Plan: | Bestemmingsplan Parken Sonsbeek, Zijpendaal en Gulden Bodem 2011 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0202.744-0301 |
De voor Leiding - gas aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), voor 4 meter ter weerszijden van de as van deze leiding, mede bestemd voor het transport van vloeibare brandstoffen aardgas door een hoofdtransportleiding.
Op deze gronden mogen, in afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en) uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd tot een hoogte van maximaal 2,00 meter ten behoeve van de in lid 11.1 genoemde bestemming
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2 van dit artikel voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de andere bestemming(en) mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
a. het aanbrengen van hoogopgaande en/of diepwortelende beplanting, waaronder bijvoorbeeld rietbeplanting;
b. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
c. het verrichten van grondroeractiviteiten, bijvoorbeeld het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage, anders dan normaal spit- en ploegwerk;
d. diepploegen;
e. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
f. het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
g. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
h. het plaatsen van onroerende objecten zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
i. het indrijven van voorwerpen in de bodem.
11.4.1 Uitzonderingen op het vereiste van een omgevingsvergunning
Het in lid 11.4 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en
werkzaamheden:
11.4.2 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden
Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 11.4 zijn slechts toelaatbaar, indien door de
uitvoering daarvan, dan wel de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen: