Plan: | De Parken, Indische Buurt en Beekpark |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1131-vas2 |
De voor 'Groen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken, waaronder begrepen speel- en klimtoestellen.
Naast de algemene bouwregels van artikel 29 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 12.4 genoemde afwijkingen.
Bebouwing | Maximale oppervlakte/ inhoud | Maximale goothoogte | Maximale bouwhoogte | Bijzondere regels |
Gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - muziekkapel' | bouwvlak | 4 m | ||
een gedenkteken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gedenkteken' | 8 m | |||
Bouwwerken geen gebouwen zijnde | speel- en klimtoestellen: 4 m (12.4)
overig: 2,50 m |
- van de bouwhoogtebepaling zijn bruggen uitgezonderd |
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op de verkeersveiligheid, het in het plan beoogde straatbeeld en de bescherming van het openbaar groen nadere eisen stellen aan de omvang en situering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Op het stellen van nadere eisen zijn de in artikel 36 opgenomen procedureregels van toepassing.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 12.2 bepaalde ten behoeve van het bouwen van kiosken en volieres mits de inhoud niet meer bedraagt dan 60 m3 en de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt indien dit met het oog op het stedenbouwkundig beeld dat in het plan is beoogd en de verkeers- en sociale veiligheid niet onaanvaardbaar is.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een door het bevoegd gezag verleende vergunning ter plaatse van de aanduiding ' specifieke vorm van groen - laanbeplanting':
Het onder 12.5.1 opgenomen verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
Werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in dit lid zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de laanbeplanting niet onevenredig wordt of kan worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de laanbeplanting niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.