Plan: | Lombok |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0213.BPEERB1330000-va01 |
Streekplan Gelderland 2005
Het provinciale Streekplan Gelderland 2005 is op 29 juni 2005 vastgesteld door Provinciale Staten en geeft de hoofdlijnen voor het ruimtelijk beleid van de provincie en lagere overheden weer.
De hoofdlijnen van het provinciaal beleid zijn herkenbaar in de 'ruimtelijke hoofdstructuur'. De ruimtelijke hoofdstructuur bestaat uit de volgende onderdelen:
Het plangebied past binnen de omschrijving van de derde categorie gebieden.
De gemeente Brummen maakt deel uit van de regio Stedendriehoek. Voor wat betreft wonen in de Stedendriehoek is afgesproken dat elke gemeente in ieder geval moet kunnen voorzien in de eigen woningbehoefte. De ontwikkeling van het nieuwe woongebied is een (lokale) uitwerking van deze keuze.
De gemeente heeft feitelijk ook relaties met de KAN-regio. Verstedelijking wordt gebundeld in/nabij de grote steden in beide regio's. In regionaal verband is de ligging van deze bundelingsgebieden bepaald. Het noordoostelijke gedeelte van de gemeente Brummen maakt deel uit van het bundelingsgebied.
Daarnaast kan in de gemeente Brummen verstedelijking plaatsvinden om te voorzien in de lokale behoefte. Voor woningbouw betekent dit een uitbreiding. Voor bedrijvigheid wordt vooralsnog uitgegaan dat de gemeente, met de reeds bestaande plannen voor uitbreiding van Kollergang en Hazenberg, voldoende ruimte beschikbaar heeft. Verdere uitbreiding van bedrijventerreinen is niet aan de orde.
Hoewel Eerbeek op de rand van de Veluwe ligt, maakt het plangebied geen deel uit van beschermde gebieden.
Gezien de aanwezige kwaliteiten en de functie van de gemeente Brummen in het regionale netwerk, wordt nadruk gelegd op de aanwezige waarden en kwaliteiten. Het betreft onder meer het Veluwemassief, de IJsselvallei, cultuurhistorische waarden en landschappelijke waarden. Gezocht dient te worden naar een passende functiemenging, zodat deze kwaliteiten duurzaam behouden blijven, maar toch sprake is van een vitaal gebied. Deze uitdaging dient door gemeenten opgepakt te worden, voor zover het gebieden buiten de provinciale ruimtelijke hoofdstructuur betreft.