Plan: | Buitengebied 2012 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0203.1056-0003 |
Algemeen
De bestaande verblijfsrecreatieve terreinen zijn bestemd tot 'Recreatie - Verblijfsrecreatie'. Het gaat dan om de terreinen met recreatiemiddelen als kampeermiddelen, stacaravans en recreatiewoningen.
Met uitzondering van een aantal tweedewoningenterreinen, is bedrijfsmatige exploitatie van de terreinen verplicht. Bedrijfsmatige exploitatie is het via een centrale organisatie verhuren van de standplaatsen, stacaravans of recreatiewoningen op het terrein. Het doel is om alle plaatsen beschikbaar te stellen en te houden voor de recreant en toerist. Voor terreinen met uitsluitend bedrijfsmatige exploitatie (dus de recreatiebedrijven) is de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatiebedrijf ... (nummer)' opgenomen. Op deze terreinen is uitsluitend recreatief verblijf toegestaan. Per terrein is uitsluitend één bedrijf toegestaan om afsplitsingen en het ontstaan van nieuwe terreinen/bedrijven en bijbehorende voorzieningen te voorkomen.
Voor terreinen met bedrijfsmatige exploitatie is met een aanduiding aangegeven welk type recreatiebedrijf is toegestaan:
specifieke vorm van recreatie - recreatiebedrijf 1 | recreatief verblijf in kampeermiddelen en groepsaccommodaties |
specifieke vorm van recreatie - recreatiebedrijf 2 | recreatief verblijf in recreatiewoningen en groepsaccommodaties |
specifieke vorm van recreatie - recreatiebedrijf 3 | recreatief verblijf in kampeermiddelen, stacaravans en groepsaccommodaties |
specifieke vorm van recreatie - recreatiebedrijf 4 | recreatief verblijf in kampeermiddelen, stacaravans en recreatiewoningen en groepsaccommodaties |
In de planregels is per terrein aangegeven hoeveel stacaravans en recreatiewoningen zijn toegestaan.
Het maximum aantal stacaravans en kampeermiddelen per terrein wordt aan de hand van een formule berekend. Het aantal staat daarmee in verhouding tot de omvang van het terrein. De formule geldt niet wanneer in de planregels een maximum aantal stacaravans is genoemd, hier is dan uitsluitend het bestaande aantal stacaravans toegestaan. Binnen het terrein en de toegestane aantallen kampeermiddelen, stacaravans en recreatiewoningen is de ondernemer verder vrij om het terrein naar eigen inzicht in te richten en af te stemmen op de gewenste doelgroep.
Centrale voorzieningen
Centrale voorzieningen zijn voorzieningen op verblijfsrecreatieterreinen voor de gasten en bedrijfsvoering. Hierbij kan worden gedacht aan receptie, kantoor, kantine, zwembad, sport- en spelvoorzieningen, wellnessfaciliteiten, sanitaire voorzieningen en gebouwen voor beheer en onderhoud. In de planregels is per type voorziening de maximaal toegestane oppervlakte bebouwing aangegeven. De goot- en nokhoogte van deze bedrijfsgebouwen bedraagt maximaal 3,5 respectievelijk 6,5 meter.
Via een afwijking van de bouwregels is het mogelijk om de toegestane oppervlakte bedrijfsbebouwing uit te breiden met maximaal 50% van de in de bouwregels toegestane oppervlaktes. De bedrijfseconomische noodzaak moet hiervoor zijn aangetoond door de ondernemer. Een bedrijfsplan moet hiervoor de onderbouwing bieden.
Medegebruik van de voorzieningen door personen die geen recreatief nachtverblijf op het terrein hebben, is toegestaan. Het draagvlak voor deze voorzieningen neemt hiermee toe en terreinen kunnen onderling afspraken maken over het medegebruiken van elkaars voorzieningen. Zo kan bijvoorbeeld het exploiteren van een zwembad rendabel(er) gemaakt worden.
Stacaravans, recreatiewoningen en trekkershutten
In de bouwbepalingen zijn de maten voor stacaravans, recreatiewoningen, bijgebouwen bij recreatiewoningen en stacaravans en trekkershutten opgenomen. In verband met de brandveiligheid is ook een minimale onderlinge afstand opgenomen.
Bedrijfswoning
Per bedrijf is één bedrijfswoning met bijgebouwen toegestaan. De bedrijfswoning is bestemd voor de huisvesting van de eigenaar of beheerder van het terrein, met het doel toezicht te kunnen houden en in noodgevallen snel ter plaatse te kunnen zijn. Als er in de huidige situatie al een groter aantal bedrijfswoningen aanwezig is, dan is dat aantal toegestaan en weergegeven op de verbeelding. De inhoud van de bedrijfswoning bedraagt maximaal 750 m3, inclusief de onderbouw voor zover deze boven het maaiveld uitkomt. Onder een bedrijfswoning is een onderbouw toegestaan, waarbij geldt dat bij vergunningsvrije aanbouwen en bijbehorende bouwwerken van woningen niet vergunningsvrij mogen worden voorzien van een onderbouw. Met de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is aangegeven dat er op een bepaald perceel geen bedrijfswoning is toegestaan.
Andere inrichting/invulling van het terrein
De gemeente wil dat ondernemers kunnen inspringen op veranderende wensen van recreanten en de markt. Het kan nodig zijn om het terrein te vernieuwen of anders in te richten. In het bestemmingsplan zijn daarom verschillende mogelijkheden opgenomen die een andere inrichting van het terrein mogelijk maken. Er zal dan vaak sprake zijn van een integraal plan voor het hele of een deel van het terrein.
Zo is het mogelijk om na afwijking een omgevingsvergunning te krijgen voor verkleining van de afstand tussen bebouwing en bestemmingsgrens, verruiming van de maximale goothoogte voor gebouwen voor centrale voorzieningen en de bedrijfswoning, het aaneenbouwen van maximaal 4 recreatiewoningen, verkleining van de minimale afstand van recreatiewoningen ten opzichte van elkaar of ten opzichte van stacaravans en verruiming van de maximale oppervlakte en inhoud van recreatiewoningen.
Ook zijn in het plan mogelijkheden opgenomen om na afwijking een omgevingsvergunning te krijgen het bouwen van bijzondere vormen van recreatieverblijven, zoals bijzondere recreatiewoningen of trekkershutten met een grotere goothoogte en/of bouwhoogte of een bijzonder recreatief verblijf in de vorm van een boomhut.
Vergroting van de maximale maten van recreatiewoningen is mogelijk via een wijzigingsbevoegdheid. De oppervlakte, goothoogte, bouwhoogte, het aantal bouwlagen en de inhoud van recreatiewoningen kunnen worden verruimd door middel van toepassing van de betreffende wijzigingsbevoegdheid.
Uitbreiden van het aantal recreatiewoningen
De gemeente wil via een wijzigingsbevoegdheid de mogelijkheid bieden om op een deel van de recreatieterreinen nieuwe recreatiewoningen toe te staan. Zo kunnen terreinen worden vernieuwd of kan worden ingespeeld op een veranderende markt. Voor het maximale aantal recreatiewoningen is in de regels een formule opgenomen. De formule is gekoppeld aan de grootte van het bestemmingsvlak. Maximaal de helft van het terrein mag worden ingericht met recreatiewoningen. Hiervoor gelden een aantal voorwaarden. Zo moet de ondernemer aantonen dat sprake zal van een bedrijfsmatige exploitatie die continu wordt voortgezet. Ook moet worden aangetoond dat de bouw van de recreatiewoningen een toegevoegde waarde heeft voor het bestaande recreatieve product en dat er in de regio behoefte is aan deze recreatiewoningen. Vanuit bedrijfseconomisch oogpunt dient aangetoond te worden dat de realisatie van de recreatiewoningen bijdraagt aan het exploitabel houden van het terrein: uit de inkomsten kunnen bijvoorbeeld investeringen in andere delen van het terrein of de voorzieningen worden gedaan. Er wordt dan een kwaliteitsverbetering van het gehele terrein bereikt. Deze hiervoor genoemde punten kunnen in een bedrijfsplan worden toegelicht. Daarnaast moet het terrein worden voorzien van een goede landschappelijke inpassing en uit een natuurtoets moet blijken dat er geen sprake is van significant negatieve effecten op de natuurwaarden.
Deze mogelijkheid geldt voor de terreinen in de categorieën 2, 3 en 4, met uitzondering van nader benoemde terreinen.