Plan: | De Burgt - Veller e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0203.1014-0003 |
De Wet op de archeologische monumentenzorg (2007) vraagt van gemeenten in de voorbereidingsfase van nieuwe bestemmingsplannen of bij ontheffingen op bestaande plannen, de archeologische verwachtingswaarde in de bodem te (laten) onderzoeken.
Het grootste deel van het plangebied heeft een 'lage archeologische verwachtingswaarde'. Met name in het middengebied en aan de oostzijde geldt een 'middelmatige' en 'hoge verwachtingswaarde'. Verder ligt aan de westzijde een aantal gebieden met een 'hoge verwachtigswaarde'.
De gemeenteraad heeft op 28 september 2010 besloten hoe per archeologische verwachtingswaarde moet worden omgegaan met archeologie. Er is besloten dat bij de zone 'lage verwachtingswaarde' nader archeologisch onderzoek noodzakelijk is bij een oppervlakte vanaf 10.000 m² voor grondverstorende werkzaamheden dieper dan 30 cm. Bij de zone 'middelmatige verwachtingswaarde' geldt dat nader archeologisch onderzoek noodzakelijk is bij een oppervlakte vanaf 1.000 m² voor grondverstorende werkzaamheden dieper dan 30 cm. In zones met een hoge archeologische verwachtingswaarde geldt dat een onderzoek noodzakelijk is bij een oppervlakte vanaf 250 m² voor grondverstorende werkzaamheden dieper dan 30 cm. Valt een perceel binnen een historische dorpskern dan is het nodig dat in deze zone archeologisch onderzoek nodig is in plangebieden groter dan 100 m² bij bodemingrepen dieper dan 30 cm.
Het (bureau)onderzoek moet uitwijzen of er daadwerkelijk archeologische waarden verwacht kunnen worden of in de bodem zitten. Hiermee wordt voorkomen dat archeologische waarden worden vernietigd.
De afgelopen jaren zijn in Barneveld veel onderzoeken uitgevoerd. Indien het advies indertijd luidde om het plangebied vrij te geven is dit vertaald in het bestemmingsplan door hier de dubbelbestemming niet op te leggen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat deze begrenzingen soms afwijken van de archeologische beleidskaart. Dit is het gevolg van de onnauwkeurigheid van het landelijke registratiesysteem waarvan voor de gemeentelijke beleidskaart gebruik is gemaakt. In een beperkt aantal situaties is wel gebruik gemaakt van het landelijke systeem, namelijk wanneer er geen rapport beschikbaar was.
Hoe dit verder wordt vertaald in het bestemmingsplan is te lezen in paragraaf 6.1 Juridische aspecten.
Bij historische (steden)bouwkundige waarden gaat het om gebouwde elementen met bijzondere betekenis zoals molens, bruggen, kastelen of hele dorpen en binnensteden. In het plangebied liggen een aantal gemeentelijke monumenten, welke in tabel 5 worden weergegeven.
Adres | Geplaatst op | Objecten | |
Nederwoudseweg nr.25 | 30-6-2010 | Hallehuisboerderij + hooiberg | |
Nederwoudseweg nr.68-70 | 30-6-2010 | Voorhuis, 2 veeschuren + schuur | |
Woudseweg nr.18 | 30-6-2010 | Boerderij met div. groenelementen |
Tabel 2 Gemeentelijke monumenten
Nederwoudseweg 25
Het erf is door de aanwezigheid van de boerderij, de grote veeschuren, de bomenlaan, de hooiberg, de erfbeplanting en de weide aan de voorzijde een markant en vrij gaaf historisch ensemble, met een belangrijke beeldwaarde voor zijn omgeving, een beeldbepalend element voor de Nederwoudseweg en de restanten van het agrarische landschap aan de zuidrand van Barneveld.
Afbeelding 29 Laan naar boerderij 'De Burgt' Afbeelding 30 Erf 'De Burgt'
Nederwoudseweg 68-70
Het erf is door de aanwezigheid van de boerderij, de grote veeschuren, de bomenlaan en de erfbeplanting een markant en vrij gaaf historisch ensemble, met een grote beeldwaarde voor zijn omgeving, een beeldbepalend element voor de Nederwoudseweg en de restanten van het agrarische landschap aan de zuidrand van Barneveld.
Afbeelding 31 Vogelvluchtfoto 1960 Afbeelding 32 Erf 'Groot Butzelaar'
Woudseweg 18
Als geheel heeft het erf met boerderij historische waarde, omdat het complex een goede verwijzing vormt naar de vroegere agrarische activiteiten in dit deel van de gemeente. Door het gave karakter en de in hoofdzaak nog historische invulling van het erf met onder meer een moes- en siertuin en diverse oude bomen weerspiegelt het complex op een goed herkenbare wijze de vroegere landbouwactiviteiten.
Afbeelding 33 Vooraanzicht Woudseweg 18 Afbeelding 34 Zij-aanzicht Woudseweg 18
De in het plangebied voorkomende monumenten en bijbehorende gronden zijn op de verbeelding niet als gemeentelijk monument aangeduid. De reden hiervoor is dat de aanduiding van monumenten op de verbeelding geen verdere juridische betekenis heeft. De bescherming van monumenten geschiedt op basis van de Monumentenwet 1988, de Monumentenverordening 2003, en de regeling van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Het zuiden van Barneveld was een kleinschalige kampenlandschap met vele kleine en grote kampen en essen, dat werd doorsneden door verschillende kleine beken, zoals de Flierbeek en de Barneveldse Beek. Het kampenlandschap bestond uit een onregelmatige blokverkaveling met daartussen een onregelmatig wegenpatroon. Binnen het plangebied waren de Nederwoudseweg en de Lunterseweg oude structuren en verbindingswegen tussen Barneveld en respectievelijk buurtschap Nederwoud en Lunteren. Kenmerkend voor de boerenbedrijven was de gemengde bedrijfsvoering van akkerbouw en veeteelt. Ieder kamp bestond uit een boerenerf met akkers en weidegronden.