direct naar inhoud van Artikel 32 Algemene aanduidingsregels
Plan: Bestemmingsplan Elden 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.679-0301

Artikel 32 Algemene aanduidingsregels

32.1 Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied

Ter plaatse van de aanduiding Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied zijn de gronden naast de overige aangegeven bestemmingen tevens bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de drinkwatervoorziening.

32.1.1 Bouwregels

Ter plaatse van de inlid 32.1 bedoelde aanduiding mogen geen bouwwerken worden gebouwd dieper dan 4 meter onder peil.

32.1.2 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in 32.1.1 voor het bouwen van bouwwerken dieper dan 4 meter onder peil mits het bouwwerk of de bouwwerkzaamheden geen onevenredige afbreuk doen aan de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de drinkwatervoorziening, gehoord de beheerder van het grondwaterbeschermingsgebied.

32.1.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de in de onderstaande tabel opgenomen werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
      • 1. het vellen, rooien en beschadigen van houtgewassen
      • 2. het aanbrengen van beplantingen
      • 3. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse leidingen, constructies, installaties of andere apparatuur
      • 4. het verlagen van de bodem of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning is vereist
      • 5. het ophogen, egaliseren of ontginnen van de bodem
      • 6. werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling
      • 7. het aanbrengen of verbreden van verhardingen
      • 8. het aanbrengen van recreatievoorzieningen
      • 9. het aanbrengen van rasters
      • 10. het aanleggen van leidingen constructies, installaties of apparatuur dieper dan 4 meter beneden peil
      • 11. het doen van boringen, seismisch- of ander bodemonderzoek dieper dan 2 meter beneden peil
      • 12. het indrijven van voorwerpen dieper dan 2 meter in de grond
      • 13. het aanleggen van reservoirs dieper dan 2 meter beneden peil
      • 14. het aanleggen van een werk, voorziening of mechanisme bedoeld om stoffen in de bodem te lozen die bedreigend kunnen zijn voor het grondwater
      • 15. het opslaan, storten of lozen van bestrijdingsmiddelen en niet dierlijke meststoffen
  • b. het in lid a. vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:
    • 1. werken of werkzaamheden ter realisering van de doeleinden, zoals opgenomen in de bestemmingsomschrijvingen;
    • 2. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn;
    • 3. werken of werkzaamheden die van geringe omvang zijn, dan wel tot het normale onderhoud worden gerekend.
  • c. Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid a. zijn slechts toelaatbaar, indien, voor zover van toepassing op de bestemming, dan wel gebiedsaanduiding, deze verband houden met de doeleinden die in de bestemmingsomschrijvingen aan de desbetreffend bestemmingen zijn toegekend.
  • d. Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden met betrekking tot het grondwaterbeschermingsgebied of het waterwingebied te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de waterbeheerder(s) omtrent de vraag of door de uitvoering van de voorgenomen werken en werkzaamheden de kwaliteit van het grondwater niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
32.2 Veiligheidszone - lpg
32.2.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden binnen de aangegeven 'Veiligheidszone - lpg' zijn, naast de andere op de kaart voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare objecten vanwege LPG-opslag.

32.2.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere aangewezen bestemmingen mogen op in deze gronden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten zoals bedoeld in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen worden gebouwd.

32.2.3 Gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze aanduiding wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en bouwwerken als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object.

32.3 Waardevolle boom

Ter plaatse van de aanduiding 'Waardevolle boom' zijn de gronden, naast de aldaar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van monumentale en waardevolle bomen.

32.3.1 Bouwregel

Ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom' mag niet worden gebouwd, dien verstande dat reeds bestaande bebouwing op moment van vaststelling mag worden gehandhaafd.

32.3.2 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in lid 32.3.1 bepaalde ten behoeve van het verkleinen van de genoemde afstand tot ten minste 5 meter uit het hart van de boom, mits dit geen wezenlijke negatieve gevolgen heeft voor de boom.

32.3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het kappen van de boom;
  • b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • c. de aanleg van leidingen;
  • d. het egaliseren, ophogen, verharden en afgraven van gronden binnen 5 meter uit het hart van een waardevolle boom.
32.3.4 Uitzonderingen omgevingsvergunningsplicht

De in lid 32.3.3 vervatte verboden gelden niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:

  • a. die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.
32.3.5 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden

Werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 32.3.3 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, de waarde of functie van de in lid 32.3 bedoelde gronden, die het plan beoogt te beschermen, niet onevenredig wordt of kan worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarde of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.