direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Parapluherziening Parkeernormen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1422-0002

Toelichting

Hoofdstuk 1 INLEIDING

Aanleiding

Voorheen werden aanvragen om een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen onder meer getoetst aan de parkeerbepaling uit de bouwverordening. Daarin stond dat (kort gezegd) wanneer de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding gaf, in voldoende parkeergelegenheid moest worden voorzien (binnen het bij het gebouw behorende terrein).

Op 29 november 2014 is de “Reparatiewet BZK 2014” in werking getreden, waarmee de Woningwet is gewijzigd. Met deze wijziging is bepaald dat de bouwverordening geen stedenbouwkundige voorschriften – waaronder voorschriften ten aanzien van parkeren – mag bevatten. Dit moet sinds 29 november 2014 worden geregeld in bestemmingsplannen.

De grondslag voor de parkeerregeling in de bouwverordening is niet onmiddellijk komen te vervallen, doordat de wetgever een overgangstermijn heeft opgenomen (artikel 133 van de Woningwet). Voor bestaande bestemmingsplannen kan de parkeerregeling uit de bouwverordening nog tot 1 juli 2018 worden gehanteerd.

In de na 29 november 2014 in de gemeente Barneveld vastgestelde bestemmingsplannen – op enkele uitzonderingen na – is al een planregel inzake de parkeernorm opgenomen. Voor alle overige vigerende bestemmingsplannen moet vóór 1 juli 2018 een paraplubestemmingsplan worden vastgesteld, waarin voor die bestemmingsplannen een parkeerregeling wordt opgenomen.

In dit kader is de voorliggende parapluherziening opgesteld.

Leeswijzer

Voorliggende parapluherziening bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De toelichting is opgebouwd uit acht hoofdstukken. Na dit hoofdstuk beschrijft hoofdstuk 2 de bestaande situatie. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 een beschrijving van het plan gegeven. Hoofdstuk 4 gaat vervolgens in op het beleidskader. Het vijfde hoofdstuk gaat in op de randvoorwaarden, waarna in het zesde hoofdstuk de juridische aspecten worden besproken. In hoofdstuk 7 is aandacht voor de economische uitvoerbaarheid. Hoofdstuk 8 gaat in op de resultaten van de procedure ten behoeve van dit bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2 BESTAANDE SITUATIE

2.1 Begrenzing plangebied

Deze parapluherziening richt zich op verschillende locaties binnen het gehele grondgebied van de gemeente Barneveld en heeft betrekking op 138 (postzegel)bestemmingsplannen waarin geen regels met betrekking tot parkeernormen zijn opgenomen. De betreffende (postzegel)bestemmingsplannen staan in de volgende paragraaf opgesomd. De plangebieden van al deze plannen samen vormen het plangebied van de onderhavige parapluherziening.

2.2 Geldende bestemmingsplannen

De in onderstaande tabel weergegeven geldende bestemmingsplannen worden met de onderhavige parapluherziening gedeeltelijk herzien.

  Naam bestemmingsplan   Identificatie   Vastgesteld  
1   Aarderweg I   NL.IMRO.0203.1129-0003   25-10-2011  
2   Achterveldseweg-Laageinderweg   NL.IMRO.0203.1176-0002   23-10-2012  
3   Apeldoornsestraat-Sportparkstraat   NL.IMRO.0203.1190-0002   25-2-2014  
4   Barneveld-Centrum   NL.IMRO.0203.1012-0003   22-1-2013  
5   Barneveld-Oost   NL.IMRO.0203.1008-0005   9-1-2013  
6   Barneveld-Zuid 1   NL.IMRO.0203.1006-0007   25-1-2011  
7   Barnseweg III   NL.IMRO.0203.1073-0004   18-8-2012  
8   Barnseweg V   NL.IMRO.0203.1179-0002   25-9-2012  
9   Barnseweg VII   NL.IMRO.0203.1251-0002   16-12-2014  
10   Barnseweg VIII   NL.IMRO.0203.1261-0002   30-9-2014  
11   Barnseweg IX   NL.IMRO.0203.1282-0002   10-6-2015  
12   Baron van Nagellstraat-Oude Zeumerseweg   NL.IMRO.0203.1237-0003   30-9-2015  
13   Baron van Nagellstraat III   NL.IMRO.0203.1061-0002   9-2-2010  
14   Beukenlaan I   NL.IMRO.0203.1252-0002   8-7-2014  
15   Blaupot ten Catehof I   NL.IMRO.0203.1270-0002   10-6-2015  
16   Brugveenseweg I   NL.IMRO.0203.1111-0002   25-9-2012  
17   Bijschoterweg I   NL.IMRO.0203.1038-0002   1-3-2011  
18   Burgthoven (2e fase)   NL.IMRO.0203.1080-0003   22-1-2013  
19   Buurtstraat I   NL.IMRO.0203.1217-0002   10-6-2014  
20   De Bonkelaar I   NL.IMRO.0203.1128-0002   23-10-2012  
21   De Burgt - Veller e.o.   NL.IMRO.0203.1014-0003   26-3-2013  
22   De Eilanden-Oost   NL.IMRO.0203.1192-0003   16-12-2014  
23   De Lucht I   NL.IMRO.0203.1163-0002   24-4-2012  
24   De Ruijterlaan IV   NL.IMRO.0203.1119-0002   21-9-2011  
25   Dijkerweg I   NL.IMRO.0203.1216-0002   6-5-2014  
26   Donkervoorterweg I   NL.IMRO.0203.1144-0002   27-3-2012  
27   Drieënhuizerweg-Heetkamperweg   NL.IMRO.0203.1264-0002   28-1-2015  
28   Dronkelaarseweg I   NL.IMRO.0203.1127-0002   20-12-2011  
29   Dunenkamperweg I   NL.IMRO.0203.1196-0002   1-10-2013  
30   Dwarsakker   NL.IMRO.0203.1214-0003   20-8-2014  
31   Dwarsakker II   NL.IMRO.0203.1277-0002   30-9-2015  
32   Dwarsgraafweg V   NL.IMRO.0203.1290-0002   13-5-2015  
33   Essenerweg VIII   NL.IMRO.0203.1134-0003   22-1-2013  
34   Essenerweg IX   NL.IMRO.0203.1141-0003   12-11-2013  
35   Essenerweg X   NL.IMRO.0203.1238-0002   6-5-2014  
36   Esvelderbeekzone   NL.IMRO.0203.1173-0002   26-2-2013  
37   Esvelderbeekzone I   NL.IMRO.0203.1242-0002   4-3-2015  
38   Esvelderweg II   NL.IMRO.0203.1079-0003   1-3-2011  
39   Garderen   NL.IMRO.0203.1013-0003   12-11-2013  
40   Garderbroekerweg-Kerkweg   NL.IMRO.0203.1189-0003   4-3-2015  
41   Garderbroekerweg/Veluweweg   NL.IMRO.0203.1225-0002   6-5-2014  
42   Garderbroekerweg-Wencopperweg   NL.IMRO.0203.1236-0002   10-6-2015  
43   Garderbroekerweg XIII   NL.IMRO.0203.1194-0002   9-7-2013  
44   Garderbroekerweg XIV   NL.IMRO.0203.1195-0002   17-12-2013  
45   Garderbroekerweg XV   NL.IMRO.0203.1212-0002   28-1-2014  
46   Garderbroekerweg XVI   NL.IMRO.0203.1232-0002   6-5-2014  
47   Garderbroekerweg XVIII   NL.IMRO.0203.1315-0002   11-11-2015  
48   Gerard Doustraat I   NL.IMRO.0203.1274-0002   8-4-2015  
49   Grote Fliertweg I   NL.IMRO.0203.1174-0002   23-10-2012  
50   Gruttoweg I   NL.IMRO.0203.1295-0002   30-09-2015  
51   Harselaar-Driehoek   NL.IMRO.0203.1016-0003   1-3-2011  
52   Harselaar-Oost   NL.IMRO.0203.1029-0003   25-9-2012  
53   Harselaar West   NL.IMRO.0203.1002-0002   28-6-2011  
54   Harselaar-Zuid Fase 1a   NL.IMRO.0203.1017-0004   17-12-2013  
55   Harskamperweg-Kootwijkerdijk   NL.IMRO.0203.1304-0002   2-3-2016  
56   Harskamperweg III   NL.IMRO.0203.1115-0002   22-5-2012  
57   Harskamperweg IV   NL.IMRO.0203.1122-0002   20-12-2011  
58   Hazendonkweg I   NL.IMRO.0203.1211-0002   12-11-2013  
59   Hoevelakenseweg V   NL.IMRO.0203.1064-0002   25-01-2011  
60   Hoevelakenseweg VII   NL.IMRO.0203.1136-0003   20-11-2012  
61   Hoevelakenseweg VIII   NL.IMRO.0203.1143-0003   25-9-2012  
62   Hoevelakenseweg IX   NL.IMRO.0203.1345-0002   1-2-2017  
63   Hoge Boeschoterweg I   NL.IMRO.0203.1048-0003   27-3-2012  
64   Hoofdstraat I   NL.IMRO.0203.1226-0003   28-1-2015  
65   Houtbeekweg I   NL.IMRO.0203.1257-0003   8-7-2015  
66   Hunnenweg II   NL.IMRO.0203.1099-0002   29-3-2011  
67   Hunnenweg III   NL.IMRO.0203.1151-0002   3-7-2012  
68   Hunnenweg IV   NL.IMRO.0203.1269-0002   16-12-2014  
69   Julianaplein I   NL.IMRO.0203.1390-0002   27-9-2017  
70   Klaverweide-Drostendijk   NL.IMRO.0203.1230-0002   6-5-2014  
71   Koninginnelaan II   NL.IMRO.0203.1164-0002   3-7-2012  
72   Koningsweg V   NL.IMRO.0203.1177-0002   20-11-2012  
73   Kootwijkerbroek-Stroe-Kootwijk   NL.IMRO.0203.1010-0003   27-3-2012  
74   Kootwijkerbroekerweg I   NL.IMRO.0203.1094-0002   28-6-2011  
75   Kootwijkerdijk-Harderwijkerkarweg   NL.IMRO.0203.1323-0002   25-5-2016  
76   Kootwijkerdijk I   NL.IMRO.0203.1138-0002   28-2-2012  
77   Kootwijkerdijk II   NL.IMRO.0203.1293-0002   8-7-2015  
78   Koterweg I   NL.IMRO.0203.1140-0003   28-5-2013  
79   Laageinderweg I   NL.IMRO.0203.1235-0002   6-5-2014  
80   Lage Boeschoterweg I   NL.IMRO.0203.1031-0004   5-9-2012  
81   Lage Boeschoterweg III   NL.IMRO.0203.1262-0002   13-5-2015  
82   Landgoed Westerveld   NL.IMRO.0203.1057-0002   20-12-2011  
83   Lange Zuiderweg II   NL.IMRO.0203.1219-0002   10-6-2014  
84   Lankerenseweg III   NL.IMRO.0203.1182-0002   22-1-2013  
85   Lankerenseweg IV   NL.IMRO.0203.1415-0002   27-9-2017  
86   Leemweg I   NL.IMRO.0203.1075-0003   22-1-2013  
87   Leeuwerikstraat I   NL.IMRO.0203.1168-0003   6-5-2014  
88   Mazenhofstraat-Eikenlaan   NL.IMRO.0203.1266-0002   2-3-2016  
89   Molweg I   NL.IMRO.0203.1201-0002   9-7-2013  
90   Nachtegaalweg-Appelseweg   NL.IMRO.0203.1180-0002   27-1-2016  
91   Nieuwe Kampstraat I   NL.IMRO.0203.1260-0002   4-3-2015  
92   Oosterbrinkweg III   NL.IMRO.0203.1188-0002   22-1-2013  
93   Otelaarseweg II   NL.IMRO.0203.1220-0002   6-5-2014  
94   Oud Milligenseweg VI   NL.IMRO.0203.1254-0002   30-9-2014  
95   Oud Vellerseweg/Hunnenweg   NL.IMRO.0203.1169-0002   10-6-2015  
96   Platanenstraat V   NL.IMRO.0203.1148-0002   22-11-2011  
97   Putterweg-Speulderbosweg   NL.IMRO.0203.1284-0002   8-4-2015  
98   Puurveen (2e fase)   NL.IMRO.0203.1186-0002   28-1-2014  
99   Puurveenseweg III   NL.IMRO.0203.1321-0002   9-7-2013  
100   Rijksweg I   NL.IMRO.0203.1100-0003   20-11-2012  
101   Rijksweg II   NL.IMRO.0203.1110-0002   25-9-2012  
102   Rijksweg III   NL.IMRO.0203.1139-0002   25-10-2011  
103   Rondweg I   NL.IMRO.0203.1292-0002   10-6-2015  
104   Rubensstraat II   NL.IMRO.0203.1291-0002   4-3-2015  
105   Rudolphlaan-Schoonderbekerweg   NL.IMRO.0203.1185-0003   30-9-2014  
106   Scherpenzeelseweg VI   NL.IMRO.0203.1130-0002   21-9-2011  
107   Schoonderbekerweg I   NL.IMRO.0203.1181-0002   22-1-2013  
108   Schoonhorsterweg II   NL.IMRO.0203.1150-0002   24-1-2012  
109   Sleedoornweg-Harskamperweg-Engelsestadweg   NL.IMRO.0203.1152-0003   10-6-2014  
110   Speulderbosweg II   NL.IMRO.0203.1285-0002   27-1-2016  
111   Stationsweg XI   NL.IMRO.0203.1263-0002   13-5-2015  
112   Stroe V   NL.IMRO.0203.1133-0004   9-7-2013  
113   Stroe VI   NL.IMRO.0203.1250-0003   4-3-2015  
114   Stroeërschoolweg II   NL.IMRO.0203.1172-0002   25-9-2012  
115   Stroeërweg I   NL.IMRO.0203.1200-0002   8-7-2015  
116   't Boerenerf I   NL.IMRO.0203.1221-0002   6-5-2014  
117   Tolboomweg I   NL.IMRO.0203.1146-0003   25-9-2012  
118   Valkseweg VII   NL.IMRO.0203.1025-0002   9-2-2010  
119   Valkseweg IX   NL.IMRO.0203.1049-0003   22-4-2011  
120   Valkseweg XI   NL.IMRO.0203.1197-0002   9-7-2013  
121   Van den Berglaan I   NL.IMRO.0203.1267-0003   13-5-2015  
122   Van den Bogertlaan I   NL.IMRO.0203.1035-0005   3-7-2012  
123   Veller II Cluster E   NL.IMRO.0203.1206-0002   1-10-2013  
124   Veller II Cluster F   NL.IMRO.0203.1256-0002   30-9-2014  
125   Veluweweg-Essenerweg   NL.IMRO.0203.1297-0002   10-6-2015  
126   Veluweweg-Lankerenseweg   NL.IMRO.0203.1202-0002   9-7-2013  
127   Veluweweg XIII   NL.IMRO.0203.1160-0002   28-2-2012  
128   Veluweweg XIV   NL.IMRO.0203.1193-0002   23-4-2013  
129   Vinkelaar I   NL.IMRO.0203.1047-0002   24-5-2011  
130   Vlasbekje II   NL.IMRO.0203.1311-0002   30-9-2015  
131   Voorthuizen-Centrum   NL.IMRO.0203.1009-0003   21-9-2011  
132   Voorthuizen-Oost   NL.IMRO.0203.1005-0003   28-9-2010  
133   Voorthuizen-West   NL.IMRO.0203.1007-0003   29-3-2011  
134   Wencopperweg I   NL.IMRO.0203.1198-0002   17-12-2013  
135   Wencopperweg III   NL.IMRO.0203.1249-0002   16-12-2014  
136   Wesselseweg IX   NL.IMRO.0203.1240-0002   10-06-2014  
137   Wielweg I   NL.IMRO.0203.1121-0002   28-6-2011  
138   Zwartebroek-Terschuur-De Glind   NL.IMRO.0203.1011-0003   3-7-2012  

Hoofdstuk 3 PLANBESCHRIJVING

Het geldende planologisch regime - welke is vastgelegd in bestemmingsplannen - binnen de gemeente Barneveld wordt zover nodig herzien, zodat het na vaststelling van de onderhavige parapluherziening voldoende waarborg biedt als toetsingskader bij aanvragen om omgevingsvergunningen.

Uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak blijkt dat het niet voldoende is om in de planregels alleen aan te geven dat voorzien moet worden in voldoende parkeergelegenheid. Er moet in de regels aangegeven worden op basis waarvan dit beoordeeld zal worden.

Het uitgangspunt van dit plan is daarom het van toepassing verklaren van het gemeentelijk parkeerbeleid inclusief parkeernormen op die bestemmingsplannen waarin dat nog niet gebeurd is. Het gemeentelijke parkeerbeleid is vastgelegd in de "Nota Parkeernormen", vastgesteld door de raad op 28 januari 2015 en in werking getreden op 12 februari 2015.

De volgende (postzegel)bestemmingsplannen zijn in deze parapluherziening meegenomen:

  • bestemmingsplannen waarin nog geen planregel is opgenomen ten aanzien van het voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • bestemmingsplannen waarin wel een planregel is opgenomen ten aanzien van het voorzien in voldoende parkeergelegenheid, maar waarbij geen specifieke parkeernormen zijn opgenomen.

De betreffende bestemmingsplannen zijn opgesomd in paragraaf 2.2.

In deze parapluherziening wordt in deze bestemmingsplannen een planregel toegevoegd (of gewijzigd) ten aanzien van het voorzien in voldoende parkeergelegenheid, waarbij de gemeentelijke Nota Parkeernormen als bijlage wordt toegevoegd en naar wordt verwezen. Hierbij wordt aangegeven dat wanneer de Nota Parkeernormen gedurende de bestemmingsplanperiode wordt gewijzigd, met die wijziging rekening zal worden gehouden.

Met dit plan wordt gewaarborgd dat voldoende parkeerplaatsen worden gerealiseerd en behouden blijven, wat van essentieel belang is voor een goede woon-, werk- en leefomgeving.

Hoofdstuk 4 BELEIDSKADER

4.1 Rijk

4.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) staan de plannen voor ruimte en mobiliteit. Op 13 maart 2012 is de SVIR vastgesteld door de minister van Infrastructuur en Ruimte. Daarmee is het nieuwe ruimtelijke en mobiliteitsbeleid zoals uiteengezet in de SVIR van kracht geworden.

De SVIR vervangt verschillende nota's, waaronder ook de Nota Ruimte en geeft de ambitie aan voor Nederland in 2040. De SVIR geeft invulling aan het streven van het kabinet naar deregulering en decentralisatie van de ruimtelijke ordening. Het Rijk heeft gekozen voor een selectievere inzet van het rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Voor die belangen is het Rijk verantwoordelijk en buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid.

Het Rijk heeft drie doelen gekozen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028):

  • Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;
  • Het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;
  • Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.

De 13 nationale belangen zijn:

  • Een excellente ruimtelijk-economische structuur van Nederland door een aantrekkelijk vestigingsklimaat in en goede internationale bereikbaarheid van de stedelijke regio’s met een concentratie van topsectoren (nationaal belang 1)
  • Ruimte voor het hoofdnetwerk voor (duurzame) energievoorziening en de energietransitie (nationaal belang 2)
  • Ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleidingen (nationaal belang 3)
  • Efficiënt gebruik van de ondergrond (nationaal belang 4)
  • Een robuust hoofdnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen rondom en tussen de belangrijkste stedelijke regio’s inclusief de achterlandverbindingen (nationaal belang 5)
  • Betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem (nationaal belang 6)
  • Het instandhouden van het hoofdnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen om het functioneren van het mobiliteitssysteem te waarborgen (nationaal belang 7)
  • Verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico’s (nationaal belang 8)
  • Ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en kaders voor klimaatbestendige stedelijke (her)ontwikkeling (nationaal belang 9)
  • Ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten (nationaal belang 10)
  • Ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten (nationaal belang 11)
  • Ruimte voor militaire terreinen en activiteiten (nationaal belang 12)
  • Zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten (nationaal belang 13)

Doorwerking in plangebied
In dit geval is er geen sprake van één van deze 13 nationale belangen. Het parkeerbeleid is een onderwerp waarbij het primaat voornamelijk bij de gemeenten ligt. Het voorliggende bestemmingsplan is dan ook niet strijdig met de structuurvisie.

4.2 Provincie

De provincie Gelderland heeft haar beleid gericht op de fysieke leefomgeving vastgelegd in de Omgevingsvisie en de bijbehorende Omgevingsverordening. Provinciale staten hebben de Omgevingsvisie op 9 juli 2014 vastgesteld en de Omgevingsverordening op 24 september 2014. De Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening zijn op 17 oktober 2014 in werking getreden. Periodiek actualiseert de provincie onderdelen van de Omgevingsvisie en Omgevingsverordening.

In het provinciale beleid zijn geen specifieke regels met betrekking tot parkeren opgenomen.

4.3 Gemeente

Structuurvisies

Het ruimtelijk beleid van de gemeente Barneveld is vastgelegd in de "Structuurvisie Buitengebied Barneveld" (vastgesteld op 21 september 2011) en de "Structuurvisie Kernen Barneveld 2022" (vastgesteld op 22 november 2011). Deze structuurvisies leggen de gemeentelijke visie op de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van het eigen grondgebied vast.

De gemeente wil haar kwaliteiten als woon-, werk-, en leefgemeenschap behouden en versterken.

Het realiseren en behouden van voldoende parkeergelegenheid is essentieel voor een aantrekkelijke en functionele leefomgeving.

Nota Parkeernormen

Op 28 januari 2015 heeft de raad de "Nota Parkeernormen" vastgesteld. Deze nota is opgesteld om duidelijkheid en transparantie te bieden ten aanzien van de werkwijze bij het opstellen van de parkeereis bij ontwikkelingen en bouwplannen en de toetsing daarvan. Het toepassen van de juiste parkeernormen draagt bij aan een goed woon- en leefklimaat, waarin het risico op parkeeroverlast wordt verkleind. Algemeen uitgangspunt is dat nieuwe ontwikkelingen niet mogen leiden tot (toename van) parkeertekort in de omgeving. De parkeernormen staan beschreven in hoofdstuk 4 van de nota. In hoofdstuk 6 worden de mogelijkheden beschreven voor het afwijken van de parkeereis.

De nota geeft zelf al aan dat de 'beschikbaarheid van voldoende parkeerplaatsen' moet worden verankerd in bestemmingsplannen, omdat de bouwverordening op dit punt als toetsingsinstrument verdwijnt.

Conclusie

De parapluherziening voor de parkeernormering past binnen het beleid.

Hoofdstuk 5 RANDVOORWAARDEN

Het is gebruikelijk om een bestemmingsplanherziening te toetsen aan de volgende randvoorwaarden: bodem, cultuurhistorie, ecologie, externe veiligheid, geluid, geur, ladder voor duurzame verstedelijking, luchtkwaliteit, milieueffectrapportage, milieuzonering, natuur en landschap, veiligheid, verkeer en water. De regeling in deze parapluherziening heeft slechts betrekking op de implementatie van de gemeentelijke "Nota Parkeernormen". In de onderhavige situatie zijn de genoemde randvoorwaarden niet in het geding en kan toetsing achterwege blijven.

Hoofdstuk 6 JURIDISCHE ASPECTEN

6.1 Juridische aspecten

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) geeft gemeenten de plicht tot het opstellen van een bestemmingsplan. In de Wro en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is nader uitgewerkt uit welke onderdelen een bestemmingsplan in ieder geval moet bestaan. Dit zijn een verbeelding met planregels en een toelichting daarop. Daarnaast bieden zowel de Wro als het Bro opties voor een nadere juridische inrichting van een bestemmingsplan.

Het juridische deel van het bestemmingsplan bestaat uit de verbeelding en de regels. De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden en gebouwen en bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing. De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor de toepassing van de regels alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. De verbeelding vormt samen met de regels het voor de burgers bindende onderdeel van het bestemmingsplan.

Voorliggende parapluherziening ziet uitsluitend op het wijzigen en/of toevoegen van een planregel inzake de geldende parkeernormering in de regels van de in paragraaf 2.2 genoemde bestemmingsplannen.

De planregels van voorliggende parapluherziening vallen in drie hoofdstukken uiteen. Hoofdstuk 1 bevat de algemene voor het plangebied geldende bepalingen, de inleidende regels. Hoofdstuk 2 regelt de benodigde wijzigingen of aanvullingen in de planregels van de betreffende bestemmingsplannen. Tenslotte komt in hoofdstuk 4 het overgangsrecht en de slotbepaling aan bod.

6.2 Handhaving

De gemeente acht handhaving van haar beleid van groot belang om de gewenste ruimtelijke kwaliteit te garanderen. Belangrijke redenen voor handhaven zijn:

  • de regels zijn door de gemeente vastgesteld en de inwoners van de gemeente mogen verwachten dat de gemeente die regels handhaaft: waarom zijn er anders regels opgesteld? Inwoners van de gemeente hebben als het ware recht op handhaving;
  • handhaving gaat oneigenlijk gebruik van en daarmee de achteruitgang van de kwaliteit van het gemeentelijk grondgebied tegen. Een actueel bestemmingsplan beoogt de ruimtelijke kwaliteit van een gebied in stand te houden en te verbeteren;
  • niet daadkrachtig optreden tegen overtredingen van wettelijke regels werkt een toename van het aantal overtredingen in de hand en tast de geloofwaardigheid van daadkrachtig optreden aan. Het in het bestemmingsplan vastgelegde beleid wordt ondermijnd en het bestuur verliest de greep op de gebouwde omgeving.

Onderscheid kan gemaakt worden tussen preventieve en repressieve handhavingsinstrumenten. Onder preventieve instrumenten kunnen onder andere goede regelgeving (onder andere in bestemmingsplan), voorlichting, subsidieverlening, afwijken van bouwregels en gebruiksregels en de omgevingsvergunning worden begrepen. Repressieve instrumenten zijn onder meer controle en toezicht, opsporing en het hanteren van sancties als bestuursdwang en dwangsom.

In 2007 heeft de gemeente de Nota handhaving ruimtelijke en bouwregelgeving gemeente Barneveld opgesteld. Deze nota geeft inzicht in de achtergronden die geleid hebben tot de totstandkoming van de nota. Ook geeft het voor overtredingen op het gebied van bestemmingsplan- en bouwregelgeving aan hoe met geconstateerde overtredingen om te gaan en welke prioriteitsstelling daarbij te hanteren (repressieve handhaving).

Bij de handhaafbaarheid van een bestemmingsplan spelen aspecten als communicatie, de planvorm, de normstelling, het daadwerkelijk kunnen handhaven en de controleerbaarheid van normen ook een belangrijke rol.

Randvoorwaarde voor handhaving is dat er voldoende basis/grondslag is om te kunnen handhaven. Deze basis wordt gevormd door:

  • de regeling in het bestemmingsplan zelf: de handhaafbaarheid van de planregels;
  • het afwijkingenbeleid.

In dit bestemmingsplan is gestreefd naar heldere, eenduidige planregels met zo min mogelijk interpretatiemogelijkheden.

Verder zijn aan de in het plan opgenomen afwijkingsbevoegdheden duidelijke voorwaarden verbonden, die voldoende objectief bepaalbaar zijn.

Hoofdstuk 7 ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in de plantoelichting minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan. Tevens moeten, indien sprake is van ontwikkelingen waarvoor de gemeente redelijkerwijs kosten moet maken, deze kosten worden verhaald op de initiatiefnemer c.q. ontwikkelaar.

Met de onderhavige parapluherziening worden geen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Het is dan ook niet nodig om de plankosten te verhalen of een exploitatieplan vast te stellen.

De kosten voor het opstellen en in procedure brengen van het bestemmingsplan worden gedragen door de gemeente Barneveld.

Gezien het bovenstaande wordt de economische uitvoerbaarheid van het plan voldoende gewaarborgd geacht.

Hoofdstuk 8 OVERLEG EN MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID

De procedures voor vaststelling van een bestemmingsplan zijn door de wetgever geregeld. Conform artikel 1.3.1. Besluit ruimtelijke ordening (Bro) heeft het college op 21 september 2017 in de Barneveldse Krant en Barneveld Huis-aan-Huis en langs elektronische weg kennis gegeven van het voornemen om het voorliggende bestemmingsplan voor te bereiden. Aangegeven is verder dat tussen gemeente en verschillende instanties waar nodig overleg over het plan moet worden gevoerd alvorens een ontwerpplan ter visie gelegd kan worden. Daarnaast is er de gelegenheid om in het voortraject belanghebbenden te laten inspreken conform de gemeentelijke verordening. Pas daarna wordt de wettelijke procedure met betrekking tot vaststelling van het bestemmingsplan opgestart (artikel 3.8 Wro).

8.1 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro

Het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.1.1) geeft aan dat burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg voeren met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.

Er is in het gebied van de voorgenomen ontwikkeling geen sprake van bijzondere waarden of andere situaties waardoor deze ontwikkeling zou raken aan enig nationaal belang.

Ook belangen van het waterschap, de provincie en omliggende gemeenten zijn bij dit plan niet in het geding.

Het onderhavige bestemmingsplan betreft een plan van lokaal belang. Vooroverleg is niet noodzakelijk en wordt dan ook niet gevoerd.

8.2 Inspraak

De Wro bevat geen procedurevoorschriften met betrekking tot de inspraak, en is in Wro zelf niet verplicht gesteld. Dat neemt niet weg dat het de gemeente vrij staat toch inspraak te verlenen bijvoorbeeld op grond van de gemeentelijke inspraakverordening. In relatie daarmee bepaalt artikel 150 van de Gemeentewet onder meer dat in een gemeentelijke inspraakverordening moet worden geregeld op welke wijze bovenbedoelde personen en rechtspersonen hun mening kenbaar kunnen maken.

Op 15 december 2009 heeft het college besloten dat bij bestemmingsplannen alleen inspraak wordt gevoerd bij plannen waarbij maatschappelijke belangen een rol spelen, die politiek gevoelig liggen of waarbij inspraak een bijdrage kan leveren aan de kwaliteit en/of snellere doorlooptijd van het plan. Daar is hier geen sprake van.

Een ieder is gebaat bij de aanleg en het behoud van voldoende parkeerplaatsen, passend bij de betreffende bijbehorende functie. Voldoende parkeerplaatsen zijn essentieel voor een goed woon-, werk- en leefklimaat. Daarom wordt aangenomen dat er voldoende draagvlak is voor het vaststellen van het voorliggende bestemmingsplan.

8.3 Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 17 november tot en met 28 december 2017 ter inzage gelegen. Gedurende deze periode heeft een ieder de mogelijkheid gehad om een zienswijze naar voren te brengen. Tijdens deze zes weken is één zienswijze ingediend.

De ingekomen reactie heeft geleid tot een aanpassing in de regels van dit plan. In de bijlage bij dit bestemmingsplan is de Nota Zienswijzen bijgevoegd, waarin de zienswijze is samengevat en beoordeeld.

Bijlagen bij de toelichting