direct naar inhoud van 1.3 Opzet bestemmingsplan
Plan: Geitenkamp en omgeving
Status: onherroepelijk
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.710-0501

1.3 Opzet bestemmingsplan

Een bestemmingsplan bestaat uit een kaart en voorschriften en gaat vergezeld van een toelichting. Op de kaart zijn de bestemmingen door middel van kleuren en tekens aangegeven. De voorschriften bevatten de materiële inhoud van de bestemmingen. Deze bestemmingsplanonderdelen vormen tezamen het juridische toetsingskader voor ruimtelijke en functionele ontwikkelingen in het plangebied. De toelichting bevat met name de aan het plan ten grondslag liggende gedachten.

De indeling van de toelichting, voorschriften en kaartmateriaal zien er anders uit dan bij voorgaande bestemmingsplannen. Dit heeft te maken met landelijke afspraken/standaarden (IMRO 2008) die gemaakt zijn voor het uitwisselen van digitale ruimtelijke plannen in Nederland.

In dit bestemmingsplan is voor eenzelfde aanpak gekozen als bij andere bestemmingsplannen waarbinnen een Rijksbeschermd stadsgezicht is gelegen.

Om de cultuurhistorische waarden van het beschermd stadsgezicht te behouden is voor dit gebied gekozen voor een meer gedetailleerde wijze van bestemmen. Dit betekent onder andere het opnemen van een aparte bestemming "Cultuurhistorische waarden" in het bestemmingsplan. Tevens wordt als bijlage bij de voorschriften een cultuurhistorische waardenkaart toegevoegd waarop de in het plangebied aanwezige waarden zijn aangegeven. Dit betekent dat bouwplannen naast de plankaart ook zullen worden getoetst aan de cultuurhistorische waardenkaart. Ook de archeologische waarden worden in dit bestemmingsplan gewaarborgd.

Het gebied tussen Beukenlaan en Schelmseweg was belegd met verouderde bestemmingsplannen. Daarom is dit gebied meegenomen in dit plan en bestemd volgens huidig gebruik.

De bestemmingsomschrijvingen zijn ruim gekozen. Hierdoor zijn binnen één bestemming meerdere planologische aanvaardbare invullingen mogelijk. Te gedetailleerde plannen leiden tot de noodzaak om voor bijna ieder bouwplan een (partiële herziening van een) bestemmingsplan te maken. Dit komt de rechtszekerheid, de rechtsgelijkheid en de overzichtelijkheid niet ten goede.

Diverse facetbelangen zijn door andere regelgeving gewaarborgd, bijvoorbeeld de Bouwverordening, de Wet milieubeheer, de Huisvestingswet en de Monumentenwet. Het is niet nodig dat het bestemmingsplan dezelfde waarborgen nogmaals schept.