direct naar inhoud van Artikel 9 Wonen
Plan: Esvelderbeekzone
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1173-0003

Artikel 9 Wonen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - agrarische nevenactiviteit' tevens voor bedrijfsmatige agrarische nevenactiviteiten door de bewoner van de woning;
  • c. het gebruik als omschreven in artikel 9.5.1.

met daarbij behorende

  • d. gebouwen;
  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • f. werken, geen bouwwerken zijnde;
  • g. tuinen, landschappelijke beplanting, erven en parkeerplaatsen.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend achter de voorgevelrooilijn worden gebouwd;
  • b. indien in een bestemmingsvlak een bouwvlak is aangegeven, mag uitsluitend worden gebouwd in het bouwvlak.
  • c. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'woongebouw' is uitsluitend één woongebouw toegestaan;
  • d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kleine woning' is uitsluitend één kleine woning toegestaan.

9.2.2 Woning

Voor het bouwen van woningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. per bestemmingsvlak mag niet meer dan één woning worden gebouwd, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', want daar geldt als maximum aantal woningen het aantal zoals op de verbeelding is aangegeven;
  • b. bij vervangende nieuwbouw dient de woning te worden gebouwd ter plaatse van de bestaande woning;
  • c. de inhoud van een woning mag niet meer bedragen dan 600 m3, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximum volume (m3)', want daar geldt de maximale inhoud zoals op de verbeelding is weergegeven;
  • d. de goothoogte van de woning mag niet meer bedragen dan 3,5 m, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)', want daar geldt de maximale goothoogte zoals op de verbeelding is weergegeven;
  • e. de bouwhoogte van de woning mag niet meer bedragen dan 10 m, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)', want daar geldt de maximale bouwhoogte zoals op de verbeelding is weergegeven;
  • f. onder een woning is een onderbouw toegestaan, waarbij geldt dat de ruimte tussen de onderzijde van de begane grondvloer en maaiveld meetelt voor de inhoud van de woning.

9.2.3 Woongebouw

Voor het bouwen van een woongebouw gelden de volgende bepalingen:

  • a. een woongebouw dient twee woningen te omvatten, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding: 'maximum aantal wooneenheden', want daar geldt als maximum aantal woningen het aantal zoals op de verbeelding is aangegeven;
  • b. bij vervangende nieuwbouw dient het woongebouw te worden gebouwd ter plaatse van het bestaande woongebouw;
  • c. de inhoud van een woongebouw mag niet meer bedragen dan 800 m3, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximum volume (m3)', want daar geldt de maximale inhoud zoals op de verbeelding is weergegeven;
  • d. een woongebouw dient een enkelvoudige hoofdvorm te hebben;
  • e. de goothoogte van het woongebouw mag niet meer bedragen dan 3,5 m, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)', want daar geldt de maximale goothoogte zoals op de verbeelding is weergegeven;
  • f. de bouwhoogte van het woongebouw mag niet meer bedragen dan 10 m, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouw bouwhoogte (m)', want daar geldt de maximale bouwhoogte zoals op de verbeelding is weergegeven;
  • g. onder een woongebouw is een onderbouw toegestaan, waarbij geldt dat de ruimte tussen de onderzijde van de begane grondvloer en maaiveld meetelt voor de inhoud van het woongebouw.

9.2.4 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de oppervlakte aan bijgebouwen per woning mag niet meer bedragen dan 80 m2, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. 'maximum oppervlakte (m2)', want daar geldt de maximale oppervlakte zoals op de verbeelding is weergegeven;
    • 2. 'specifieke vorm van wonen - agrarische nevenactiviteit', want daar geldt dat de oppervlakte niet meer mag bedragen dan de bestaande oppervlakte;
  • b. de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • c. de bouwhoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 6 m.

9.2.5 Kleine woning

Voor het bouwen van een kleine woning gelden de volgende bepalingen:

  • a. bij vervangende nieuwbouw dient de kleine woning te worden gebouwd ter plaatse van de bestaande kleine woning;
  • b. de inhoud van de kleine woning mag niet meer bedragen dan 350 m3;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m.
  • e. onder een kleine woning is een onderbouw toegestaan, waarbij geldt dat de ruimte tussen de onderzijde van de begane grondvloer en maaiveld meetelt voor de inhoud van de kleine woning.

9.2.6 Bijgebouwen bij kleine woning

Voor het bouwen van bijgebouwen bij een kleine woning gelden de volgende bepalingen:

  • a. de goothoogte mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • c. de totale oppervlakte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 40 m2, met dien verstande dat indien de bestaande oppervlakte groter is, die grotere oppervlakte als maximum geldt, mits de oppervlakte niet meer bedraagt dan 80 m2.

9.2.7 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer dan 6 m bedragen met dien verstande dat bij paardrijbakken geen lichtmasten zijn toegestaan;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
  • d. de oppervlakte van overkappingen telt mee bij de berekening van de oppervlakte aan bijgebouwen als bedoeld in artikel 9.2.4.

9.3 Nadere eisen
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
    • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • b. de verkeersveiligheid;
    • c. een goede milieusituatie;
    • d. de bereikbaarheid voor hulpdiensten;
    • e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    • f. de landschappelijke inpassing van de bebouwing;
    • g. architectonische en/of cultuurhistorische waarde van andere bebouwing;
    • h. een ongestoorde ligging van kabels en leidingen.

  • 2. Bij het stellen van nadere eisen is de procedure zoals weergegeven in artikel 18.1 van toepassing.

9.4 Afwijken van de bouwregels
  • 1. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 9.2.2, artikel 9.2.3 en/of artikel 9.2.5 voor wat betreft de plaats van de woning, het woongebouw en/of de kleine woning en toestaan dat vervangende nieuwbouw op een andere plaats plaatsvindt, mits:
    • a. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van aangrenzende gronden niet onevenredig worden geschaad;
    • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de milieusituatie.

  • 2. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 9.2.2 voor wat betreft de maximale goothoogte van een woning of woongebouw en toestaan dat de goothoogte niet meer dan 6 m bedraagt, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van landschap en beeldkwaliteit.

  • 3. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 9.2.2 voor wat betreft het toestaan dat binnen de inhoud van een woning een tweede zelfstandige wooneenheid wordt gerealiseerd, mits:
    • a. de tweede wooneenheid rechtstreeks ten dienste staat van een situatie waarin mantelzorg verleend wordt binnen de woning dan wel dat er sprake is van een zodanige relatie tussen de bewoners van de beide wooneenheden en van zodanige omstandigheden, dat in redelijkheid aannemelijk is dat men om reden van het mogelijk in de toekomst kunnen verlenen van mantelzorg in dezelfde woning wil wonen;
    • b. schriftelijke verklaringen worden overgelegd van de (hoofd)bewoners van beide wooneenheden waaruit blijkt dat er sprake is, of zo nodig zal zijn, van mantelzorg;
    • c. maximaal 35% van de totale vloeroppervlakte van de woning, tot ten hoogste 65 m2, wordt benut voor de tweede wooneenheid;
    • d. de woning waarin de tweede wooneenheid wordt gerealiseerd in visueel opzicht de uitstraling van één woning behoudt;
    • e. de woning waarin de tweede wooneenheid wordt gerealiseerd een toegelaten inhoud heeft van meer dan 350 m3.
    • f. er sprake is van sloop van gebouwen, met een oppervlakte van ten minste 300 m2, met dien verstande dat:
      • ter plaatse van de aanduiding of de aanduiding het aantal gesloopte m2 voor 125% meetelt in de berekening van de in het kader van deze wijzigingsbevoegdheid in te zetten sloopoppervlakte;
      • om aan de vereiste sloopoppervlakte te komen de sloopoppervlakte van meerdere locaties mag worden meegerekend;
      • monumentale bebouwing telt wel mee in de bepaling van de sloopoppervlakte maar mag niet worden gesloopt;
      • de te slopen gebouwen moeten zijn gelegen binnen het buitengebied van de gemeente Barneveld, dan wel binnen het reconstructiegebied Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, opgenomen in het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland op 22 december 2004 en 26 januari 2005, voor zover dit reconstructiegebied is gelegen binnen de provincie Gelderland;
      • verzekerd is dat herbouw van de gesloopte gebouwen niet mogelijk is.

  • 4. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 9.2.3 voor wat betreft het toestaan dat binnen de inhoud van een 'woongebouw' in plaats van twee woningen slechts één woning wordt gerealiseerd.

  • 5. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de artikelen 9.2.2, 9.2.3 of 9.2.5 voor wat betreft de maximale inhoud van een 'woning', een 'woongebouw' of een 'kleine woning' en toestaan dat een 'woning', 'woongebouw' of 'kleine woning' wordt gebouwd met een grotere inhoud tot maximaal 1.500 m3, mits:
    • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van landschap en beeldkwaliteit en mits de architectonische en/of cultuurhistorische waarden van de bebouwing niet in onevenredige mate worden geschaad;
    • b. sprake is van vermindering (door sloop) van gebouwen volgens onderstaande tabel:

Inhoud woning   Sloopeis  
Tot 1000 m3    2 m2 sloop voor iedere m3 vergroting  
Vanaf 1000 m3   4 m2 sloop voor iedere m3 vergroting  

met dien verstande dat:

      • om aan de vereiste sloopoppervlakte te komen de sloopoppervlakte van meerdere locaties mag worden meegerekend;
      • monumentale bebouwing telt wel mee in de bepaling van de sloopoppervlakte maar mag niet worden gesloopt;
      • de te slopen gebouwen moeten zijn gelegen binnen het buitengebied van de gemeente Barneveld, dan wel binnen het reconstructiegebied Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, opgenomen in het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland op 22 december 2004 en 26 januari 2005, voor zover dit reconstructiegebied is gelegen binnen de provincie Gelderland;
      • verzekerd is dat herbouw van de gesloopte gebouwen niet mogelijk is.

  • 6. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 9.2.4 of artikel 9.2.6 voor wat betreft de maximale oppervlakte aan bijgebouwen en toestaan dat een grotere oppervlakte aan bijgebouwen wordt gebouwd, mits:
    • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van landschap en beeldkwaliteit en mits de architectonische en/of cultuurhistorische waarden van de bebouwing niet in onevenredige mate worden geschaad;
    • b. sprake is van vermindering (door sloop) van bestaande gebouwen die behoort bij de betreffende woning waarbij geldt dat voor iedere 1 m2 nieuwbouw er 2 m2 sloop moet plaatsvinden;
    • c. de maximale gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen bij een woning bedraagt 400 m2,
      met dien verstande dat:
      • om aan de vereiste sloopoppervlakte te komen de sloopoppervlakte van meerdere locaties mag worden meegerekend;
      • monumentale bebouwing telt wel mee in de bepaling van de sloopoppervlakte maar mag niet worden gesloopt;
      • de te slopen gebouwen moeten zijn gelegen binnen het buitengebied van de gemeente Barneveld, dan wel binnen het reconstructiegebied Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, opgenomen in het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland op 22 december 2004 en 26 januari 2005, voor zover dit reconstructiegebied is gelegen binnen de provincie Gelderland;
      • verzekerd is dat herbouw van de gesloopte gebouwen niet mogelijk is.

9.5 Specifieke gebruiksregels
9.5.1 Gebruik overeenkomstig de bestemming

Als gebruik overeenkomstig de bestemming wordt aangemerkt:

  • 1. gebruik van ruimten binnen de 'woning', een 'woongebouw' of 'kleine woning' ten behoeve van de uitoefening van één of meer aan huis verbonden beroep, kleinschalig bedrijf en/of bed & breakfast, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
    • a. maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning of kleine woning, tot ten hoogste 60 m2 bij een 'woning' of een 'woongebouw' en 35 m2 bij een 'kleine woning' mag worden gebruikt voor de aan huis verbonden beroeps, kleinschalig bedrijf en/of bed & breakfast;
    • b. degene die de onder a. genoemde activiteiten in de 'woning', het 'woongebouw' of 'kleine woning' uitvoert, tevens de bewoner van deze woning dient te zijn;
    • c. vergunningplichtige of meldingsplichtige activiteiten ingevolge de Wet milieubeheer zijn niet toegestaan.

  • 2. het gebruik van grond als paardrijbak, mits:
    • a. de paardrijbak wordt gebruikt ten dienste van bewoners van de woning of een woongebouw;
    • b. de paardrijbak ligt binnen het bestemmingsvlak of aansluitend aan het bestemmingsvlak met inachtneming van het bepaalde in 9.5.1 aanhef en onder c;
    • c. de paardrijbak ligt achter de voorgevelrooilijn;
    • d. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 800 m2;
    • e. de afstand tot een woning van een derde niet minder dan 50 m bedraagt.

  • 3. het hobbymatig houden van vee.

  • 4. het gebruik van grond voor het plaatsen van zonnecollectoren, mits:
    • 1. de zonnecollectoren geplaats worden achter de voorgevelrooilijn
    • 2. de totale oppervlakte die gebruikt wordt voor het plaatsen van zonnecollectoren maximaal 150 m2 bedraagt.

9.6 Afwijken van de gebruiksregels
  • 1. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 9.5.1 ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, kleinschalig bedrijf en/of bed & breakfast in een bijgebouw, mits:
    • a. maximaal 25% van de totale vloeroppervlakte van de 'woning', het 'woongebouw' of de 'kleine woning' en de bijgebouwen wordt gebruikt voor het aan huis verbonden beroep, het kleinschalige bedrijf en/of bed & breakfast;
    • b. de totale gezamenlijke vloeroppervlakte die wordt aangewend voor het aan huis verbonden beroep of bedrijf niet meer bedraagt dan 60 m2 bij een 'woning' of 'woongebouw' en 35 m2 bij een 'kleine woning';
    • c. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van aangrenzende gronden niet onevenredig worden geschaad;
    • d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de milieusituatie.

  • 2. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 9.5.1 ten behoeve van het gebruik van grond als paardrijbak waarbij de paardrijbak ligt voor de voorgevelrooilijn, mits:
    • a. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van aangrenzende gronden niet onevenredig
    • b. kunnen worden geschaad;
    • c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de milieusituatie;
    • d. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige landschapswaarden, tenzij hieraan door het nemen van maatregelen voldoende tegemoet kan worden gekomen.

  • 3. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 9.1 en de stalling van caravans, campers en boten van derden toestaan, mits deze plaatsvindt in gebouwen.

9.7 Wijzigingsbevoegdheid
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding 'woongebouw' opnemen ten behoeve van de bouw van twee woningen in één gebouw, met inachtneming van het volgende:
    • a. de vestiging mag uitsluitend plaatsvinden in een rijksmonument of gemeentelijk monument;
    • b. de cultuurhistorische waarde van het gebouw mag niet worden aangetast;
    • c. er mag geen extra oprit worden aangelegd;
    • d. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van aangrenzende gronden mogen niet onevenredig worden geschaad.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - agrarische nevenactiviteit' verwijderen, indien de agrarische nevenactiviteiten zijn beëindigd.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Wonen wijzigen om de bouw van maximaal twee extra woningen (ten opzichte van het bestaande aantal woningen en/of kleine woningen) mogelijk te maken en daarbij de aanduiding 'woongebouw', de aanduiding 'aantal woningen' en/of aanduidingen opnemen over de oppervlakte aan bijgebouwen, met inachtneming van het volgende:
    • a. bij het nieuw te bouwen woongebouw mag maximaal 80 m2 bijgebouw per woning worden gebouwd;
    • b. het terrein dient te worden voorzien van een goede landschappelijke inpassing;
    • c. er moet sprake zijn van een clustering van gebouwen, waarbij de vorm van het nieuwe bestemmingsvlak is afgestemd op zowel het omringende landschap als de belangen van derden;
    • d. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van aangrenzende gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
    • e. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de milieusituatie;
    • f. er dient sprake te zijn van hetzij een combinatie van sloop en hergebruik van bestaande gebouwen, hetzij een combinatie van sloop en nieuwbouw, waarbij de te slopen oppervlakte gebouwen wordt bepaald op basis van de staffeling die in de onderstaande tabel is genoemd:

Minimaal te slopen bebouwing   Maximaal te realiseren woonbebouwing  
tenminste 1.000 m2   één woning met een inhoud van maximaal 600 m3  
tenminste 2.000 m2   één woongebouw met een inhoud van maximaal 800 m3 met daarin maximaal twee woningen  
tenminste 3.000 m2   twee vrijstaande woningen met elk een inhoud van maximaal 600 m3  

met dien verstande dat:

      • alle bebouwing dient te worden gesloopt, tenzij het een gebouw(en) betreft welke met toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ingezet voor hergebruik;
      • om aan de vereiste sloopoppervlakte te komen de sloopoppervlakte van meerdere locaties mag worden meegerekend;
      • bij de berekening van de sloopoppervlakte de bestaande woning (inclusief minimaal 80 m2 aan bijgebouwen) en indien aanwezig de 'kleine woning' (inclusief de bijgebouwen als aangegeven in de artikel 9.2.6) buiten beschouwing wordt gelaten;
      • monumentale bebouwing telt wel mee in de bepaling van de sloopoppervlakte maar mag niet worden gesloopt;
      • de te slopen gebouwen moeten zijn gelegen binnen het buitengebied van de gemeente Barneveld, dan wel binnen het reconstructiegebied Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, opgenomen in het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland op 22 december 2004 en 26 januari 2005, voor zover dit reconstructiegebied is gelegen binnen de provincie Gelderland;
      • verzekerd is dat herbouw van de gesloopte gebouwen niet mogelijk is.