direct naar inhoud van Artikel 6 Verkeer
Plan: Essenerweg VIII
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1134-0003

Artikel 6 Verkeer

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, straten en paden;
  • b. voet- en rijwielpaden;
  • c. parkeer-, groen- en speelvoorzieningen;
  • d. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
  • e. bermen;

met de daarbij behorende:

  • f. ter plaatse van de aanduiding 'geluidsscherm' ook voor een geluidsscherm;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'pad' alleen voor pad;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'spoorweg' ook voor spoorweg;
  • i. gebouwen ten behoeve van de spoorweg, ter plaatse van de aanduiding 'spoorweg';
  • j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'spoorweg' mag een gebouw uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. Het bebouwingspercentage binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' is weergegeven;
  • c. de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' is weergegeven.
6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
    • 1. de bouwhoogte van speeltoestellen mag niet meer dan 4 m bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van palen, masten en verwijsborden mag niet meer dan 9 m bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van een geluidsscherm mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is weergegeven;
    • 4. de bouwhoogte van fietsenstallingen mag niet meer dan 3 m bedragen;
    • 5. de bouwhoogte van overige bouwwerken mag niet meer dan 2 m bedragen.
6.3 Nadere eisen
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
    • a. de verkeersveiligheid;
    • b. de sociale veiligheid; en
    • c. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld.
  • 2. Bij het stellen van nadere eisen is de procedure zoals weergegeven in artikel 11.1 van toepassing.

6.4 Afwijken van de bouwregels
  • 1. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 25.2 ten behoeve van het bouwen van overige bouwwerken tot een bouwhoogte van 10 m;
  • 2. Het afwijken van de bouwregels kan slechts, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • b. de verkeersveiligheid.

6.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming Verkeer wordt gewijzigd in de bestemming Tuin.