Plan: | Donkervoorterweg I |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0203.1144-0003 |
Structuurvisie 2009
In de Structuurvisie 2009 die op 20 januari 2009 is vastgesteld staat de visie die het gemeentebestuur heeft op de lange termijn. Op grond van de verwachte ontwikkelingen maakt zij keuzes over hoe met deze ontwikkelingen om te gaan. De hoofdlijnen zijn:
Om de concentratie van bebouwing in en direct rond de kernen te bevorderen en om het buitengebied te behoeden voor verdere verdichting met onnodige bebouwing is het concentratiegebied voor woon- en bedrijfsbebouwing en voorzieningen in de onderscheiden kernen uitgangspunt. In beginsel dient de behoefte aan wonen, werken en voorzieningen dus op kern-niveau geaccommodeerd te worden. Inbreiding gaat voor uitbreiding. Voordat besloten wordt tot een substantiële uitbreiding van een kern met woon- of bedrijfsbebouwing worden de mogelijkheden tot het gebruik van bestaande ruimte of van het bebouwde gebied (inbreiding) onderzocht en zo mogelijk benut.
Het onderhavige plan betreft de legalisering van een las- en smeedbedrijf in het buitengebied waarbij het betreffende perceel herbestemd wordt en de bestemming beter zal passen bij het huidige gebruik. Gelet op voorgaande is overeenstemming met het beleid, zoals dat is neergelegd in de Structuurvisie 2009 van de gemeente Barneveld.
Regionale beleidsnotitie functieverandering en nevenactiviteiten
In deze beleidsnotitie staat de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied voorop. Het wonen wordt daarin gezien als een aantrekkelijke vervangende functie in het geval van stoppende of gestopte agrarische bedrijven. Het streekplan zet daarbij meer in op hergebruik van vrijkomende voormalige agrarische bedrijfsbebouwing. De regio opteert ook voor hergebruik van vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing, maar is van mening dat de bebouwingskarakteristiek van vrijgekomen agrarische bedrijfsgebouwen in de regio veelal zodanig is, dat hergebruik vanuit ruimtelijk en bouwkundig oogpunt niet wenselijk is. De lage en kwalitatief matige bebouwing van (voormalige) kalver-, varkens- of pluimveestallen is vaak ongeschikt om er nieuwe woon- of werkeenheden van te maken.
In veel gevallen is het slopen van deze opstallen en de nieuwbouw van één of meerdere wooneenheden de enige optie een qua beeldkwaliteit, welstand en bouweisen, geschikte woning te maken.
De regio staat een gelijkwaardige behandeling bij functiewijziging naar wonen en werken toe bij hergebruik van de bestaande gebouwen.
Bij nieuwbouw houdt de regio vast aan het uitgangspunt wonen vóór werken en daarbij gaat de voorkeur uit naar het tot stand brengen van meerdere wooneenheden in een woongebouw of in ten hoogste twee (geclusterde) woongebouwen. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval kan van dit uitgangspunt worden afgeweken.
De Regionale beleidsinvulling voor functieverandering naar werken gaat uit van een stappenplan. Dit stappenplan is gehanteerd om te bezien of onderhavig plan voor het perceel Donkervoorterweg 23 past binnen de regionale beleidsinvulling.
Stap 1: hergebruik
Op het perceel zijn reeds twee voormalig agrarische opstallen aanwezig. In deze opstallen bestaat bouwtechnisch gezien de mogelijkheid om deze te hergebruiken ten behoeve van het las en smeedbedrijf. Het aantal vierkante meters dat gebruikt mag worden voor het las en smeedbedrijf wordt berekend op basis van de onderstaande regeling.
hergebruik | te slopen bij hergebruik |
tot 500m2 | zelfde oppervlakte |
501 - 750m2 | tweemaal zoveel |
751 - 1.000m2 | driemaal zoveel |
In casu wordt 199m² gesloopt, wat voldoende is om de bestaande opstallen te hergebruiken met een oppervlakte van 264m2. Daarvan mag 184m2 worden gebruikt voor het las en smeedbedrijf en mag 80m2 als bijgebouw worden gebruikt.