direct naar inhoud van Artikel 9 Algemene aanduidingsregels
Plan: De Bonkelaar I
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1128-0003

Artikel 9 Algemene aanduidingsregels

9.1 Vrijwaringszone - Molenbiotoop

Ongeacht de bestemming zijn de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - Molenbiotoop' tevens bestemd voor de bescherming van de werking van de molen en de waarde van de molen als landschapsbepalend element.

9.1.1 Bouwregels

In afwijking van hetgeen in de bestemmingsregels is bepaald, geldt ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' dat niet hoger mag worden gebouwd dan:

  • a. binnen een afstand van 100 m van de molen: de bouwhoogte die gelijk is aan de hoogte van de onderste punt van de verticaal staande wiek van de molen;
  • b. buiten een afstand vanaf 100 m van de molen: de bouwhoogte genoemd onder a vermeerderd met 1/30 van de afstand tussen het bouwwerk en de molen.

Deze regels zijn niet van toepassing op bestaande bouwwerken.

9.1.2 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.1.1, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de molen omtrent de vraag of het bouwplan ter plaatse aanvaardbaar is in verband met de belangen van de molen.

9.1.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur;
    • 2. het ophogen van gronden;
    • 3. het beplanten van bomen, heesters en andere opgaande beplanting.
  • b. Het verbod uit artikel 9.1.3, sub a is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
    • 1. het normale onderhoud betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
  • c. De vergunning mag alleen en moet worden geweigerd indien verleend indien onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de molen.
9.2 Antennemast

Ongeacht de bestemming van de gronden is ter plaatse van de aanduiding 'Antennemast' één antennemast toegestaan.

9.2.1 Bouwregels

Voor het bouwen van een antennemast gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte bedraagt maximaal 40 m;
  • b. de afstand tot de meest nabij gelegen woning bedraagt minimaal twee maal de bouwhoogte van de mast;
  • c. de minimale afstand als bedoeld in sub b is niet van toepassing op bedrijfswoningen.

9.3 Evenemententerrein

9.3.1 Specifieke gebruiksregels

ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein' is maximaal 10 keer per jaar een evenement van niet meer dan 1 dag toegestaan en ten hoogste 1 keer per jaar een evenement van maximaal 10 dagen, exclusief het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement.

9.4 Geluidzone - Industrie

Ongeacht de bestemming zijn de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone – Industrie' tevens bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting op geluidsgevoelige objecten.

9.4.1 Bouwregels

In afwijking van hetgeen in de bestemmingsregels is bepaald, mogen ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone – Industrie' geen nieuwe (bedrijfs-)woningen worden gebouwd.

9.4.2 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 9.4.1 voor wat betreft (bedrijfs-)woningen, welke zijn toegestaan overeenkomstig de ter plaatse geldende bestemming, mits de bij de Wet geluidhinder toegestane geluidbelasting op de gevel (voorkeursgrenswaarde) niet wordt overschreden, dan wel gebruik kan worden gemaakt van een, voor de vaststelling van het plan, door het bevoegd gezag verleende hogere waarde, met inachtneming van de daarbij gestelde voorwaarden.

9.5 Geluidzone - Spoor

Ongeacht de bestemming zijn de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - Spoor' tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefmilieu.

9.5.1 Bouwregels

In afwijking van hetgeen in de bestemmingsregels is bepaald, mogen ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - Spoor' geen nieuwe (bedrijfs)woningen en andere in de zin van de Wet geluidhinder geluidsgevoelige gebouwen worden opgericht.

9.5.2 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 9.5.1 voor wat betreft gebouwen, welke zijn toegestaan overeenkomstig de ter plaatse geldende bestemming, mits de bij de Wet geluidhinder toegestane geluidbelasting op de gevel (voorkeursgrenswaarde) niet wordt overschreden, dan wel gebruik kan worden gemaakt van een, voor de vaststelling van het plan, door het bevoegd gezag verleende hogere waarde, met inachtneming van de daarbij gestelde voorwaarden.

9.6 Geluidzone - Weg

Ongeacht de bestemming zijn de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - Weg' tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefmilieu.

9.6.1 Bouwregels

In afwijking van hetgeen in de bestemmingsregels is bepaald, mogen ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - Weg' geen nieuwe (bedrijfs)woningen en andere in de zin van de Wet geluidhinder geluidsgevoelige gebouwen worden opgericht.

9.6.2 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 9.6.1 voor wat betreft gebouwen, welke zijn toegestaan overeenkomstig de ter plaatse geldende bestemming, mits de bij de Wet geluidhinder toegestane geluidbelasting op de gevel (voorkeursgrenswaarde) niet wordt overschreden, dan wel gebruik kan worden gemaakt van een, voor de vaststelling van het plan, door het bevoegd gezag verleende hogere waarde, met inachtneming van de daarbij gestelde voorwaarden.

9.7 Milieuzone - geurzone

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' geldt dat op die gronden geen geurgevoelige objecten mogen worden opgericht.

9.7.1 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat een aanduiding wordt gewijzigd of komt te vervallen, mits de desbetreffende bedrijfsactiviteit is gewijzigd of beëindigd, dan wel sprake is van wijziging in regelgeving of vergunningverlening.

a Afwegingskader

Een wijziging kan slechts worden vastgesteld mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de milieu- en/of externe veiligheidssituatie;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • c. de waarden en functies die het plan beoogt te beschermen.
9.8 Ondergronds bouwwerk

Ongeacht de bestemming van de gronden is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - ondergronds bouwwerk' ondergronds bouwen toegestaan.

9.8.1 Bouwregels

In afwijking van hetgeen in de bestemmingsregels is bepaald onder meer omtrent de oppervlakte van een bouwwerk, mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - ondergronds bouwwerk' een ondergronds bouwen worden gebouwd.

9.9 Specifieke vorm van cultuur en ontspanning - ondergrondse kegelbaan

Ongeacht de bestemming van de gronden is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - ondergrondse kegelbaan' tevens een ondergrondse kegelbaan toegestaan.

9.9.1 Bouwregels

In afwijking van hetgeen in de bestemmingsregels is bepaald onder meer omtrent de oppervlakte van een bouwwerk, mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - ondergrondse kegelbaan' een ondergrondse kegelbaan worden gebouwd.

9.10 Vrijwaringszone - Spoor

Ongeacht de bestemming zijn de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - Spoor' tevens bestemd voor het railverkeersbelang.

9.10.1 Bouwregels

In afwijking van hetgeen in de bestemmingsregels is bepaald, mogen ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone – Spoor' geen bouwwerken worden opgericht.

9.10.2 Afwijken van de bouwregels
  • a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 9.10.1 voor wat betreft het oprichten van:
    • 1. bouwwerken toegestaan op de als zodanig weergegeven bouwpercelen;
    • 2. bouwwerken, geen gebouw zijnde met een maximale bouwhoogte van 2 m;
    • 3. bebouwing ten behoeve van het beheer en onderhoud van het railverkeer binnen een afstand van 15 m uit de buitenste spoorstaaf, mits dit vanuit het oogpunt van veiligheid verantwoord wordt geacht;
    • 4. het oprichten van bouwwerken, geen gebouw zijnde, waaronder lichtmasten, verwijsborden en seinpalen ten behoeve van het railverkeersbelang, met een maximale bouwhoogte van 10 m;
  • b. een en ander indien het uitzicht in verband met het railverkeersbelang hierdoor niet wordt belemmerd, in verband waarmee gehoord wordt de spoorwegbeheerder.

9.10.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters;
    • 2. het aanbrengen van onder- en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
    • 3. het ophogen van gronden en aanleggen van (geluids)wallen.
  • b. Het verbod uit artikel 9.10.3, sub a onder 1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
    • 1. het normale onderhoud betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
  • c. De vergunning mag alleen en moet worden geweigerd indien verleend indien onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het railverkeersbelang.

9.11 Veiligheidszone - Bevi

Ongeacht de bestemming zijn de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone – Bevi' tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefmilieu.

9.11.1 Bouwregels

In afwijking van hetgeen in de bestemmingsregels is bepaald, mogen ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone – Bevi' geen kwetsbare objecten worden gebouwd.

9.11.2 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 9.11.1 voor wat betreft beperkt kwetsbare objecten, welke zijn toegestaan overeenkomstig de ter plaatse geldende bestemming, indien de veiligheid van deze objecten is gegarandeerd.

9.12 Veiligheidszone - lpg

Ongeacht de bestemming zijn de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' tevens bestemd voor het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van (beperkt) kwetsbare objecten vanwege het vulpunt lpg.

9.12.1 Bouwregels

In afwijking van hetgeen in de bestemmingsregels is bepaald, mogen ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' geen kwetsbare dan wel beperkt kwetsbare objecten worden opgericht, tenzij deze behoren tot de inrichting waartoe ook het vulpunt lpg behoort.

9.12.2 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 9.12.1 en toestaan dat beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, mits hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen.

9.13 Vrijwaringszone - Straalpad

Ongeacht de bestemming zijn de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - Straalpad' tevens bestemd voor de bescherming van een straalverbinding.

9.13.1 Bouwregels

In afwijking van hetgeen in de bestemmingsregels is bepaald, mag ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' niet hoger worden gebouwd dan daar is weergegeven.

9.13.2 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 9.13.1 voor wat betreft het oprichten van bebouwing overeenkomstig de ter plaatse geldende bestemming, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de functie van het straalpad, gehoord de beheerder van de straalverbinding.

9.14 Vrijwaringszone - Weg

Ongeacht de bestemming zijn de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - Weg' tevens bestemd voor het verkeersbelang.

9.14.1 Bouwregels

In afwijking van hetgeen in de bestemmingsregels is bepaald, mogen ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone – Weg' geen nieuwe bouwwerken worden opgericht.

9.14.2 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 9.14.1 voor wat betreft het oprichten van:

  • a. bouwwerken toegestaan op de als zodanig weergegeven bouwpercelen;
  • b. bouwwerken, geen gebouw zijnde met een maximale bouwhoogte van 2 m;
  • c. het oprichten van bouwwerken, geen gebouw zijnde, waaronder lichtmasten, verwijsborden en seinpalen ten behoeve van het verkeersbelang, met een maximale bouwhoogte van 10 m.

9.14.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters;
    • 2. het aanbrengen van onder- en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
    • 3. het ophogen van gronden en aanleggen van (geluids)wallen.
  • b. Het verbod uit artikel 9.14.3, sub a onder 1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
    • 1. het normale onderhoud betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
  • c. De vergunning mag alleen en moet worden geweigerd indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan verkeersbelang.