direct naar inhoud van Artikel 6 Natuur
Plan: Esvelderbeekzone
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1173-0002

Artikel 6 Natuur

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de natuur(wetenschappe)lijke en de landschappelijke waarden;
  • b. houtproductie als gevolg van bos- en/of natuurbeheer;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. extensief recreatief medegebruik en educatief medegebruik;
  • d. (bestaande) infrastructurele voorzieningen en paden;
  • e. sloten, beken en daarmee gelijk te stellen waterlopen;
  • f. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • g. openbare nutsvoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • h. bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  • i. werken geen gebouwen zijnde.

6.2 Bouwregels
  • 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
  • 2. De bouwhoogte van terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen.
  • 3. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.

6.3 Nadere eisen
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
    • a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurwetenschappelijke waarden van de gronden;
    • b. de verkeersveiligheid;
    • c. een goede milieusituatie;
    • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    • e. architectonische en/of cultuurhistorische waarde van andere bebouwing;
    • f. een ongestoorde ligging van kabels en leidingen.
  • 2. Bij het stellen van nadere eisen is de procedure zoals weergegeven in artikel 18.1 van toepassing.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
    • a. het vergraven en egaliseren van gronden;
    • b. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters;
    • c. het kappen en/of rooien van bomen of ander houtgewas;
    • d. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakte verhardingen;
    • e. het aanbrengen van onder- en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
    • f. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief en/of educatief medegebruik;
    • g. het ophogen van gronden en aanleggen van (geluids)wallen;
    • h. werken en werkzaamheden die wijziging van de waterhuishouding of waterstand beogen of ten gevolge hebben, zoals uitdiepen, draineren en slaan van putten;
    • i. diepploegen, zijnde het extra diep - circa 0,4 m of meer - omploegen, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd.
  • 2. Het in artikel 6.4, eerste lid sub a, b en c vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
    • a. het normale onderhoud betreffen;
    • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.