegd.
25.4.3 Rijnbandijk 163
De gebouwen en de gronden ten behoeve van de in artikel 25 lid 1 genoemde doeleinden 'vergadercentrum en bed & breakfast' ter plaatse van de Rijnbandijk 163 mogen pas in gebruik worden genomen als:
  1. de dubbele bladhoudende beplantingshaag en de parkeerplaatsen inclusief de bijbehorende beplanting aanwezig zijn conform de ruimtelijke onderbouwing “Rijnbandijk 163 in Maurik” die als bijlage bij de toelichting van dit bestemmingsplan is gevoegd.
  2. de dubbele bladhoudende beplantingshaag moet minimaal dezelfde hoogte hebben als de fruitbomen op het naastgelegen perceel.
25.4.4 Provincialeweg 21 / Ommerenveldseweg
Ter plaatse van de locatie Provincialeweg 21 / Ommerenveldseweg in Ommeren, is de nieuwbouw van een woongebouw pas toegestaan als:
  1. uitvoering is gegeven aan de maatregelen die zijn opgenomen in de “Quick scan flora en fauna, locatie: Provincialeweg 31 / Ommerenveldseweg te Ommeren (projectnummer 04.12.12)”, zoals deze onderdeel uitmaakt van de ruimtelijke onderbouwing “Provincialeweg 31 en Ommerenveldseweg in Ommeren”, die als bijlage bij de toelichting van dit bestemmingsplan is gevoegd.