direct naar inhoud van 5.7 Geur
Plan: Esvelderbeekzone
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1173-0003

5.7 Geur

De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) bepaalt dat het oprichten of veranderen of veranderen van de werking of het in werking hebben van een inrichting niet is toegestaan, behoudens omgevingsvergunning. Bijlage I van het Besluit omgevingsrecht (Bor) geeft een limitatieve opsomming van die categorieën inrichtingen en van vergunningplichtige inrichtingen. Veehouderijen zijn opgenomen in bijlage 1, categorie 8, onder sub a van dat besluit.

Het bevoegd gezag betrekt bij de beslissing op de aanvraag om een omgevingsvergunning de gevolgen voor het milieu die de inrichting kan veroorzaken. Op 1 januari 2007 is de Wet geurhinder en veehouderij in werking getreden. Deze wet geeft bindende aanwijzingen aan het bevoegd gezag met betrekking tot het verlenen van de omgevingsvergunning. Slechts in de gevallen waarin de wet dat bepaalt, kan een vergunning worden geweigerd vanwege de nadelige gevolgen van geuremissie vanuit de veehouderij. Daarmee bevat de Wet geurhinder en veehouderij een landsdekkend exclusief beoordelingskader dat, voor zover het de gevolgen van geuremissie vanuit dierenverblijven betreft, in de plaats treedt van de toetsing die anders bij vergunningverlening op grond van de Wabo zou moeten worden uitgevoerd.

Voor diercategorieën waarvan de geuremissie per dier is vastgesteld, wordt de waarde uitgedrukt in een ten hoogste toegestane geurbelasting op een geurgevoelig object. Voor de andere diercategorieën is de waarde een wettelijk vastgestelde afstand die ten minste moet worden aangehouden.

Onder een 'geurgevoelig object' wordt verstaan: een gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt.

De Wet geurhinder en veehouderij geeft gemeenten de mogelijkheid om gebiedsgericht beleid vast te stellen door middel van een geurverordening. De standaardnormen zoals opgenomen in de wet mogen binnen een bandbreedte naar boven en beneden worden bijgesteld. Op 7 oktober 2008 heeft de raad de Geurverordening vastgesteld. Deze verordening trad in werking op 18 oktober 2008. Buiten de gebieden die zijn genoemd in de Geurverordening gelden de standaardnormen uit de Wet geurhinder en veehouderij.

In de omgeving van het plangebied zijn agrarische bedrijven aanwezig. Het gaat om de volgende bedrijven:

  • Binnenveld 11: Deze agrarische bestemming komt te vervallen omdat hier het kinderhospice wordt gevestigd;
  • Binnenveld 12: In het bestemmingsplan "Buitengebied 2000" de bestemming 'Wonen mat agrarische nevenactiviteit' aan toegekend. In het voorontwerp bestemmingsplan "Buitengebied 2012" wordt aan het perceel een 'Woonbestemming' toegekend. Wel is er nog een vergunning aanwezig voor het houden van jongvee (16), vleesvarkens (140) en legkippen (1180);
  • Esweg 9: Volgens het bestemmingsplan "Buitengebied 2000" heeft het perceel nog een agrarische bestemming. In het voorontwerpbestemmingsplan "Buitengebied 2012" wordt aan het perceel een woonbestemming toegekend met de aanduiding agrarische nevenactiviteiten (graszodenkweker). Er geldt nog een AMvB landbouw voor koeien (11), jongvee (9) en een paard. Hiervoor zal een minimale afstand van 50 meter in acht moeten worden gehouden;
  • Esweg 13: heeft inmiddels geen agrarische bestemming meer;
  • Esweg 15: Volgens het bestemmingsplan "Buitengebied 2000" heeft het perceel nog een agrarische bestemming. In het voorontwerpbestemmingsplan "Buitengebied 2012" wordt aan het perceel een woonbestemming toegekend met de aanduiding agrarische nevenactiviteiten, het betreft een heidekwekerij;
  • Bloemendaallaan 110: dit agrarische perceel komt te vervallen omdat hier het landgoed "De Wolfskamer" wordt gevestigd;
  • Bloemendaallaan 93: Betreft een agrarisch bedrijf met overwegend melkvee. Meestal wordt hierbij een afstand van 50 meter aangehouden. De afstand tot een dichtst bijgelegen geurgevoelig object is ruim 150 meter;
  • Bloemendaallaan 85, 87, 89: dit betreft een intensieve veehouderij met vleeskalveren, ongeveer 158 NGE. Binnen een afstand van 50 meter mogen geen geurgevoelig objecten worden gerealiseerd. De dichtst bijgelegen bestaande woning staat op een afstand van 130 meter. Het bestemmingsplan voorziet niet in een geurgevoelig object dichterbij dan de 130 meter.

De situering van geurgevoelige objecten vormen geen belemmering in de ontwikkelingsmogelijkheden van de bestaande agrarische bedrijven. Het aspect geur vormt geen belemmering voor de uitvoering van voorliggend plan.