direct naar inhoud van 8.2 Inspraak en bestuurlijk overleg bestemmingsplan Jan de Jagerweg en omgeving
Plan: Voorthuizen-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1005-0004

8.2 Inspraak en bestuurlijk overleg bestemmingsplan Jan de Jagerweg en omgeving

Het voorontwerpbestemmingsplan Jan de Jagerweg en omgeving heeft van 4 mei 2007 tot en met 14 juni 2007 ter inzage gelegen. Tijdens deze termijn zijn inspraakreacties ingediend. De bestemmingsplanprocedure is stopgezet in verband met ontwikkelingen omtrent het digitaliseringproces van het bestemmingsplan. De inspraakreacties zijn op dat moment dan ook niet beoordeeld. De indieners van de inspraakreacties zijn hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Daarnaast is aangegeven dat het bestemmingsplan Jan de Jagerweg en omgeving wordt opgenomen in het bestemmingsplan Voorthuizen-Oost. De ingediende inspraakreacties worden meegenomen in dit nieuwe bestemmingsplan. Deze notitie, waarvan de tekst hieronder integraal is opgenomen, heeft niet de formele status van verslag van inspraak. De notitie is niet vastgesteld door het bevoegde bestuursorgaan.

Daarnaast is het bestemmingsplan aan instanties voorgelegd in het kader van artikel 10 Bro-overleg.

Inspraak

In totaal zijn zeven reacties op het voorontwerp ingekomen. Hierna volgen de samenvattingen en de beoordelingen van de zeven reacties. De persoonsgegevens zijn weggelaten in verband met de Wet bescherming persoonsgegevens.

  • 1. Samenvatting

In het voorontwerp heeft het perceel Harremaatweg 2 een woonbestemming, terwijl in het geldende bestemmingsplan de bestemming “Verzorgende bedrijven” van toepassing is.

Beoordeling

In het geldende bestemmingsplan Voorthuizen heeft het perceel de bestemming “Verzorgende bedrijven”. Bij conserverende bestemmingsplannen wordt over het algemeen de bestaande bestemming overgenomen. In dit geval betekent dit dat een woonbestemming niet de juiste bestemming is. Het plangebied Jan de Jagerweg en omgeving wordt opgenomen in het bestemmingsplan Voorthuizen-Oost.

In het bestemmingsplan Voorthuizen-Oost zal de bestemming “Bedrijf” opgenomen worden. Bij het opstellen van het bestemmingsplan Voorthuizen-Oost hebben wij de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2008 (SVBP) in acht genomen. Dit is een nieuwe landelijke norm die onderdeel uitmaakt van de Regeling standaarden ruimtelijke ordening. De bestemming “Verzorgende bedrijven” komt niet voor in de hoofdgroepen van bestemmingen uit de SVBP. Om die reden is aan de gronden die werden aangemerkt als verzorgende bedrijven een nieuwe bestemming toebedacht (veelal “Bedrijf”), waarbij de geldende bouw- en gebruiksmogelijkheden zoveel mogelijk zijn aangehouden.

In het voorontwerp Voorthuizen-Oost wordt de bestemming “Bedrijf” toegepast, in plaats van “Verzorgende bedrijven”.

  • 2. Samenvatting

Op de plankaart zijn de speelveldjes in het verlengde van De Steenkamp 126 en 109 en op de hoek van Jan de Jagerweg 49 niet weergegeven. Inspreekster vraagt of dit bij het definitieve plan wordt weergegeven.

Beoordeling

In het bestemmingsplan Voorthuizen-Oost vallen de speelveldjes onder de bestemmingen “Groen” en “Verkeer”. Binnen deze bestemmingen zijn speelveldjes toegestaan. Hiervoor is geen nadere aanduiding nodig.

Deze reactie leidt niet tot wijziging van het voorontwerp Voorthuizen-Oost.

  • 3. Samenvatting

De begrenzing van het bestemmingsplan Jan de Jagerweg en omgeving is niet logisch, aangezien bestemmingsplannen eens in de tien jaar moeten worden herzien. Inspreker stelt een plangebied voor van de bebouwde kom tussen de Bakkersweg en de Apeldoornsestraat. Bij een dergelijk plan kan gekeken worden naar de verkeerssituatie op de Molenweg, met name op het punt van verkeersveiligheid. Er wordt te hard gereden op de Molenweg, een gedeelte met een verlaagd voetpad wordt gerekend ten behoeve van parkeren en rijden, er wordt geparkeerd op openbare wegen en voetpaden en er wordt gemanoeuvreerd op de voorrangsweg. Daarnaast kan in een groter bestemmingsplan de vestiging van twee bedrijven worden geregeld. Het bedrijf op het perceel Molenweg 12 is in deze tijd niet meer te handhaven. Het bedrijf overtreedt alle milieubepalingen.

Het perceel Molenweg 95/Harremaatweg 2 heeft in het voorontwerpbestemmingsplan een woonbestemming gekregen, terwijl dit in het geldende bestemmingsplan een bedrijvenbestemming heeft. Hierdoor wordt inspreker ernstig gedupeerd in zijn bedrijfsuitoefening.

Beoordeling

Het bestemmingsplan Voorthuizen-Oost omvat een groter gebied dan het bestemmingsplan Jan de Jagerweg en omgeving. Het bestemmingsplan is echter geen instrument om bijvoorbeeld de verkeerssnelheid te regelen. Het bestemmingsplan regelt bouw- en gebruiksmogelijkheden van gronden. Dus wel dat gronden als weg gebruikt worden, maar niet hoe hard op die weg gereden mag worden of welke kleur en materiaal het wegdek heeft.

De veevoederfabriek aan de Molenweg 12 van Brons past binnen het geldende bestemmingsplan Molenweg. De aanwezigheid van het bedrijf moet als een gegeven worden beschouwd. Bij het afgeven van milieuvergunningen wordt gekeken naar eventuele milieuhygiënische bezwaren.

In het bestemmingsplan Voorthuizen-Oost wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de bestemming in het geldende bestemmingsplan.

Deze reactie leidt niet tot wijziging van het voorontwerp Voorthuizen-Oost.

Voor de beantwoording van de inspraakreactie met betrekking tot de woonbestemming/bedrijvenbestemming volstaan wij met de verwijzing naar de beoordeling van de inspraakreactie onder punt 1.


4a. Samenvatting

In het voorontwerpbestemmingsplan wordt het perceel Molenweg 75 aangeduid als “Bedrijf” (categorie 3). Dit is naar mening van inspreker correct. Onder paragraaf 4.7 van de toelichting is aangegeven dat het bedrijf feitelijk niet de geluidsuitstraling heeft waar de hindercirkel van een bedrijf van categorie 3 op gebaseerd is. Het bedrijf kan beschouwd worden als een bedrijf van categorie 2. Het bedrijf dient als bedrijf van categorie 3 bestemd worden.

In de bouwvoorschriften is opgenomen dat langs één van de zijdelingse perceelsgrenzen en langs de perceelsgrens die van de weg is afgekeerd een aangesloten stuk grond van tenminste vijf meter onbebouwd dient te blijven. Dit bouwvoorschrift geeft een grote beperking voor de ruimtelijke indeling van de inrichting bij eventuele nieuwbouw.

Aan bedrijven worden geen uitbreidingsmogelijkheden toegekend. Inspreker verzoekt een uitbreidingsmogelijkheid toe te kennen van 400 m2 voor de komende 10 jaar.

Beoordeling

In het geldende bestemmingsplan Voorthuizen heeft het perceel de bestemming “Verzorgende bedrijven”. In de voorschriften van het bestemmingsplan staat dat hieronder wordt verstaan nijverheids-, handels- (niet zijnde detailhandels-) en dienstverlenende bedrijven van overwegend plaatselijk verzorgende aard.

In het voorontwerpbestemmingsplan Jan de Jagerweg en omgeving heeft het perceel de bestemming “Bedrijf”, met de aanduiding bedrijfscategorie III. In de toelichting is aangegeven dat het bedrijf beschouwd kan worden als een bedrijf met bedrijfscategorie II. De voorschriften zijn echter bindend. Het bedrijf wordt planologisch niet beperkt.

Omdat het voorontwerpbestemmingsplan Jan de Jagerweg en omgeving geen status heeft gekregen, kijken we bij het bepalen van de juiste bestemming naar het geldende bestemmingsplan Voorthuizen. De mogelijkheden die in dit bestemmingsplan worden geboden, worden vertaald naar een nieuwe bestemmingsregeling.

In het bestemmingsplan Voorthuizen-Oost zal de bestemming “Bedrijf” opgenomen worden. Bij het opstellen van het bestemmingsplan Voorthuizen-Oost hebben wij de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2008 (SVBP) in acht genomen. Dit is een nieuwe landelijke norm die onderdeel uitmaakt van de Regeling standaarden ruimtelijke ordening. De bestemming “Verzorgende bedrijven” komt niet voor in de hoofdgroepen van bestemmingen uit de SVBP. Om die reden is aan de gronden die werden aangemerkt als verzorgende bedrijven een nieuwe bestemming toebedacht (veelal “Bedrijf”), waarbij de geldende bouw- en gebruiksmogelijkheden zoveel mogelijk zijn aangehouden.

De bestemming “Bedrijf” wordt gebruikt in gebieden met een variatie aan functies, bijvoorbeeld het centrum of een woongebied met bedrijven. Binnen deze bestemming zijn bedrijven toegestaan die in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voor gebieden met functiemenging bestaan uit de categorieën A en B. C is via ontheffing mogelijk. Een glasbewerkingsbedrijf valt onder categorie B.

Het voorschrift dat 5 meter onbebouwd moet blijven is afkomstig van de brandweer. De bereikbaarheid van objecten voor de brandweer is van groot belang. Bij een brand is het van groot belang dat de brandweer veilig om het object heen kan komen om te blussen. Dit met name om overslag op belendende percelen te voorkomen. In het bestemmingsplan Voorthuizen-Oost is de regeling enigszins aangepast. De afstand van een bedrijfsgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens, tussen bedrijfsgebouwen en tot een weg mag niet minder dan 5 meter bedragen. Daarnaast is de opslag van goederen niet toegestaan op deze onbebouwde gronden.

Een uitbreiding van het bedrijf is niet mogelijk. Het bedrijf ligt in een woongebied. Uitbreiding van de bedrijfsfunctie, betekent vergroting van hinder voor omliggende woningen.

In het voorontwerp Voorthuizen-Oost wordt de bestemming “Bedrijf” toegepast, in plaats van “Verzorgende bedrijven”.

4b. Samenvatting

In het voorontwerpbestemmingsplan wordt het perceel Molenweg 79 aangeduid als “Bedrijf” (categorie 3). Dit is naar mening van inspreker correct. Onder paragraaf 4.7 van de toelichting is aangegeven dat het bedrijf feitelijk niet de geluidsuitstraling heeft waar de hindercirkel van bedrijven van categorie 3 op gebaseerd is. Het bedrijf kan beschouwd worden als een bedrijf van categorie 2. Het bedrijf dient als bedrijf van categorie 3 bestemd worden.

In het voorontwerpbestemmingsplan is een goothoogte van 4 meter opgenomen. Inspreker verzoekt een goothoogte van 6,5 meter op te nemen. Bij de huidige bebouwing zijn de goten al op deze hoogte aanwezig.

In de bouwvoorschriften is opgenomen dat langs één van de zijdelingse perceelsgrenzen en langs de perceelsgrens die van de weg is afgekeerd een aangesloten stuk grond van tenminste vijf meter onbebouwd dient te blijven. Dit bouwvoorschrift geeft een grote beperking voor de ruimtelijke indeling van de inrichting bij eventuele nieuwbouw.

Aan bedrijven worden geen uitbreidingsmogelijkheden toegekend. Inspreker verzoekt een uitbreidingsmogelijkheid toe te kennen van 400 m2 voor de komende 10 jaar.

Beoordeling

Voor de beantwoording van de inspraak met betrekking tot bedrijfscategorie volstaan wij met de verwijzing naar de beoordeling van de inspraakreactie onder punt 4a. Aanvullend kan worden gesteld dat het bedrijf, houtbewerking met spuiterij, valt onder categorie B.

In het geldende bestemmingsplan Voorthuizen is een goothoogte van 6,5 meter toegestaan. Deze goothoogte wordt overgenomen in het bestemmingsplan Voorthuizen-Oost.

Voor de beantwoording van de inspraakreactie met betrekking tot de bebouwingsvrije zone en de uitbreidingsmogelijkheid van het bedrijf volstaan wij met de verwijzing naar de beoordeling van de inspraakreactie onder punt 4a.

4c. Samenvatting

In het voorontwerpbestemmingsplan wordt het perceel Molenweg 101aangeduid als “Bedrijf” (categorie 3). Dit is naar mening van inspreker correct. Onder paragraaf 4.7 van de toelichting is aangegeven dat het bedrijf feitelijk niet de geluidsuitstraling heeft waar de hindercirkel van bedrijven van categorie 3 op gebaseerd is. Het bedrijf kan beschouwd worden als een bedrijf van categorie 2. Het bedrijf dient als bedrijf van categorie 3 bestemd worden.

Niet alle gebouwen staan in het bouwblok van de bestemming. Inspreker verzoekt het bouwblok aan te passen.

In de bouwvoorschriften is opgenomen dat langs één van de zijdelingse perceelsgrenzen en langs de perceelsgrens die van de weg is afgekeerd een aangesloten stuk grond van tenminste vijf meter onbebouwd dient te blijven. Dit bouwvoorschrift geeft een grote beperking voor de ruimtelijke indeling van de inrichting bij eventuele nieuwbouw. Aan één van de zijden van het perceel ligt een weiland. Het opnemen van deze bepaling dient in deze situatie geen enkel doel.

Aan bedrijven worden geen uitbreidingsmogelijkheden toegekend. Inspreker verzoekt een uitbreidingsmogelijkheid toe te kennen van 200 m2 voor de komende 10 jaar.

Beoordeling

Voor de beantwoording van de inspraakreactie met betrekking tot bedrijfscategorie volstaan wij met de verwijzing naar de beoordeling van de inspraakreactie onder punt 4a. Aanvullend kan worden gesteld dat het bouwbedrijf valt onder categorie B.

Voor de bebouwing die buiten het bouwvlak is gesitueerd is geen bouwvergunning verleend. Het bouwvlak wordt niet aangepast.

Voor de beantwoording van de inspraakreactie met betrekking tot de bebouwingsvrije zone en de uitbreidingsmogelijkheid van het bedrijf volstaan wij met de verwijzing naar de beoordeling van de inspraakreactie onder punt 4a. Aanvullend kan gemeld worden dat de aanwezigheid van het naastgelegen weiland geen reden is om de bebouwingsvrije zone op te heffen. De aanwezigheid garandeert niet de bereikbaarheid voor de brandweer.

4d. Samenvatting

In het voorontwerpbestemmingsplan wordt het perceel Haarkampstraat 10 aangeduid als “Bedrijf”. Aangegeven wordt dat een combinatie van een herstelinrichting en een verkoopbedrijf landbouwvoertuigen gezien mag worden als een bedrijf van categorie 2. Dit is naar de mening van inspreker onjuist. Bij bepalen van de categorie dient niet alleen de vergunde situatie leidend te zijn, maar ook de feitelijke situatie. Inspreker is van mening dat de inrichting hoort te vallen onder SBI 014 of SBI 281, wat betekent dat het een bedrijf van categorie 3 is.

Onder paragraaf 4.7 van de toelichting is aangegeven dat het bedrijf feitelijk niet de geluidsuitstraling heeft waar de hindercirkel van bedrijven van categorie 3 op gebaseerd is. Het bedrijf kan beschouwd worden als een bedrijf van categorie 2. Het bedrijf dient als bedrijf van categorie 3 bestemd worden.

Niet alle gebouwen staan in het bouwblok van de bestemming. Inspreker verzoekt het bouwblok aan te passen. Daarnaast is een maximale bouwhoogte van 4 meter toegestaan, terwijl de aanwezige bebouwing hier niet aan voldoet. Inspreker verzoekt de goothoogte vast te stellen op maximaal 4 meter en de bouwhoogte op maximaal 8 meter.

In de bouwvoorschriften is opgenomen dat langs één van de zijdelingse perceelsgrenzen en langs de perceelsgrens die van de weg is afgekeerd een aangesloten stuk grond van tenminste vijf meter onbebouwd dient te blijven. Dit bouwvoorschrift geeft een grote beperking voor de ruimtelijke indeling van de inrichting bij eventuele nieuwbouw.

Aan bedrijven worden geen uitbreidingsmogelijkheden toegekend. Inspreker verzoekt aan haar een uitbreidingsmogelijkheid toe te kennen van 750 m2 voor de komende 10 jaar.

Beoordeling

Voor de beantwoording van de inspraakreactie met betrekking tot bedrijfscategorie volstaan wij met de verwijzing naar de beoordeling van de inspraakreactie onder punt 4a. Aanvullend kan worden gesteld dat het bedrijf valt onder categorie B. Ook een bedrijf als bedoeld met SBI 014 of SBI 281 valt onder categorie B.

Voor de bebouwing die buiten het bouwvlak is gesitueerd is geen bouwvergunning verleend. Het bouwvlak wordt niet aangepast.

In het geldende bestemmingsplan Partiële herziening (Haarkampstraat) van het bestemmingsplan Voorthuizen is de nokhoogte 8 meter. In het bestemmingsplan Voorthuizen-Oost zal de goothoogte 4 meter en de bouwhoogte 8 meter bedragen.

Voor de beantwoording van de inspraakreactie met betrekking tot de bebouwingsvrije zone en de uitbreidingsmogelijkheid van het bedrijf volstaan wij met de verwijzing naar de beoordeling van de inspraakreactie onder punt 4a.

Conclusie

In het bestemmingsplan Voorthuizen-Oost zullen de volgende zaken worden overgenomen:

In de regels wordt de bestemming "Verzorgende bedrijven" gewijzigd in "Bedrijf". Op de plankaart wordt de bestemming "Verzorgende bedrijven" gewijzigd in "Bedrijf". De goothoogte van het perceel Molenweg 79 wordt gewijzigd in 6, 5 meter en de goothoogte van het perceel Haarkampstraat 10 wordt gewijzigd in 8 meter.

Artikel 10 Bro 1985-overleg

In totaal zijn 3 artikel 10 Bro 1985-overlegreacties ingekomen.

  • 1. Provincie Gelderland, dienst Ruimte, Economie en Welzijn, afdeling Ruimtelijke Ordening, onderafdeling Ruimtelijk Beleid Veluwe en Oost-Gelderland, mr. J.B.J. Bekhuis, Postbus 9090, 6800 GX Arnhem
  • 2. Waterschap Vallei en Eem, de heer P. van Eck, Postbus 330, 3830 AJ Leusden
  • 3. Waterschap Veluwe, P.J.M. Duteweert, Postbus 4142 7320 AC Apeldoorn

1. Samenvatting

Met betrekking tot de sporthal vragen de diensten zich af of de bestemming 'Maatschappelijk', met de aanduiding “Onderwijs” juist is. De diensten vragen zich ook af of het verstandig en noodzakelijk is om een bebouwingspercentage van 100% aan te houden.

Met betrekking tot het bouwvlak van het bedrijf voor landbouwwerktuigen merken de diensten op dat zij de indruk hebben dat de aanwezige bebouwing hoger is dan de op de plankaart toegestane bouwhoogte. Tevens wordt in het bouwvlak aangegeven dat één bedrijfswoning is toegestaan. De diensten vragen aan te geven of er reeds een bedrijfswoning is en deze dan ook apart te bestemmen.

De diensten adviseren om in het hoofdstuk Juridische aspecten (hoofdstuk 5) ook een paragraaf Maatschappelijk op te nemen in verband met onder andere de sporthal.

Beoordeling

In het bestemmingsplan Voorthuizen-Oost valt de sporthal binnen de bestemming “Sport”. Het bebouwingspercentage blijft 100 %. Een lager bebouwingspercentage is niet nodig, omdat het bouwvlak niet veel groter is dan het gebouw.

Voor de beantwoording van de artikel 10 Bro-reactie met betrekking tot de hoogte van het bedrijf op het perceel Haarkampstraat 10 volstaan wij met de verwijzing naar de beoordeling van de inspraakreactie onder punt 4d.

In het geldende bestemmingsplan is geen bedrijfswoning op het perceel toegestaan. Er zal dus geen aanduiding voor bedrijfswoning worden opgenomen.

In de toelichting wordt in het hoofdstuk juridische aspecten alle bestemmingen nader omschreven.

2. Samenvatting

Het voorontwerp geeft geen aanleiding voor het maken van opmerkingen.

Beoordeling

De opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen.

3. Samenvatting

Het plangebied ligt niet in het beheergebied van Waterschap Veluwe. Hierdoor is het voorontwerp niet verder in behandeling genomen.

Beoordeling

De opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen.

Conclusie

In het bestemmingsplan Voorthuizen-Oost zullen de volgende zaken worden overgenomen:

Op de plankaart valt de sporthal binnen de bestemming “Sport”. De bedrijfswoning op het perceel Haarkampstraat 10 wordt aangeduid.

In de toelichting worden in het hoofdstuk Juridische aspecten alle toegepaste bestemmingen omschreven.