In deze regels wordt verstaan onder:
Plan:
Het bestemmingsplan Buitengebied, eerste herziening van de gemeente Buren.
Bestemmingsplan:
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0214.BUIBP20100005-vi01 met de bijbehorende regels en bijlagen.
Aanduiding:
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
Aanduidingsgrens:
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Aan huis gebonden nevenactiviteiten:
Consumentenverzorgende, dienstverlenende en ambachtelijke activiteiten, die in de tot een woning behorende gebouwen worden uitgeoefend, alsmede galeries, vrijwel uitsluitend door de bewoner(s) van de desbetreffende woning.
Aannemersbedrijf
Een onderneming die de verantwoordelijkheid op zich neemt om bouwactiviteiten te realiseren en te coördineren.
Agrarisch bedrijf:
Een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
Agrarisch hulpgebouw:
Een bij een agrarisch bedrijf behorend agrarisch bedrijfsgebouw dat is gesitueerd buiten een bouwvlak en dat bijvoorbeeld dient voor het melken van vee, voor de opslag van goederen en materieel en/of ter beschutting tegen weersinvloeden.
Agrarisch verwant bedrijf:
Een niet-agrarisch, doch aan de agrarische productie verwant bedrijf dat zich richt op het leveren van diensten en goederen aan agrarische bedrijven, zoals een agrarisch loonwerkbedrijf, een landbouwmechanisatiebedrijf, een reparatie- en/of verhuurbedrijf van agrarische machines, een bedrijf voor landschapsbeheer, een veehandelaarsbedrijf, een groothandel in agrarische gewassen, een foerageerbedrijf, een KI-station, een dierenkliniek voor grootvee, een zorgboerderij en daarmee gelijk te stellen andere bedrijfsvormen.
Archeologische waarde:
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van het in dat gebied voorkomende bodemarchief.
Atelierruimte:
Een werkruimte voor een kunstenaar.
Bebouwd oppervlak:
Het totaal van de oppervlakken van bouwwerken voor zover deze een grotere hoogte hebben dan 1,2 m.
Bebouwing:
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Bed & breakfast:
Een kleinschalige aan de woonfunctie ondergeschikte accommodatie voor uitsluitend logies en ontbijt en bedoeld voor kortstondig, wisselend recreatief verblijf.
Bedrijfsbouwwerk c.q. bedrijfsgebouw:
Een bouwwerk c.q. een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.
Bedrijfsvloeroppervlak (bvo):
De totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
Bedrijfswoning:
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk bedoeld voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is.
Bestaand:
- Bij bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan legaal bestonden of in uitvoering waren, dan wel mogen worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;
- Bij gebruik: gebruik dat op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan, voor zover betrekking hebbend op het desbetreffende gebruik, legaal bestond.
Bestemmingsgrens:
De grens van een bestemmingsvlak.
Bestemmingsvlak:
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Bijgebouw:
Een gebouw dat in bouwkundig en functioneel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwvlak en/of bestemmingsvlak gelegen hoofdgebouw, waarbij het bijgebouw vrijstaand dan wel aangebouwd aan het hoofdgebouw kan zijn uitgevoerd.
Bouwen:
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
Bouwgrens:
De grens van een bouwvlak.
Bouwvlak:
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
Bouwwerk:
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Buitengebied gebonden bedrijf:
Een niet-agrarisch, doch aan het buitengebied gebonden bedrijf of activiteit vanwege het ruimtebeslag of de aard van de activiteiten, zoals een hoveniersbedrijf, een kennel, een manege/paardenstalling(verhuurbedrijf), een dierenpension/-asiel, een scouting- en een hondensportaccommodatie en daarmee gelijk te stellen andere bedrijfsvormen.
Buitenkruinlijn van een dijk:
De lijn die gevormd wordt door de bovenzijde van de insteek van de dijk aan de rivierzijde.
Coffeeshop:
Een alcoholvrije horecagelegenheid waar handel in en gebruik van softdrugs plaatsvindt.
Containerteelt:
Het kweken van planten/bomen in potten op een gesloten bed-ondergrond of een open bed-ondergrond met drainage.
Cultuurhistorische waarde:
De aan een bouwwerk, een werk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk, dat werk of dat gebied.
Dagrecreatie:
Verblijf buiten de woning voor recreatieve doeleinden zonder dat er een overnachting ter plaatse mee gepaard gaat.
Detailhandel:
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Een bestemming die doeleinden omschrijft waarvoor gronden, die reeds voor een andere bestemming zijn aangewezen, tevens zijn bestemd.
Escortbedrijf:
Een natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.
Extensief dagrecreatief medegebruik:
Een aan de bestemming ondergeschikt gebruik voor niet gemotoriseerde dagrecreatie gericht op het rustig beleven en gebruikmaken van aanwezige specifieke omgevingskwaliteiten in de vorm van wandelen, fietsen, varen, vissen e.d.
Feitelijk aanwezige gebouwen die voor bewoning worden gebruikt:
Gebouwen die op het tijdstip van terinzagelegging van dit plan feitelijk aanwezig waren en op dat tijdstip voor (permanente) bewoning werden gebruikt.
Galerie:
Een tentoonstellings- en verkoopruimte voor beeldende kunst.
Gebouw:
Elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Geluidzoneringsplichtige inrichting:
Een inrichting waarbij in een bestemmingsplan, op basis van de Wet geluidhinder en krachtens deze wet vastgestelde regels, rondom het terrein van vestiging een geluidzone moet worden vastgesteld.
Grondgebonden agrarische productie:
De agrarische productie, waarbij het voortbrengen van producten afhankelijk is van de groeikracht van de bodem waarop de productie plaatsvindt en waarbij het voortbrengen van producten in hoofdzaak plaatsvindt in de openlucht.
Hergebruik:
Een ander gebruik dan het bestaande gebruik, waarbij het bestaande gebruik verdwijnt.
Herplant van een houtopstand:
Het opnieuw aanplanten van een houtopstand op een perceel waar reeds een houtopstand aanwezig was op een tijdstip gelegen maximaal 24 maanden vóór het tijdstip waarop de aanplant van de houtopstand is voltooid.
Historisch woonmuseum:
Een gebouw waarin voorwerpen van culturele waarde, vooral op het gebied van de historische ontwikkeling van het wonen, bijeengebracht zijn en uitgestald worden, inclusief de daarbij behorende educatieve voorzieningen.
Hoofdgebouw:
Een gebouw, dat op een perceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken.
Horecabedrijf:
Een bedrijf of instelling, niet zijnde een discotheek/bardancing/nachtclub of pension/hotel, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verkocht, waaronder begrepen een restaurant, een cafetaria/snackbar/ijssalon en een theetuin.
Hoveniersbedrijf:
Een niet-agrarisch, doch aan het buitengebied gebonden bedrijf, gericht op:
- de aanleg en het onderhoud van tuinen en andere groenvoorzieningen.
- het kweken van bloemen, planten en bomen.
Intensieve veehouderij:
Een agrarisch bedrijf met een bedrijfvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen met uitzondering van grondgebonden melkveehouderijen.
Kampeermiddelen:
Een tent, tentwagen, kampeerauto, caravan, of enig ander onderkomen ten behoeve van recreatief nachtverblijf, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor op basis van de Woningwet en krachtens deze wet vastgestelde voorschriften een omgevingsvergunning is vereist en met geen grotere afmeting dan 25 m2;
Kantoor:
Een ruimte of bij elkaar horende ruimten die bestemd is/zijn om voornamelijk te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden of dienstverlening.
Kantoor- en praktijkruimte:
Een ruimte waarvan de aard en indeling zijn afgestemd op de uitoefening van administratieve, (para)medische, sociaalwetenschappelijke, juridische, therapeutische, kunstzinnige, ontwerptechnische en andere hiermede vergelijkbare beroepen, door de bewoner(s) van de besbetreffende woning.
Karakteristiek gebouw:
Een gebouw dat wegens zijn verschijningsvorm of zijn cultuurhistorische betekenis van zodanig belang is voor het karakter van het desbetreffende deel van het plangebied, dat dit belang de toepassing van bijzondere voorschriften ten aanzien van de bouwmogelijkheden rechtvaardigt.
Kas:
Een bouwwerk, bestaande uit onder meer een steun constructie en een afdichting van glas, bedoeld om gewassen te beschermen tegen weersinvloeden.
Kleinschalig kamperen:
Een vorm van kamperen waarbij maximaal 25 kampeermiddelen voor een korte periode en uitsluitend tussen 15 maart en 31 oktober zijn toegestaan.
Kunststoftunnel:
Een bouwwerk, bestaande uit onder meer een steunconstructie en een afdichting van kunststoffolie, bedoeld om gewassen te beschermen tegen weersinvloeden.
Landschappelijke beplanting:
Opgaande, uit houtgewas bestaande beplanting, in hoofdzaak bestaande uit streekeigen soorten, ter verfraaiing van het landschap en/of ter inpassing van hierin voorkomende bouwwerken en werken.
Landschappelijke waarde:
De aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde bepaald wordt door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur.
Loonwerkbedrijf:
Een niet-agrarisch, doch agrarisch verwant bedrijf, dat in opdracht van anderen werkzaamheden verricht ten behoeve van de agrarische productie en/of het beheer en onderhoud van het landschap.
Mantelzorg:
Het bieden van zorg aan huis aan iemand die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, buiten bedrijfsmatig of organisatorisch verband.
Materieel:
AI wat nodig is voor de uitvoering van een werk of bedrijf zoals gereedschappen, werktuigen en machines, geen bouwwerk zijnde en dat ten behoeve van dat werk of bedrijf naar behoefte verplaatst kan worden.
Molen:
Bouwwerk bestemd en geschikt voor het benutten van windkracht.
Molenbedrijf:
Bedrijf gericht op het gebruik van een molen als zodanig.
Monument:
Een bouwwerk of een werk dat van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, zijn betekenis voor de wetenschap of zijn cultuurhistorische waarde en dat als zodanig is opgenomen in de lijst van beschermde monumenten van rijk of gemeente, waardoor op het desbetreffende bouwwerk of werk de Monumentenwet, respectievelijk de gemeentelijke monumentenverordening van toepassing is.
Natuurwaarde:
De aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de hydrologie en door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk, als in onderlinge samenhang.
Nevenactiviteit:
Een ander gebruik naast het bestaande gebruik, maar daaraan ondergeschikt en waarbij het bestaande gebruik volwaardig blijft bestaan.
Neventak:
Een ander gebruik dan het bestaande gebruik, waarbij het bestaande gebruik volwaardig blijft bestaan.
Niet-agrarisch bedrijf (bedrijf):
Een bedrijf niet-zijnde een agrarisch bedrijf, zoals dit bedrijf in de regels nader is benoemd.
Niet-agrarisch bedrijf beperkt (bedrijf beperkt):
Een bedrijf niet-zijnde een agrarisch bedrijf, zoals dit bedrijf in de regels nader is benoemd en waarvoor in de regels beperkingen van de bedrijfsvloeroppervlakte binnen bestaande bedrijfsgebouwen zijn opgenomen.
Niet-grondgebonden agrarische productie:
De agrarische productie, waarbij het voortbrengen van producten niet afhankelijk is van de bodem waarop de productie plaatsvindt, dan wel waarbij het voortbrengen van producten in hoofdzaak plaatsvindt in gebouwen.
Niet-permanente kunststoftunnel of overkapping:
Een kunststoftunnel of overkapping waarbij de afdichting of afdekking niet langer dan 5 maanden per jaar is aangebracht.
Overkapping:
Een bouwwerk, bestaande uit onder meer een steunconstructie en een afdekking van kunststoffolie, bedoeld om gewassen te beschermen tegen weersinvloeden.
Overnachtingsaccommodatie.
Een overdekte en door wanden omsloten ruimte waarin door personen de nacht kan worden doorgebracht.
Paardenbak:
Een buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, met eventueel een bodem van zand, hout, boomschors of ander materiaal om de bodem te verstevigen en al dan niet voorzien van een omheining.
Pension:
Een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan logerende gasten. Permanente bewoning is niet toegestaan.
Perceel:
Een aaneengesloten stuk grond met een bepaald doel of eigendom.
Perceelsgrens:
De scheiding tussen percelen, die niet aan éénzelfde eigenaar behoren dan wel niet door één gebruiker worden benut.
Permanente bewoning:
Indien een of meerdere personen de woning al dan niet tijdelijk gebruiken als hoofdverblijf in de zin van artikel 1:10 BW - zoals dat geldt ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan - dan wel anderszins gebruiken voor niet-recreatieve doeleinden;
Productiebos:
Een bos dat is aangeplant met als oogpunt de teelt van hout en dat binnen 40 jaar na aanplant wordt geveld of gerooid.
Productiegebonden detailhandel:
Detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
Recreatieve voorziening:
Een bedrijf of activiteit gericht op kleinschalige overnachtingsmogelijkheden en/of dagrecreatieve activiteiten, waaronder begrepen een pension, een kampeerboerderij en een groepsaccommodatie.
Recreatiewoning:
Een gebouw, geen woonkeet en geen caravan of een ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd voor recreatief verblijf, uitsluitend door één of meer personen, die zijn/hun hoofdverblijf elders hebben;
Seksinrichting:
Een voor publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden en waaronder in elk geval wordt verstaan een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, seksbioscoop, seksautomaat, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
Smartshop:
Een ruimte waarin detailhandel plaatsvindt in psychotrope stoffen;
Stacaravan:
Een aanhangwagen, al dan niet in gedeelten verrijdbaar, die kan dienen als recreatief onderkomen, overnachting daaronder mede begrepen, dan wel een ander, al dan niet in gedeelten verrijdbaar kampeermiddel, dat niet is of kan worden ui,tgerust om als aanhangwagen achter een motorvoertuig over de openbare weg te worden voortbewogen.
Transportbedrijf
Een bedrijf dat zich toelegt op het vervoer van goederen.
Transportbegeleidingsservice
Een bedrijf dat zich toelegt op service op het gebied van exceptioneel vervoer, waaronder gecertificeerde transportbegeleiding.
Verbeelding:
De verbeelding met bijbehorende verklaring, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen.
Voorgevel:
De naar de wegzijde gerichte gevel van een gebouw.
Vrijstaande antenne-installatie:
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat direct met de grond verbonden is, gericht op het gebruik voor (mobiele) telecommunicatie bestaande uit een antenne, een antennemast en/of bevestigingsconstructie waaraan een antenne wordt bevestigd, bedrading en apparatuur of techniekkast met bijbehorende bevestigingsconstructie.
Vrijstaande antennemast:
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat direct met de grond verbonden is, bestaande uit een antenne, een verticale bevestigingsconstructie waaraan een antenne wordt bevestigd en bedrading.
Windbelemmering:
Het geheel of gedeeltelijk verstoken zijn van toetreding van wind.
Wisselteelt:
Landbouwkundige methode waarbij op een bepaald stuk land in opeenvolgende jaren verschillende gewassen worden geteeld.
Woning/wooneenheid:
Een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
Woongebouw:Een gebouw of samenhangend geheel van gebouwen waarin meerdere woningen/wooneenheden aanwezig zijn.
Woonunit:
Een bouwwerk, niet zijnde een stacaravan, dat kan dienen voor bewoning, dat in zijn geheel of in gedeelten over de weg kan worden vervoerd en dat niet is of kan worden uitgerust om als aanhangwagen achter een motorvoertuig over de openbare weg te worden voortbewogen.