Plan: | Kern Beuningen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0209.BpKernBeuningen-vadf |
De gemeente heeft een zogenaamde cultuurhistorische kenmerkenkaart opgesteld (RAAP-rapport 1603, kaartbijlage 3). Het noordelijke deel van de kern behoort tot de gebiedscategorie "oud cultuurland (vroege middeleeuwen)". Het gebied ten zuiden van de Koningstraat - Krommehoekstraat -Wilhelminalaan - Burgemeester van Suchtelenstraat behoort tot de gebiedscategorie "jong cultuurland, de velden (Volle Middeleeuwen)". Uitzondering vormt een klein gedeelte van het plangebied dat is gelegen ten oosten van de Verlengde Reekstraat. Dit behoort tot de gebiedscategorie "jong cultuurland, de broeken (Volle Middeleeuwen)".
Aan de noordwestzijde is sprake van een "restgeul". Voorts zijn nevengeulen, (voormalige) wegen of paden, boerengroen, veedriften e.d. weergegeven. Opvallend is dat deze elementen nog herkenbaar zijn in de huidige opbouw van de dorpskern en het omliggende landschap.
De volgende rijksmonumenten komen in het plangebied voor:
Straat | Huisnr. | Soort gebouw | |
Gewelf | 25A | mausoleum (zie ook Tempelstraat 10) | |
Molenstraat | 54M | standermolen De Haaghe (1774) | |
Tempelstraat | 10 | woonhuis (1838) | |
Van Heemstraweg | 55 | villa | |
Van Heemstraweg | 58 | villa | |
Wilhelminalaan | 8 | toren De Blanckenburg (15e eeuw) |
De volgende gemeentelijke monumenten komen in het plangebied voor:
Straat | Huisnr. | Soort gebouw | |
Koningstraat | 1 | boerderij | |
Molenstraat | 54 | molenhuis | |
Oude Reekstraat | 2 | boerderij | |
Tempelstraat | 2 | boerderij | |
Tempelstraat | 12 | huis en schuur | |
Van Heemstraweg | 51 | boerderij | |
Van Heemstraweg | 61 | kleine villa | |
Van Heemstraweg | 83 | kantoor/ schuur | |
Van Heemstraweg | 85 | woonhuis | |
Wilhelminalaan | 2 | boerderij | |
Wilhelminalaan | 4 | schuur | |
Wilhelminalaan | 6 | schuur | |
Wilhelminalaan | 106 | boerderij De Tinnen Gieter | |
Wilhelminalaan | 124 | boerderij/ bakhuis |
De rijksmonumenten en de gemeentelijke monumenten worden al beschermd via de Monumentenwet respectievelijk de gemeentelijke Erfgoedverordening. Om dubbele regelgeving te voorkomen is daarom geen regeling voor monumentale bebouwing opgenomen in dit bestemmingsplan.
In 1992 is op Malta een Europees Verdrag gesloten over het cultureel erfgoed in de bodem, het Verdrag van Valletta (kortweg: Malta). Doel van Malta is om bij ruimtelijke plannen meer en beter rekening te houden met de archeologische waarden die zich in de bodem bevinden en deze, waar mogelijk, beter te beschermen. Het Verdrag van Valletta is in 1998 geratificeerd en inmiddels als wijziging van de Monumentenwet (1988) geïmplementeerd via de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) die per 1 september 2007 van kracht is geworden. Dit betekent dat er niet meer in de “geest” van de wet moet worden gewerkt maar dat bij elke schop die de grond in gaat, gekeken moet worden of er sprake is van archeologische waarden en/of verwachtingen. Bij van rijkswege beschermde archeologische terreinen is een vergunning nodig van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).
De gemeente Beuningen heeft een archeologische beleidsadvieskaart laten vervaardigen (RAAP Archeologisch Adviesbureau, RAAP-rapport 2170, kaartbijlage 3). Deze is samen met de beleidsnota archeologie vastgesteld door de gemeenteraad op 9 november 2010. Het grondgebied van de gemeente Beuningen is op de beleidsadvieskaart ingedeeld in beleidszones. Volgens deze kaart heeft het grootste gedeelte van het plangebied een hoge verwachtingswaarde en valt binnen beleidszone 3. Daarnaast komen er 2 terreinen van zeer hoge archeologische waarde (rijksmonumenten) en 2 terreinen met archeologische monumenten voor in het plangebied. Deze terreinen vallen binnen beleidszone 1 respectievelijk beleidszone 2. De zuidzijde van het plangebied heeft een middelhoge of lage archeologische verwachtingswaarde en valt binnen beleidszone 4. De grijze gebieden (beleidszone 5) zijn reeds verstoorde gronden of eerder onderzocht en vrijgegeven.
Onderhavig bestemmingsplan heeft overwegend een beheerfunctie. Binnen het plangebied is alleen sprake van verbouwplannen en eventueel kleine uitbreidingen, danwel de realisatie van woningen op basis van de geldende bestemmingsplannen (zoals reeds is opgemerkt is het plangebied aangemerkt als bestaand). Bij bodemingrepen groter dan 100 m2 (binnen bebouwde kom) of 120 m2 (buiten bebouwde kom) en dieper dan 30 cm moet in beleidszone 3 een onderzoek overlegd worden. In beleidszones 1 en 2 moet altijd een onderzoek overlegd worden. In beleidszone 4 moet bij bodemingrepen groter dan 2.000 m2 en dieper dan 30 cm eveneens een onderzoek overlegd worden.
Uiteraard bestaat de mogelijkheid dat bij de uitvoering van de (ver)bouwplannen toch nog archeologische vondsten worden gedaan. In dat geval geldt de verplichting conform de Monumentenwet om dit te melden bij het bevoegd gezag (de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed namens de minister). Vervolgens zal dan worden onderzocht of er archeologische waarden in het geding zijn en, indien nodig, op welke wijze de waarden zo veel mogelijk gespaard kunnen worden.
Vorenstaande houdt in dat het aspect cultuurhistorie geen belemmering vormt voor de vaststelling van onderhavig bestemmingsplan.
Om de archeologische verwachtingswaarden in het bestemmingsplan te borgen worden hiervoor dubbelbestemmingen opgenomen in de regels en op de verbeelding.