direct naar inhoud van Artikel 17 Algemene aanduidingsregels
Plan: Bedrijventerrein Schoenaker 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0209.BPSchoenaker2011-vadf

Artikel 17 Algemene aanduidingsregels

17.1 Geluidzone - Zonebeheer

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - zonebeheer' geldt het volgende:

  • a. de gebruikte geluidsruimte mag niet meer bedragen dan 60 dB(A)/m2 etmaalwaarde;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt ter plaatse van de onderstaande aanduidingen dat de gebruikte geluidsruimte niet meer mag bedragen dan de bij de betreffende aanduiding vermelde dB(A)/m2 in de dag-, avond of nachtperiode,

Aanduiding   gebuikte geluidruimte in dB(A)/m2   dag (d)-, avond (a) - of nachtperiode (n)  
specifieke vorm van bedrijf - a   62   d  
specifieke vorm van bedrijf - b   62   d en n  
specifieke vorm van bedrijf - c   66   d  
specifieke vorm van bedrijf - c   51   n  
specifieke vorm van bedrijf - d   62   d  
specifieke vorm van bedrijf - e   60   a en n  
specifieke vorm van bedrijf - f   63   d  
specifieke vorm van bedrijf - g   64   d  
specifieke vorm van bedrijf - g   63   a en n  
specifieke vorm van bedrijf - h   51   n  
specifieke vorm van bedrijf - i   67   d  
specifieke vorm van bedrijf - i   66   a  
specifieke vorm van bedrijf - i   66   n  
specifieke vorm van bedrijf - l   59   a  
specifieke vorm van bedrijf - l   57   n  
specifieke vorm van bedrijf - m   61   d  
specifieke vorm van bedrijf - m   60   a en n  
specifieke vorm van bedrijf - o   62   d  
specifieke vorm van bedrijf - o   60   a  
specifieke vorm van bedrijf - p   61   d  
specifieke vorm van bedrijf - p   60   a  
specifieke vorm van bedrijf - p   59   n  
specifieke vorm van bedrijf - q   52   n  
specifieke vorm van bedrijf - r   62   d  
specifieke vorm van bedrijf - r   61   a  
specifieke vorm van bedrijf - r   59   n  
specifieke vorm van bedrijf - s   62   d  
specifieke vorm van bedrijf - s   58   a  
specifieke vorm van bedrijf - s   57   n  
specifieke vorm van bedrijf - t   65   d  

met dien verstande dat, zodra de feitelijke gebruikte geluidsruimte door een wijziging in de bedrijfsvoering niet meer bedraagt dan 60 dB(A)/m2 etmaalwaarde, hetgeen dient te blijken uit een akoestisch onderzoek, de gebruikte geluidsruimte niet meer mag bedragen dan 60 dB(A)/m2 etmaalwaarde.

17.1.1 nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen ter bescherming van de beschikbare geluidsruimte nadere eisen stellen aan:

  • a. de plaats van bouwwerken op het bouwperceel ten behoeve van een doelmatige akoestische afscherming;
  • b. de plaats en afmeting van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van een doelmatige akoestische afscherming.
17.1.2 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:

  • a. het gebruik van de gronden dat een grotere geluidruimte tot gevolg heeft dan overeenkomend met 60 dB(A)/m2 etmaalwaarde, dan wel de geluidsruimte zoals aangegeven in de tabel onder 17.1 onder b;
  • b. het in gebruik hebben van een inrichting, zonder te beschikken over een akoestische rapportage waaruit de door de inrichting gebruikte geluidsruimte, berekend volgens artikel 2.6, blijkt.
  • c. het bepaalde onder b. is niet van toepassing:
    • 1. op het bestaande gebruik van gronden en bebouwing, tenzij het gebruik reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
17.1.3 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het in 17.1.2 onder a bepaalde teneinde een grotere geluidruimte op een kavel toe te staan. Deze omgevingsvergunning kan alleen worden verleend als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • a. de bedrijfseconomische noodzaak voor vergroting van de geluidsruimte is aangetoond;
  • b. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat:
    • 1. ondanks toepassing van de beste beschikbare technieken een grotere geluidruimte noodzakelijk is ter optimalisering en/of uitbreiding van de bedrijfsvoering. In het akoestisch onderzoek dient de gewenste geluidruimte te worden aangegeven alsmede een overzicht van de geluidbronnen, de toegepaste technieken en de bedrijfstijden;
    • 2. door het toestaan van een grotere geluidsruimte, de maximaal toelaatbare geluidbelasting van de bewakingspunten zoals bedoeld in de Bijlage 2 geluidsnota/zonebeheerplan, niet wordt overschreden.
17.1.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
a Hoofdregel

Het is op de gronden bedoeld in 17.1, verboden bouwwerken te slopen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag.

b Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning als bedoeld onder a is vereist voor:

  • a. het slopen van bouwwerken waarvan de bouwhoogte van het te slopen bouwwerk minder bedraagt dan 6 m;
  • b. het slopen van bouwwerken waarvan de lengte van het te slopen bouwwerk, minder bedraagt dan 10 m.
c Voorwaarden

De onder a bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien:

  • a. is gebleken dat het slopen van het bouwwerk niet tot gevolg heeft dat de maximaal toelaatbare geluidbelasting van de bewakingspunten zoals bedoeld in de Bijlage 2 geluidsnota/zonebeheerplan, worden overschreden, of:
  • b. zekerheid is verkregen dat na sloop afschermende maatregelen worden getroffen die een gelijke of verminderde geluidbelasting op de geluidzone tot gevolg hebben.

Ter verwezenlijking van het gestelde onder b. kunnen voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning.

17.1.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en:

  • a. de geluidruimte op een kavel verkleinen, tot een minimum van 60 dB(A)/m² etmaalwaarde , indien uit de omgevingsvergunning voor het inwerking hebben van een inrichting of een melding in het kader van het Activiteitenbesluit blijkt dat ten behoeve van de inrichting blijvend geen gebruik meer wordt gemaakt van de voor de inrichting beschikbare geluidruimte;
  • b. de geluidruimte per vierkante meter op een kavel vergroten en gelijktijdig de geluidruimte van een andere kavel verkleinen indien:
    • 1. de bedrijfseconomische noodzaak voor vergroting van de geluidruimte is aangetoond;
    • 2. uit akoestisch onderzoek is gebleken dat:
      • ondanks toepassing van de beste beschikbare technieken een grotere geluidruimte noodzakelijk is ter optimalisering en/of uitbreiding van de bedrijfsvoering. In het akoestisch onderzoek dient de gewenste geluidruimte te worden aangegeven alsmede een overzicht van de geluidbronnen, de toegepaste technieken en de bedrijfstijden;
      • door het toestaan van een grotere geluidsruimte de maximaal toelaatbare geluidbelasting van de bewakingspunten zoals bedoeld in de Bijlage 2 geluidsnota/zonebeheerplan, niet wordt overschreden.
    • 3. Verkleining van de geluidruimte op een andere kavel in planologische zin gelijktijdig met de vergroting plaatsvindt.
17.2 Vrijwaringszone - A73
17.2.1 Bouwregel

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - A73' zijn geen bouwwerken toegestaan.

17.2.2 Afwijking

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.2.1 teneinde overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 2, bouwwerken toe te staan. Alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend, wordt de wegbeheerder schriftelijk om advies gevraagd.

17.3 Plaatsgebonden risico
17.3.1 risicocontour

De plaatsgebonden risicocontour van de risicovolle inrichting ter plaatse van de aanduiding 'risicovolle inrichting', mag de perceelsgrens danwel de grens van de aanduiding 'veiligheidszone-bevi' voor zover deze buiten de perceelsgrens is gelegen, niet overschrijden.

17.3.2 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen teneinde de aanduiding 'veiligheidszone-bevi' te verkleinen of te verwijderen. Van deze bevoegdheid wordt uitsluitend gebruik gemaakt indien:

  • a. het bestaande bedrijf ten behoeve waarvan de aanduiding is opgenomen, zijn bedrijfsmatige activiteiten heeft beeindigd, of
  • b. door wijzigingen van de bedrijfsvoering of de geldende wet- en regelgeving de plaatsgebonden risicocontour van het bedrijf ter plaatse van de aanduiding 'risicovolle inrichting', zich niet meer buiten de perceelsgrenzen bevindt.