direct naar inhoud van Artikel 22 Waarde - Ecologie
Plan: Kom Eerbeek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0213.BPEEKOM300000-va01

Artikel 22 Waarde - Ecologie

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Ecologie aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in de gronden voorkomende natuurwaarden.

Al hetgeen in deze regels omtrent de ondergeschikte bestemmingen binnen het gebied met de bestemming 'Waarde - Ecologie' is toegestaan, is uitsluitend toelaatbaar indien het verenigbaar is de natuurwaarden van de gronden.

22.2 Bouwregels
22.2.1 Algemeen

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.

22.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

22.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 meter mag bedragen.

22.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 22.2 en toestaan dat gebouwen ten behoeve van de ondergeschikte bestemmingen worden gebouwd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt of kan plaatsvinden van de natuurwaarden van het gebied.

22.4 Aanlegregels
22.4.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven of ophogen;
  • c. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere wijze indrijven van voorwerpen;
  • d. diepploegen;
  • e. het aanleggen van kabels en leidingen en daarmee verband houdende constructies;
  • f. het aanleggen van dammen, stuwen, watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen.

22.4.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 22.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

22.4.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 22.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van natuurwaarden van het gebied.

22.5 Procedure

Bij toepassing van de ontheffingsbevoegdheden als bedoeld in 22.3 of de aanlegvergunning als bedoeld in 22.4 geldt de procedure zoals vervat in artikel 28.1 respectievelijk 28.3.