direct naar inhoud van 5.4 Externe veiligheid
Plan: Kern Beuningen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0209.BpKernBeuningen-vadf

5.4 Externe veiligheid

5.4.1 Wetgeving

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen als vuurwerk, lpg en munitie over weg, water en spoor en door buisleidingen. Het beleid rondom externe veiligheid is vastgelegd in circulaires, regelingen, AMvB's en wetten. Daarnaast heeft de gemeente aanvullend een eigen externe veiligheidsbeleid vastgesteld (d.d. 26 mei 2009).

In Nederland worden twee maten gehanteerd voor externe veiligheidsrisico's, namelijk het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Bij het plaatsgebonden risico (PR) gaat het om de kans per jaar dat een denkbeeldig persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen als deze persoon zich onafgebroken en onbeschermd in de nabijheid van een risicovolle inrichting of transportas bevindt. Het plaatsgebonden risico wordt weergegeven als een contour rondom de risicovolle inrichting of de transportas.

Het groepsrisico (GR) is de cumulatieve kans dat een (werkelijk) aanwezige groep van 10, 100 of 1.000 personen overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico moet verantwoord worden voor het gebied waarbinnen zich de gevolgen van een incident met gevaarlijke stoffen voordoen. Dit is de zogenaamde 1 %-letaliteitsgrens; de afstand vanaf een risicobedrijf waarop nog slechts 1 % van de blootgestelde mensen in de omgeving overlijdt bij een ongeval op het risicobedrijf.(invloedsgebied).

Voor de beoordeling van risico's van transport van gevaarlijke stoffen is de circulaire 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' (RNVGS) van 4 augustus 2004 richtinggevend. In deze circulaire wordt zoveel mogelijk aangesloten bij het beleid zoals verwoord in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) legt veiligheidsnormen op aan bedrijven die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein, bijvoorbeeld rondom chemische fabrieken, LPG-tankstations en spoorwegemplacementen waar goederentreinen met gevaarlijke stoffen rangeren. Deze bedrijven verrichten soms risicovolle activiteiten dichtbij woningen, kantoren, ziekenhuizen, scholen of winkels. Het besluit verplicht gemeenten en provincies wettelijk vanaf de inwerkingtreding van het besluit bij het verlenen van milieuvergunningen en het maken van bestemmingsplannen met externe veiligheid rekening te houden. Het besluit is op 27 oktober 2004 in werking getreden. Bij het besluit is eveneens de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) in werking getreden

Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) inwerking getreden. Hierdoor is de circulaire “Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen” uit 1984 komen te vervallen. Het Bevb sluit aan bij het Bevi.

5.4.2 Provinciale risicokaart

De provinciale risicokaart informeert onder andere de inwoners van Gelderland over de risico's waarmee zij in hun leefomgeving kunnen worden geconfronteerd en hoe te handelen. Op navolgend kaartfragment van de risicokaart is te zien dat in en rondom Beuningen enkele risicovolle inrichtingen, transportassen en buisleidingen aanwezig zijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0209.BpKernBeuningen-vadf_0006.jpg"

Uitsnede risicokaart ter hoogte van Beuningen (Bron: http://nederland.risicokaart.nl)

5.4.3 Inventarisatie nulsituatie externe veiligheid gemeente Beuningen

De gemeente heeft een inventarisatie gemaakt van de aanwezige risicobronnen in de gemeente Beuningen met bijbehorende veiligheidsafstanden (Inventarisatie nulsituatie externe veiligheid Beuningen, 25 maart 2008). Ook op navolgend kaartfragment van de inventarisatiekaart is te zien dat in en rondom Beuningen enkele risicovolle inrichtingen, transportassen en buisleidingen aanwezig zijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0209.BpKernBeuningen-vadf_0007.png"

Uitsnede Inventarisatiekaart Nulsituatie externe veiligheid Beuningen

5.4.4 Plangebied

Inrichtingen c.q. bedrijven

Er is binnen het plangebied 1 LPG-tankstation aan de Schoenaker 3 (Aalsterveld) aanwezig met een veiligheidsrisico als bedoeld in het Bevi. De 10-6 plaatsgebonden risicocontour van het LPG-vulpunt bedraagt 45 m en die van het LPG-reservoir bedraagt 25 m. Beide contouren zijn aangegeven op de verbeelding middels de aanduiding 'veiligheidszone - lpg'. Ook de afleverzuil heeft een 10-6 plaatsgebonden risicocontour van 15 m, maar deze contour valt helemaal binnen de risicocontour van het LPG-vulpunt.

Op bedrijventerrein Schoenaker (buiten het plangebied) is het bedrijf InterCheM aanwezig met een veiligheidsrisico als bedoeld in het Bevi, waarvan het invloedsgebied tot in het plangebied reikt.

Oranjewoud heeft voor InterCheM een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) uitgevoerd (nr. 166205, d.d. 13 november 2006). De onderzoeksresultaten, te weten het plaatsgebonden risico en het groepsrisico, zijn getoetst aan het Bevi. Het blijkt dat de situatie bij InterCheM, zoals in de QRA beoordeeld, voldoet aan het besluit. Uit de rapportage die op de provinciale risicokaart staat blijkt dat het invloedsgebied 300 m bedraagt. Bij de vaststelling van de milieuvergunning is het groepsrisico verantwoord.

De activiteiten bij InterCheM staan woonbebouwing niet in de weg. Wel kunnen de effecten van een groot incident zodanig zijn dat in een gebied met een straal van 1.600 m rond het bedrijf effecten kunnen optreden. Overigens is het niet zo dat dit hele gebied bij een incident getroffen zou worden, maar slechts een deel daarvan. Dit ligt onder andere aan de windrichting en de vorm (sigaarvorm) en grootte van de gevaarlijke stofwolk.

Royal Haskoning heeft in het kader van het masterplan uitbreiding Ewijk onderzocht (nr. 9T5053.01, d.d. 24 november 2008) wat de doorwerking was van deze inrichting op de nieuwe ontwikkelingen. Bij de berekeningen worden de bewonersaantallen, de stofgegevens, weertypen, maar ook de kans op een incident betrokken. Uit de berekeningen blijkt dat de risico's niet significant toenemen. Aangezien in het kader van dit bestemmingsplan vrijwel alleen de bestaande situatie (slechts geringe uitbreidingsmogelijkheden) wordt vastgelegd en in de situatie bij InterCheM niets wijzigt, kan aangesloten worden bij de resultaten uit dit onderzoek.

Verder zijn er geen bedrijven in de directe omgeving van het plangebied aanwezig waarvan het invloedsgebied tot in het plangebied reikt.

Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg

Aan de noordzijde van het plangebied loopt de Van Heemstraweg waarover vervoer van gevaarlijke stoffen mogelijk is. Harde cijfers over dit vervoer zijn niet beschikbaar. Transport kan bijvoorbeeld incidenteel plaatsvinden voor de bevoorrading van het LPG tankstation van Deest of Druten. De Wet vervoer gevaarlijke stoffen schrijft echter voor dat bevolkingskernen gemeden dienen te worden. Transport van deze aard zal slechts sporadisch voorkomen. Van een PR of GR is dus geen sprake.

Vervoer van gevaarlijke stoffen over het water

Het plangebied is op ruim 1.250 m of meer van de Waal gelegen. Het vervoer van gevaarlijke stoffen over deze rivier is dan ook niet van invloed op onderhavig bestemmingsplan.

Vervoer van gevaarlijke stoffen door een buisleiding

Aan de noordwestzijde in het plangebied liggen langs de Schoenaker 2 (hogedruk) aardgastransportleidingen. In onderstaand overzicht zijn de karakteristieken van beide leidingen weergegeven:

Leidingtype   druk   diameter   Inventarisatieafstand   Pr 10-6/jr  
A-507   66,2 bar   42”   490 m   Nihil  
A-505   66,2 bar   36”   430 m   Nihil  

Relevante leidinggegevens ondergrondse aardgastransportleidingen in het plangebied

De 10-6 plaatsgebonden risicocontour bedraagt 0 m en ligt daarmee op het hart van beide leidingen. Aangezien in het kader van dit bestemmingsplan vrijwel alleen de bestaande situatie (slechts geringe uitbreidingsmogelijkheden) wordt vastgelegd en in de situatie bij de leidingen niets wijzigt, kan ook gesteld worden dat het groepsrisico niet toeneemt. Hiermee zijn deze leidingen niet van invloed op onderhavig bestemmingsplan. Beide leidingen zijn met een dubbelbestemming op de verbeelding opgenomen.

Net ten oosten van het plangebied, ter hoogte van de Verlengde Reekstraat, lopen ook 4 (hogedruk) aardgastransportleidingen. In onderstaand overzicht zijn de karakteristieken van deze leidingen weergegeven:

Leidingtype   druk   diameter   Inventarisatieafstand   Pr 10-6/jr  
A-524   66,2 bar   48”   540 m   Nihil  
A-533   66,2 bar   48”   540 m   Nihil  
N-576-01   40 bar   6"   70 m   Nihil  
A-663   80 bar   48"   580 m   Nihil  

Relevante leidinggegevens ondergrondse aardgastransportleidingen buiten het plangebied

De 10-6 plaatsgebonden risicocontour bedraagt 0 m en ligt daarmee op het hart van beide leidingen. Aangezien in het kader van dit bestemmingsplan vrijwel alleen de bestaande situatie (slechts geringe uitbreidingsmogelijkheden) wordt vastgelegd en in de situatie bij de leidingen niets wijzigt, kan ook gesteld worden dat het groepsrisico niet toeneemt. Hiermee zijn deze leidingen niet van invloed op onderhavig bestemmingsplan.

5.4.5 Conclusie

Vorenstaande houdt in dat het aspect externe veiligheid geen belemmering vormt voor de vaststelling van onderhavig bestemmingsplan.