direct naar inhoud van 6.5 Terugkerende thema's
Plan: Buitengebied 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1056-0004

6.5 Terugkerende thema's

Er zijn een aantal thema's die in verschillende bestemmingen terugkomen. Deze thema's worden daarom in deze paragraaf toegelicht.

Functieverandering

De verwachting is dat de komende jaren, net als in de voorgaande periode, veel agrarische bedrijven zullen stoppen. Er komen veel stallen en andere bedrijfsgebouwen leeg te staan. De gemeente wil aan deze gebouwen een nieuwe passende functie kunnen geven. Hierbij kan worden gedacht aan nieuwe woningen, diverse vormen van bedrijvigheid, recreatieve of maatschappelijke functies en verbredingsmogelijkheden voor wonen en werken. In het bestemmingsplan is daarom een aantal wijzigingsbevoegdheden opgenomen.

Belangrijke voorwaarde bij de betreffende wijzigingsbevoegdheden is de sloopregeling. Wanneer er meer mogelijk wordt gemaakt dan het herbestemmen van de (dan voormalige) bedrijfswoning, dan wordt als eis gesteld dat alle overtollige bebouwing wordt gesloopt. Afhankelijk van de omvang van de nieuwe functie is de minimale sloopeis hoger of lager. Een voorbeeld: een agrarisch bedrijf stopt en wil op de kavel twee vrijstaande woningen terugbouwen. Er moet dan minimaal 3.000 m2 bebouwing worden gesloopt. Het is ook mogelijk om (deels) te slopen op andere locaties, er moet dan wel gegarandeerd zijn dat er niet opnieuw agrarische bebouwing kan worden opgericht. Andere voorwaarden zijn onder meer een verkleining van het bestemmingsvlak, een goede landschappelijke inpassing en er moet zijn aangetoond dat geen onaanvaardbare milieusituatie ontstaat. Wat betreft de vorm en de inrichting van het erf (inclusief de positionering van de woningen en bijgebouwen) geldt dat ruimtelijke kwaliteit en de compactheid van het erf de uitgangspunten zijn. In principe ligt het nieuwe erf binnen de grenzen van het voormalige agrarische bouwvlak, maar op basis van de specifieke lokale situatie kan hiervan worden afgeweken wanneer voldaan wordt aan de genoemde principes en er geen milieutechnische knelpunten ontstaan. Een nieuwe woning ter compensatie van de sloop mag niet in het landbouwontwikkelingsgebied worden gebouwd. Hiervoor is een afzonderlijke planologische procedure nodig.

In de extensiveringsgebieden zijn de sloopeisen minder zwaar dan in de andere gebieden. Dit is gedaan om in de extensiveringsgebieden de hinder van agrarische bedrijven te beperken. Door de minder zware sloopeisen wordt in deze gebieden bedrijfsbeëindiging meer gestimuleerd.

Bij functieverandering naar werken is een onderscheid gemaakt voor 'gebiedspassende bedrijven' en 'gebiedsgebonden bedrijven'. Gebiedspassende bedrijven zijn kleinschalige bedrijven die op zich horen op een bedrijventerrein of binnen de bebouwde kom, maar die ruimtelijk verantwoord passen of in te passen zijn in de (delen van) het buitengebied. Gebiedsgebonden bedrijven zijn bedrijven die vanuit de aard van hun bedrijfsvoering in beginsel geplaatst kunnen worden in (bepaalde delen van) het buitengebied, dan wel die vanouds aan het buitengebied gerelateerd worden. Deze bedrijven hebben naar hun aard een zekere relatie met het buitengebied en/of vanuit de historie een plek gevonden heeft in het buitengebied. Onder deze categorie schaart de regio ook agrarische verwante bedrijven (ook wel landelijke bedrijven genoemd).

Bij gebiedspassende bedrijven geldt de volgende gestaffelde sloopregeling. Hierbij is sprake van een oplopende sloopeis.

Hergebruik of terugbouw   Te slopen bij hergebruik   Te slopen bij nieuwbouw  
Tot 500 m2   Dezelfde oppervlakte   Tweemaal zoveel  
Vanaf 501 - 750 m2   Tweemaal zoveel   Driemaal zoveel  
Vanaf 751 - 1.000 m2   Driemaal zoveel   Viermaal zoveel  

Voor het berekenen van de sloopcompensatie is leidend hoeveel m2 er uiteindelijk op het perceel wordt gerealiseerd. Een voorbeeld: Voor een bestaand bedrijf is in het bestemmingsplan bij recht 480 m2 toegestaan. Het bedrijf wil met nieuwbouw uitbreiden tot 700 m2. Het bedrijf dient voor het uiteindelijke totaal aan bedrijfsoppervlakte voor de eerste bestaande meters bedrijfsoppervlakte tot 500 m2 een sloopoppervlakte van 40 m2 te leveren (500 - 480 = 20 x 2 = 40 m2). De oppervlakte van de bedrijfsvoering die valt in de categorie van 501 m2 naar 750 m2 dient driemaal te worden gecompenseerd (700 - 500 = 200 x 3 = 600 m2). Voor het bedrijf dat wil uitbreiden naar een oppervlakte van 700 m2 betekent dit dat er een compensatie aan sloopoppervlakte gerealiseerd moet worden van in totaal 640 m2. De compenserende sloop gaat dus niet over het aantal m2 dat al aanwezig is.

Staffeling over totale oppervlakte  
   
bestaand:   480 m2  
te compenseren m2 700 - 480 =   220 m2  
   
staffeling: 480 tot 500 = 20 x 2 =   40 m2  
staffeling: 501 tot 700 = 200 x 3 =   600 m2  
sloopeis:   640 m2  

Bij gebiedsgebonden bedrijven geldt:

  • Bij hergebruik: zelfde oppervlak slopen (dus 1 m2 sloop voor 1 m2 hergebruik).
  • Bij nieuwbouw: 2x zoveel als het nieuwe oppervlak slopen (dus 2 m2 sloop voor 1 m2 bruto vloeroppervlak).

Voor de gebiedsgebonden bedrijven wordt de bovenstaande sloopeis gehanteerd omdat dergelijke bedrijven in het buitengebied een grotere ruimtelijke aanvaardbaarheid hebben ten opzichte van de gebiedspassende bedrijven. Het gaat immers om bedrijven die in beginsel in het buitengebied kunnen worden geplaatst en om bedrijven die aan het buitengebied kunnen worden gerelateerd.

Bij functieverandering wordt nieuwe ruimtelijke kwaliteit gerealiseerd, waardoor ruimtelijke en maatschappelijke winst ontstaat. Dit gebeurt door investeringen in de kwaliteit van het buitengebied. Die investeringen lopen via het Ontwikkelingsfonds Platteland en hebben betrekking op landbouw, natuur, landschap, cultuurhistorie en archeologie, milieu en water, recreatie en sociaal economische revitalisering. De middelen uit dit fonds moeten aan meerdere doelen en thema’s worden besteed zodat een evenwichtig plattelandsontwikkelingsprogramma wordt opgebouwd en uitgevoerd.

Mantelzorg

In het voorliggende bestemmingsplan is voor zowel woningen, als bedrijfswoningen een afwijkingsmogelijkheid opgenomen waarmee een tweede zelfstandige wooneenheid voor mantelzorg mogelijk wordt gemaakt. De afwijkingsmogelijkheid is gekoppeld aan onder andere een sloopeis. De voorwaarden staan beschreven in de afwijkingsmogelijkheid voor de bouwregels in de bestemmingen waar dit relevant is. Mantelzorg is niet toegestaan binnen de bestemmingen 'Recreatie - Recreatiewoning' en 'Wonen - Voormalige recreatiewoning'. Ook wordt mantelzorg niet mogelijk gemaakt in woningen die een toegestane maximale inhoud hebben van 350 m3.

Aan huis verbonden beroepen of kleinschalig bedrijf, bed & breakfast

Binnen zowel woningen, kleine woningen, woongebouwen als bedrijfswoningen is onder voorwaarden een aan huis verbonden beroep of kleinschalig bedrijf en/of bed and breakfast bij recht toegestaan. Bij de relevante bestemmingen staan de voorwaarden beschreven onder de kop 'Gebruik overeenkomstig de bestemming'.

Een aan huis verbonden beroep of kleinschalig bedrijf is niet toegestaan binnen de bestemmingen 'Recreatie - Recreatiewoning' en 'Wonen - Voormalige recreatiewoning'. Bed and breakfast is niet mogelijk binnen de bestemmingen 'Recreatie - Recreatiewoning' en 'Wonen - Voormalige recreatiewoning', gelet op het kleinschalige oppervlak van de woning.

De bewoner van de woning mag in de woning een aan huis verbonden beroep, kleinschalig bedrijf (bijvoorbeeld een praktijk- of kantoorruimte) en/of bed and breakfast uitoefenen. In totaal mag hiervoor worden gebruikt maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning, met een maximum van 60 m2. Bij een kleine woning geldt een maximum van 35 m2. De oppervlakte is beperkt om te garanderen dat deze functies ondergeschikt zijn en blijven aan de hoofdfunctie wonen. Om overlast en hinder te voorkomen zijn activiteiten waarvoor een melding of vergunning op basis van de milieuwetgeving vereist is, niet toegestaan. De gemeente wil met deze voorwaarden voorkomen dat er nieuwe bedrijven ontstaan in het buitengebied. Via een afwijking van de gebruiksregels mag een aan huis verbonden beroep of bedrijf en bed and breakfast ook in een bijgebouw worden gerealiseerd.

Paardrijbakken

Bij de woning is een paardrijbak (onoverdekte rijbak) voor privé- en hobbymatig gebruik door de bewoners toegestaan.

De afmeting van de paardrijbak bedraagt maximaal 20 bij 40 meter. De paardrijbak is toegestaan binnen alle bestemmingsvlakken en/of bouwvlakken waarin een woning of een bedrijfswoning is toegestaan. Een paardrijbak is onder voorwaarden tevens toegestaan direct aansluitend aan het bestemmingsvlak waarin de woning zich bevindt. Een paardrijbak die aansluitend aan een bestemmingsvlak of bouwvlak wordt gerealiseerd ligt in de bestemming 'Agrarisch'. De voorwaarden die gelden voor een paardrijbak in de bestemming 'Agrarisch' staan dan ook vermeld in de regels van de bestemming 'Agrarisch'.

De paardrijbak moet achter de voorgevelrooilijn worden aangelegd. Om hinder naar buren te voorkomen of te beperken is de minimale afstand tussen de paardrijbak en een woning van een derde minimaal 50 meter. Via een afwijking van de bouwregels is het mogelijk de paardrijbak voor de voorgevelrooilijn te plaatsen. Voorwaarde is dat de belangen van gebruikers/eigenaars van aanliggende gronden niet onevenredig worden geschaad en dat er geen onevenredige aantasting van de milieusituatie plaatsvindt. Hieronder wordt in ieder geval verstaan dat het woon- en leefklimaat (geur, geluid, stof en dergelijke) niet verslechtert en dat wordt voldaan aan de geldende milieuregels. Ook moet rekening worden gehouden met de aanwezige landschapswaarden.

Zonne-collectoren

Op basis van nationale wetgeving is het mogelijk om zonne-collectoren op daken te plaatsen. In het buitengebied van de gemeente Barneveld wil de gemeente ook het plaatsen van zonne-collectoren op maaiveld in (beperkte vorm) mogelijk maken. Dit wordt gedaan om een mogelijkheid te bieden voor situaties waarin het plaatsen zonne-collectoren op het dak niet gewenst is. Hierbij kan gedacht worden aan monumentale gebouwen en/of gebouwen met een rieten dak.

Het voorliggende bestemmingsplan biedt mogelijkheden om bij recht zonne-collectoren binnen een bouwvlak (bijvoorbeeld bij een agrarisch bedrijf) of bestemmingsvlak (bijvoorbeeld bij een woning) te realiseren. Daarnaast bevat het bestemmingsplan een afwijkingsmogelijkheid voor het gebruik om zonne-collectoren te bouwen op agrarische grond aansluitend aan een bestemmingsvlak voor bijvoorbeeld de bestemming 'Wonen'. Hierbij worden eisen gesteld aan zowel de plaats van de zonne-collectoren als de landschappelijke inpassing van deze zonne-collectoren. Bij agrarische bedrijven geldt dat het plan flexibiliteitsbepalingen bevat waarmee de vorm en/of de grootte van het bouwvlak kan worden aangepast, die ook kan worden gebruikt voor het plaatsen van zonne-collectoren. Wat betreft de bouwregels worden zonne-collectoren beschouwd als overige bouwwerken geen gebouw zijnde. Dit betekent onder andere dat zonne-collectoren buiten een bouwvlak of bestemmingsvlak maximaal 2 meter hoog mogen zijn.

Kleine woning

Op sommige locaties staan nog voormalige noodwoningen. In het verleden is een deel van deze woningen gelegaliseerd. Deze woningen zijn door middel van de aanduiding 'kleine woning' positief bestemd. Voor deze woningen is een afwijkende maatvoering opgenomen in de bouwbepalingen. De inhoud van deze woningen mag niet meer bedragen dan 350 m3. De goot- en nokhoogte van de woning bedraagt maximaal 3,5 respectievelijk 6 meter. Bij de kleine woning is 40 m2 bijgebouwen toegestaan. Vervangende nieuwbouw is toegestaan, de woning moet dan wel op dezelfde plek worden teruggebouwd. Via een afwijking van de bouwregels is een andere plek onder voorwaarden toegestaan. De kleine woning kan onder voorwaarden worden vergroot, als er ook overtollige bebouwing wordt gesloopt.