direct naar inhoud van Artikel 9 Tuin - 1
Plan: Hoogstede-Klingelbeek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.723-0302

Artikel 9 Tuin - 1

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud en herstel van de op deze gronden voorkomende dan wel daaraan eigen landschappelijke waarden;
  • b. groenvoorzieningen behorende bij de aangrenzende bestemmingen.

9.2 Bouwregels

Op deze gronden mag niet worden gebouwd.

9.3 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik van de gronden en opstallen in strijd met de bestemming bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in elk geval begrepen, het gebruik van de in lid 1 van dit artikel genoemde gronden ten behoeve van parkeerdoeleinden, voorzover het betreft de zone gelegen tussen de naar de openbare weg gekeerde bouwgrens van de aangrenzende bestemming en de openbare weg zelf, tenzij deze zone wordt gebruikt als oprit naar een carport of garage.

9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het verlagen van de bodem of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning is vereist;
  • b. het ophogen van de gronden.
9.4.1 Uitzondering omgevingsvergunningplicht

Het in lid 9.4 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn;
  • b. werken of werkzaamheden die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud betreffen.

9.4.2 Toelaatbaarheid van werken en werkzaamheden

Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 9.4 zijn slechts toelaatbaar, indien:

  • a. deze verband houden met de doeleinden, die aan de desbetreffende bestemming zijn toegekend;
  • b. hierdoor dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke waarden en kwaliteiten van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;