Plan: | Dorp Hoog Soeren |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1146-vas1 |
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen.
Naast de algemene bouwregels van artikel 18 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 13.4 genoemde afwijkingen.
Bebouwing | Maximale oppervlakte / inhoud | Maximale goothoogte | Maximale bouwhoogte | Bijzondere regels | |||
Woningen | Bouwvlak, met dien verstande dat de inhoud van een woning niet meer bedraagt dan 600 m3 , tenzij anders aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum volume' (13.4.1 onder a.) | de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven waarde | de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven waarde | - per bouwvlak is 1 woning toegestaan, dan wel twee-onder-een-kap-woningen ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' dan wel aaneengebouwde woningen ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' |
|||
Bijgebouwen en overkappingen | 85 m² per hoofdgebouw mits niet meer dan 60% van de kavel (met inbegrip van alle op de kavel aanwezige bebouwing) bebouwd wordt; 20 m² is in ieder geval toe-gestaan | 3 m | 5 m | - tevens toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'erf' - situering ten minste 3 m achter de lijn, waarin de voorgevel van de woning is gebouwd (13.4.1 onder b.) - wanneer een bijgebouw of aan- of uitbouw aan de woning wordt vastgebouwd, mag dat aan ten hoogste één zijgevel en/of aan de achtergevel van de woning - bij een aan de woning aangebouwd bijgebouw, overkapping of aan- of uitbouw waarvan het dakvlak in het verlengde van het dakvlak van de woning ligt mag op de bouwhoogte van het dakvlak van de woning worden aangesloten - voor het bepalen van de oppervlakte worden bijgebouwen en aan- of uitbouwen die worden gebruikt voor beroepsuitoefening aan huis dan wel voor niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis meegeteld - in bijgebouwen is het aanbrengen van voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de beroepsuitoefening aan huis dan wel voor de niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis toegestaan |
|||
Dependances | 65 m2 | 3 m | 7 m | - een dependance heeft geen zelfstandig recht op bijgebouwen - bij een dependance zijn geen dakkapellen, erkers en balkons toegestaan |
|||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen |
tuinmeubilair: 3 m antenne-installaties: 15 m pergola's: 3 m overig: 2 m |
- de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen ter plaatse van de aanduiding 'tuin' bedraagt ten hoogste 1 m |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van de bebouwing binnen het bestemmingsvlak en de oppervlakte per gebouw teneinde de bebouwing in een compacte eenheid te situeren, voor zover dit noodzakelijk is voor de bescherming van de waardevolle ruimtelijke structuur, de cultuurhistorisch waardevolle landschapselementen en het historische bebouwingsbeeld.
Op het stellen van nadere eisen zijn de in artikel 24 opgenomen procedureregels van toepassing.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het in lid 13.2 bepaalde:
Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk voor zover de in het plan beoogde waardevolle ruimtelijke structuur, de cultuurhistorisch waardevolle landschapselementen en het historische bebouwingsbeeld niet onevenredig worden aangetast.
Naast de algemene gebruiksregels van artikel 19 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de volgende specifieke regels.
De in artikel 26 opgenomen regels voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zijn van toepassing.