Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied, tweede herziening
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0214.BUIBP20110007-vg01

Artikel 11 Gemengd - Landgoed

11.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor "Gemengd - Landgoed" aangewezen gronden zijn bestemd voor: 
  1. instandhouding, dan wel herstel en ontwikkeling, van de landschappelijke waarden, cultuurhistorische waarden en de natuurwaarden die eigen zijn aan landgoederen; 
  2. watergangen en daarbij behorende voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, de waterberging daaronder mede begrepen; 
  3. extensief dagrecreatief medegebruik;

    waarbij ter plaatse van de aanduiding: 
  • “agrarisch” de gronden bestemd zijn voor grondgebonden agrarische productie behorende bij het landgoed; 
  • “bos” de gronden bestemd zijn voor de aanleg van bos behorende bij het landgoed;
  • “natuur” de gronden bestemd zijn voor de aanleg van natuur behorende bij het landgoed; 
  • “erf” de gronden bestemd zijn voor erf behorende bij de bebouwing van het aan de westzijde gelegen bestaande landgoed het Eng aan de Molenweg te Beusichem;
  • "parkeerterrein" de gronden bestemd zijn voor een parkeerterrein;
  • "specifieke vorm van gemengd - 1" op de gronden, voor zover het betreft opgaande beplanting, uitsluitend perceelgrensvormende hagen en laanbeplanting, alsmede incidentele solitaire bomen, zijn toegestaan (landgoed Biesterbosch);
  • "specifieke vorm van gemengd - 2" op de gronden, voor zover het betreft opgaande beplanting, uitsluitend perceelgrensvormende hagen en laanbeplanting, alsmede incidentele solitaire bomen, zijn toegestaan. Tevens is op de gronden met de aanduiding "specifieke vorm van gemengd - 2" één paardrijbak toegestaan, waarvan de totale oppervlakte niet meer mag bedragen dan 1.000 m(landgoed Het Eng);
  • "specifieke vorm van gemengd - 3" op de gronden, voor zover het betreft opgaande beplanting, uitsluitend perceelgrensvormende hagen en laanbeplanting, alsmede incidentele solitaire bomen, zijn toegestaan (landgoed Nieuwe Steeg); 
  • "specifieke vorm van gemengd - 4" op de gronden tenminste 5 hectare bestemd is voor bos en natuur (landgoed Grootveld).
  • "sw-1" de gronden tevens bestemd zijn voor de nevenactiviteiten landgoedwinkel en theetuin;

11.2 Bouwregels

11.2.1

Op de in artikel 11 lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: 
  1. bijgebouwen ten behoeve van de bestemming, met uitzondering van de gronden met de aanduidingen "specifieke vorm van gemengd - 1" en "specifieke vorm van gemengd - 2" op welke gronden géén bijgebouwen zijn toegestaan; 
  2. molens ten behoeve van de waterhuishouding; 
  3. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming, met uitzondering van de gronden met de aanduidingen "specifieke vorm van gemengd - 1"en "specifieke vorm van gemengd - 2" op welke gronden géén bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegestaan.

11.2.2

  1. Bij de bouw van de in artikel 11 lid 2.1 sub a bedoelde gebouwen mag het gezamenlijk bebouwd oppervlak per landgoed niet meer bedragen dan 25 m2, de hoogte niet meer mag bedragen dan 6 m en de goothoogte niet meer mag bedragen dan 3 m;
  2. ter plaatse van de aanduiding "sgd-4" mag de hoogte van de in artikel 11 lid 2.1 sub a bedoelde gebouwen niet meer bedragen dan 7 meter, de goothoogte niet meer dan 4,5 meter en mag het totale bebouwd oppervlak niet meer bedragen dan 100 m2;
  3. ter plaatse van de aanduiding "sgd-5" mag de hoogte van de in artikel 11 lid 2.1 sub a bedoelde gebouwen niet meer bedragen dan 6 meter, de goothoogte niet meer dan 3 meter en mag het totale bebouwd oppervlak niet meer bedragen dan 66 m2;

11.2.3

Bij de bouw van de in artikel 11 lid 2.1 sub b bedoelde molens mag de hoogte niet meer bedragen dan 6 m.

11.2.4

Bij de bouw van de in artikel 11 lid 2.1 sub c bedoelde overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag voorzover het een uitkijktoren of boswachterszit betreft de hoogte niet meer bedragen dan 6 m en voor de overige bouwwerken mag de hoogte niet meer bedragen dan 2 m.

11.3 Specifieke gebruiksregels

Als gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen: 
  1. een gebruik als volkstuin; 
  2. een gebruik voor niet-grondgebonden agrarische productie in de vorm van teelt in kassen of kunststoftunnels, teelt op tray-velden of op stellingen, teelt op folie of worteldoek en/of containerteelt op lavas of beton; 
  3. een gebruik voor de verwerking van agrarische producten en productiegebonden detailhandel; 
  4. de opslag van mest, goederen en materieel in de open lucht;
  5. de plaatsing van kampeermiddelen.

11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

11.4.1

Het is verboden binnen de bestemming "Gemengd - Landgoed", zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
 
  1. werken en werkzaamheden die direct zijn gericht op het storten, deponeren of op andere wijze opslaan van baggerspecie, grond, puin of afvalmaterialen, voorzover deze van elders zijn aangevoerd; 
  2. het vellen, rooien of beschadigen van houtgewas, voorzover dit niet betreft de verzorging van de aanwezige houtopstanden;
  3. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden; 
  4. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen, voorzover het niet betreft paden ten behoeve van de ontsluiting en ten behoeve van het normale beheer;
  5. het graven, verbreden, verdiepen of dempen van waterpartijen en watergangen of het aanbrengen van drainagevoorzieningen;

11.4.2

Het gestelde in artikel 11 lid 4.1 geldt niet indien en voor zover de Boswet van toepassing is.

11.4.3

Het in artikel 11 lid 4.1 vervatte verbod geldt niet voor: 
  1. werken en werkzaamheden binnen het kader van het normale onderhoud, beheer of herstel van de functies, die het plan aan de gronden toekent; 
  2. werken en werkzaamheden, voor zover daarvoor, op het tijdstip van het van kracht worden van het plan, reeds een vergunning is verleend ingevolge de Ontgrondingenwet; 
  3. werken en werkzaamheden die ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren; 
  4. werken en werkzaamheden die zijn bedoeld om de directe gevolgen van calamiteiten of plagen te beperken; 
  5. werken en werkzaamheden ten aanzien waarvan door Burgemeester en Wethouders is medegedeeld dat deze, wat aard en omvang betreft, van zodanige ondergeschikte betekenis zijn, dat voor de uitvoering daarvan geen omgevingsvergunning wordt vereist;
  6. werken en werkzaamheden die zijn gericht op de realisering van het inrichtingsplan dat door het bevoegd gezag is goedgekeurd.

11.4.4

Burgemeester en Wethouders gaan pas over tot het verlenen van een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 11 lid 4.1:
  1. indien uit een nader onderzoek is gebleken dat hierdoor de landschappelijke waarden en de natuurwaarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden, of de mogelijkheden tot het herstel of de ontwikkeling van deze waarden, niet blijvend onevenredig worden geschaad;