Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied, tweede herziening
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0214.BUIBP20110007-vg01

Artikel 18 Wonen

18.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor: 
  1. bewoning; 
  2. bijbehorende voorzieningen; 
  3. landschappelijke beplanting;
  4. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen.

18.2 Bouwregels

18.2.1 Algemeen

Op de gronden met de bestemming 'Wonen" mogen uitsluitend worden gebouwd: 
  1. één vrijstaande woning per bouwvlak;
  2. ter plaatse van de aanduiding "twee-aaneen" mogen tevens twee-aaneengebouwde woningen gebouwd worden;
  3. ter plaatse van de aanduiding "speciale bouwaanduiding - twee-aaneen-1" moeten de woningen twee-aaneengebouwd worden;
  4. ter plaatse van de aanduiding "sba-1" mag de woning op een verhoging (terp) worden gebouwd waarbij de bovenkant van de begane grondvloer van de woning tot maximaal 0,33 meter boven de kruin van de weg mag liggen, gemeten voor de huidige c.q. voormalige woning en overeenkomstig het niveau van de huidige c.q. voormalige woning; 
  5. bijgebouwen ten behoeve van de bestemming; 
  6. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming.

18.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
  1. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; 
  2. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd; 
  3. de voorgevel dient in dan wel evenwijdig aan, tot maximaal 3 meter achter, de naar de weg gekeerde bouwgrens te worden geplaatst; 
  4. de afstand van het hoofdgebouw tot de perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 3 m,
  5. de inhoud mag maximaal 750 m3 bedragen, met uitzondering van woningen met de aanduiding "specifieke vorm van wonen - bestaande woning"; 
  6. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - bestaande woning" gelden de volgende regels:
    1. het bestaande aantal woningen mag niet worden gewijzigd; 
    2. indien het betreft een vergroting van de inhoud van het gebouw waarin de woning is opgenomen, is deze vergroting slechts toegestaan voor zover de toegestane vergroting van de woning niet of niet doelmatig binnen de bestaande inhoud van dat gebouw kan worden verwezenlijkt, met dien verstande dat; 
      • de inhoud van woningen met een bestaande inhoud tot 300 m3 mag worden vergroot tot maximaal 400 m3
      • de inhoud van woningen met een bestaande inhoud van meer dan 300 m3 mag eenmalig worden vermeerderd met 100 m3 tot maximaal 750 m3;
  7. de goothoogte mag maximaal 6 meter bedragen; 
  8. de bouwhoogte mag maximaal 12 meter bedragen;
  9. de woning moet met een kap worden afgedekt, waarvan de dakhelling ten minste 30 graden en niet meer dan 60 graden bedraagt.

    met dien verstande dat, indien de bestaande inhoud, hoogte of goothoogte groter respectievelijk hoger is, deze grotere of hogere maat maatgevend is.
         

18.2.3 Bijgebouwen

Bij de bouw van de in artikel 18 lid 2.1 sub e bedoelde bijgebouwen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: 
  1. per woning mogen niet meer dan 2 vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "sba-3" (woongebouw Rijnbandijk 213) maximaal 1 vrijstaand bijgebouw mag worden gebouwd;
  2. de bijgebouwen mogen uitsluitend gebouwd worden binnen de bouwvlakken of binnen de aanduiding "bijgebouwen"; 
  3. het totale bebouwde oppervlak van de bijgebouwen mag per woning niet meer bedragen dan 75 m2, met dien verstande dat:
    1. ter plaatse van de aanduiding "sba-1" het totale bebouwde oppervlak van de bijgebouwen per woning niet meer mag bedragen dan 200 m2 (Achtmorgenstraat 2 en Kalverlandseweg 11); 
    2. ter plaatse van de aanduiding "sba-2" het totale bebouwde oppervlak van de bijgebouwen per woning niet meer mag bedragen dan 150 m2 (Culemborgseweg 9a);
    3. ter plaatse van de aanduiding "sba-3" het totale bebouwde oppervlak van het bijgebouw niet meer mag bedragen dan 80 m(woongebouw Rijnbandijk 213);
    4. ter plaatse van de aanduiding "sba-12" het totale bebouwde oppervlak van de bijgebouwen per woning niet meer mag bedragen dan 40 m2 (Kalverlandseweg 11);
  4. de hoogte mag niet meer bedragen dan 7 m, met dien verstande dat voor de bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding "sba-2" geldt dat voor maximaal 75 m2 van de bijgebouwen de hoogte niet meer mag bedragen dan 7 m; voor het meerdere geldt dat de hoogte hiervan niet meer mag bedragen dan 5 m; 
  5. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m;

    met dien verstande dat, indien het bijgebouw een traditionele hooiberg betreft, in de laagste stand van het dak, de hoogte niet meer dan 10 m en de goothoogte niet meer dan 6 m mag bedragen.

18.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Bij de bouw van de in artikel 18 lid 2.1 sub f bedoelde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden: 
  1. de hoogte van vrijstaande antennemasten mag niet meer bedragen dan 15 m; 
  2. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2,5 m.

18.3 Afwijken van de bouwregels

18.3.1 Algemeen

Tot het afwijken van het bepaalde in artikel 18 lid 3.2artikel 18 lid 3.3 en artikel 18 lid 3.4 wordt pas overgegaan, indien hierdoor:  
  1. de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan de omliggende gronden zijn toegekend, niet blijvend onevenredig worden geschaad; 
  2. geen strijdigheid ontstaat met de aan het plan ten grondslag liggende Structuurvisie Buren 2009-2019, vastgesteld op 27 oktober 2009;
  3. geen milieuhygiënische bezwaren ontstaan en/of de bedrijfsontwikkeling van agrarische en/of andere bedrijven in de omgeving niet onevenredig wordt belemmerd.

18.3.2

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 18 lid 2.2 sub f, voor de bouw van een woning tot meer dan de toegestane inhoud, indien en voor zover de overschrijding van de toegestane inhoud niet meer bedraagt dan 10 m3 per 50 m2 te slopen surplus aan bijgebouwen op het desbetreffende erf en niet meer dan 100 m3 en tot een absoluut maximum van 750 m3

18.3.3

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 18 lid 2.3 sub c, tot een totaal bebouwd oppervlak voor bijgebouwen van maximaal 200 m2, indien en voor zover de overschrijding van het toegestane oppervlak niet meer bedraagt dan 25% van het oppervlak van een te slopen surplus aan bijgebouwen op het desbetreffende erf en deze bepaling niet cumulatief wordt toegepast met het bepaalde in artikel 18 lid 3.4.

18.3.4

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 18 lid 2.3 sub c, tot een totaal bebouwd oppervlak voor bijgebouwen van maximaal 200 m2 voor agrarische nevenactiviteiten, daaronder begrepen het hobbymatig houden van dieren, indien en voor zover: 
  1. het bijbehorende huisperceel tenminste 2.500 m2 bedraagt; 
  2. tezamen met het huisperceel een perceel grond, binnen het grondgebied van de gemeente Buren, van tenminste 7.500 m2 in eigendom is; 
  3. deze bepaling niet cumulatief wordt toegepast met het bepaalde in artikel 18 lid 3.3.