direct naar inhoud van Artikel 7 Wonen
Plan: Saksen Weimar 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.778-0301

Artikel 7 Wonen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen, hieronder niet begrepen bewoning van woonwagens of woonschepen;
    en daaraan ondergeschikt voor:
  • b. groen- en speelvoorzieningen;
  • c. buurtwegen, woonstraten en andere voorzieningen ten behoeve van het verkeer;
  • d. verblijfsgebieden.
7.2 Bouwregels

Op de in lid 1 van dit artikel bedoelde gronden, voor zover gelegen binnen het bouwvlak) mogen uitsluitend de in de gegeven bestemming passende hoofdbebouwing, bijgebouwen en andere binnen de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd, waarbij het volgende geldt:

  • a. de bouwhoogte van de hoofdbebouwing bedraagt maximaal de hoogte zoals weergegeven op de verbeelding;
  • b. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal de goothoogte van het hoofdgebouw, waarbij de goothoogte van bijgebouwen niet meer mag bedragen dan de hoogte van de begane-grondbouwlaag van het hoofdgebouw;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, passend binnen de bestemming, bedraagt maximaal 3 meter;
  • d. het aantal hoofdgebouwen in het noordelijk bestemmingsvlak bedraagt maximaal 35;
  • e. het aantal hoofdgebouwen in het zuidelijk bestemmingsvlak bedraagt maximaal 22;
  • f. het aantal te realiseren hoofdgebouwen in het gehele plangebied bedraagt minimaal 39.
7.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. In het noordelijk bestemmingsvlak wordt ter plaatse van de aanduiding "ontsluiting" minimaal een doorgang voor voetgangers in noord-zuidrichting gerealiseerd.
  • b. Onder gebruik van de gronden en opstallen in strijd met de bestemming wordt in elk geval begrepen gebruik als beroeps- of bedrijfsmatige werk- of opslagruimte;
  • c. Het bepaalde in lid 7.3 onder b. is niet van toepassing op het gedeelte van een woning in gebruik ten behoeve van beroep aan huis, hieronder mede begrepen bed and breakfast, door de bewoner, mits dit gedeelte niet meer bedraagt dan 1/3 van de vloeroppervlakte van de woning. Voorts mag door dit gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse, noch een onevenredige parkeerdruk ontstaan en mag het geen detailhandel, prostitutie of horeca betreffen.
7.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 10 onder a. van de regels ten behoeve van het gebruik als afhankelijke woonruimte mits:

  • 1. het gebruik als afhankelijke woonruimte noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg, waartoe advies van een onafhankelijk deskundige wordt ingewonnen
  • 2. de afhankelijke woonruimte qua oppervlakte past in de voor deze bestemming geldende regeling voor bijgebouwen tot een maximum van 60 m2;
  • 3. de belangen van omwonenden en bedrijven niet onevenredig worden aangetast, waarbij rekening wordt gehouden met milieu-aspecten als geur, geluid, hinder en externe veiligheid;
  • 4. het bijgebouw, dat als afhankelijke woonruimte wordt gebruikt, is gelegen op maximaal 20 meter afstand van het hoofdgebouw (op hetzelfde bouwperceel);
  • 5. geen splitsing van eigendom van het betreffende bouwperceel plaatsvindt;
  • 6. het aantal gebruikers van afhankelijke woonruimte maximaal twee bedraagt;
  • 7. het gebruik als afhankelijke woonruimte onmiddellijk wordt beĆ«indigd, vanaf het moment dat de mantelzorg niet meer is vereist. Hiertoe controleren burgemeester en wethouders tweejaarlijks of nog aan de voorwaarden wordt voldaan, waaronder met een omgevingsvergunning van de regels is afgeweken.