direct naar inhoud van 4.1 Milieu
Plan: Lombok
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0213.BPEERB1330000-va01

4.1 Milieu

4.1.1 Bodem

Om de beoogde ontwikkelingen te kunnen realiseren, is een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van de grond binnen het gebied. Onderzoeken uitgevoerd ten behoeve van de ontwikkeling van het eerste deel van Lombok (Lombok-Noord) wijzen op een historische verontreiniging in het plangebied. Een aantal percelen is recentelijk onderzocht. De resultaten van deze onderzoeken geven voorlopig aan dat op deze kavels woningbouw mogelijk is. Voor de overige gronden is een onderzoek uitgevoerd (Verkennend bodem- en asbestonderzoek, Lombok te Eerbeek, Verhoeve Milieu bv, 27-11-2006). Uit de analyseresultaten blijkt dat de grond, naast de plaatselijk gemeten lichtverhoogde gehalten, over het algemeen geen verhoogde gehalten zijn gemeten. Ter plaatse van de zoutopslag aan de Ringlaan 3a is echter een hoger chloride gehalte in de bovengrond gemeten dan het gemiddelde in het gebied. Dit verhoogde gehalte wordt hoogstwaarschijnlijk veroorzaakt door de zoutopslag. Op dit moment is nader onderzoek niet nodig.

Naast de gemeten lichtverhoogde concentraties metalen, chloride per en/of minerale olie in het grondwater bevat het grondwater ter plaatse van 7 peilbuizen een matig tot sterk verhoogde concentratie chroom, nikkel en/of arseen. Verwacht wordt dat de concentraties in het grondwater van nature verhoogd zijn. Vervolgonderzoek wordt derhalve niet noodzakelijk geacht.

Er dient rekening te worden gehouden met het gegeven dat bij eventuele toekomstige grondwerkzaamheden de grond niet zonder meer buiten de locatie kan worden toegepast. De regels van het Bouwstoffenbesluit zijn hierop mogelijk van toepassing.

Het gebied Lombok heeft een natuurlijke helling van zuid naar noord. Het straatpeil loopt af van circa 18.70 m +NAP naar circa 16 m +NAP.

Conclusie
De bodemkwaliteit levert geen belemmeringen voor de beoogde ontwikkeling.

4.1.2 Geluid

Op 1 januari 2007 is de gewijzigde Wet geluidhinder (Wgh) in werking getreden. Hierin staat dat voor een bestemmingsplan inzichtelijk moet worden gemaakt welke geluidsbronnen in het gebied aanwezig zijn en wat de geluidsbelasting is voor woningen en andere gevoelige bestemmingen.

Conform de Wet geluidhinder is het noodzakelijk akoestisch onderzoek te doen als nieuwe geluidsgevoelige bebouwing wordt gerealiseerd, of als uitbreiding van dergelijke bestemmingen binnen de geluidszone van een weg plaatsvindt. Voor het akoestisch onderzoek zijn daarbij alleen de wegen relevant waar een maximumsnelheid van 50 kilometer per uur of meer geldt. Voor 30 kilometerzones hoeft conform artikel 74 lid 2 van de Wet geluidhinder geen akoestisch onderzoek te worden verricht.

In het kader van de Wet geluidhinder is onderzoek uitgevoerd naar de geluidbelasting op nieuwe woningen in de zone van wegen. De Loenenseweg heeft een onderzoekszone van 200 meter en valt daarmee buiten het plangebied. Op 22 mei 2007 is een verkeersbesluit ten aanzien van de Ringlaan genomen, de Ringlaan is vanaf de rotonde tot aan de spoorwegovergang een 30km-zone. 30 km wegen hebben geen wettelijke onderzoekszone.

Voor wegen die deel (gaan) uitmaken van een 30 km-gebied geldt dat akoestisch onderzoek niet uitgevoerd hoeft te worden. Gezien de resultaten van het onderzoek kan worden aangenomen dat de geluidshinder van wegen geen invloed heeft op het plangebied Lombok.

Conclusie
Het aspect geluid vormt derhalve geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.

4.1.3 Luchtkwaliteit


Op 15 november 2007 is de 'Wet luchtkwaliteit' in werking getreden. Met de 'Wet luchtkwaliteit' wordt de wijziging van de Wet milieubeheer op het gebied van luchtkwaliteitseisen (Hoofdstuk 5 titel 2 Wm, Stb. 2007, 414) bedoeld. De 'Wet luchtkwaliteit' vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005.
Van bepaalde projecten met getalsmatige grenzen is vastgesteld dat deze 'niet in betekenende mate' (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Hieronder valt bijvoorbeeld de realisatie van nieuwe woonwijken tot 500 woningen.
Een project draagt ook 'niet in betekende mate' bij aan de luchtverontreiniging als de 1% grens niet wordt overschreden. De 1% grens is gedefinieerd als 1% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2).

Met behulp van een rekenmodel is de luchtverontreiniging onderzocht die veroorzaakt wordt door het gemotoriseerde verkeer op de nabijgelegen wegvakken. In dit model zijn de laatste prognoses voor emissiekengetallen en achtergrondconcentraties verwerkt. De berekeningen zijn uitgevoerd voor het jaar 2006, 2010 én 2015. Het model is geschikt voor het toetsen van stoffen die zijn opgenomen in het Besluit luchtkwaliteit 2005. Voor de onderzochte jaren 2006, 2010 en 2015 zijn geen overschrijdingen van de grenswaardes en plandrempels geconstateerd. Het plan kan derhalve als "niet in betekende mate" worden beschouwd en voldoet hiermee aan de Wet luchtkwaliteit 2007.

Conclusie
De luchtkwaliteit levert geen belemmeringen voor de beoogde ontwikkeling.

4.1.4 Milieuhinder

Aan de oostzijde van het plangebied aan de Ringlaan ligt de gemeentewerf welke over een milieuvergunning beschikt. De milieuzonering rond de gemeentewerf bedraagt 50 meter. Aangezien de gemeentewerf voor de beoogde ontwikkeling zal verdwijnen vormt deze geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkelingen.

Aan de westrand van het plangebied aan de Lombokweg bevinden zich 2 agrarische bedrijven. Eén van deze bedrijven ligt op ruime afstand van het plangebied en vormt dan ook geen belemmering. Het andere agrarische bedrijf ligt nabij het plangebied. De bestaande woonwijk Lombok valt reeds binnen de huidige hinderzone van het bedrijf. Door de realisatie van Lombok wordt de afstand niet verslechterd, de situatie blijft gelijk en is dan ook verantwoord.

Conclusie
De huidige aanwezigheid van de gemeentewerf en twee agrariërs in de nabije omgeving vormen geen belemmering voor de realisatie van Lombok.