10.3 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17 onder a. van de regels ten behoeve van het gebruik als afhankelijke woonruimte mits:
-
1. het gebruik als afhankelijke woonruimte noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg, waartoe advies van een onafhankelijk deskundige wordt ingewonnen
-
2. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte niet meer bedraagt dan 60 m2;
-
3. de belangen van omwonenden en bedrijven niet onevenredig worden aangetast, waarbij rekening wordt gehouden met milieu-aspecten als geur, geluid, hinder en externe veiligheid;
-
4. het bijgebouw, dat als afhankelijke woonruimte wordt gebruikt, is gelegen op maximaal 20 meter afstand van het hoofdgebouw (op hetzelfde bouwperceel);
-
5. geen splitsing van eigendom van het betreffende bouwperceel plaatsvindt;
-
6. het aantal gebruikers van afhankelijke woonruimte maximaal twee bedraagt;
-
7. het gebruik als afhankelijke woonruimte onmiddellijk wordt beƫindigd, vanaf het moment dat de mantelzorg niet meer is vereist. Hiertoe controleren burgemeester en wethouders tweejaarlijks of nog aan de voorwaarden wordt voldaan, waaronder met een omgevingsvergunning van de regels is afgeweken.