direct naar inhoud van 3.2 Ontstaansgeschiedenis
Plan: Dorp Hoenderloo
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1128-vas1

3.2 Ontstaansgeschiedenis

3.2.1 De ontwikkeling van het landschap

De geschiedenis van de nederzetting Hoenderloo is in sterke mate verbonden met de omstandigheden van de ondergrond en het omringende landschap.


Gedurende de periode van de voorlaatste ijstijd, het Saalien (circa 200.000 - 125.000 jaar geleden), kreeg het gebied in grote lijnen het huidige reliëf. Tijdens deze ijstijd breidde het Scandinavische landijs zich uit tot Midden-Nederland. Aan de randen had de ijskap vooruitstekende lobben die bestaande laagtes indrongen, waarbij grond werd opgestuwd in de vorm van 'stuwwallen'. Zulke lobben schoven vooruit in het IJsseldal en de Gelderse Vallei. Daarbij vormde zich de hoogte van de Veluwe. Het gebied van Hoenderloo ligt thans onderaan de westelijke helling van de hoge stuwwal die zich uitstrekt ten westen van het IJsseldal tussen Hattem en Dieren. Het dorp ligt in een droge laagte tussen twee uitlopers van de stuwwal, ten noorden en zuiden.


Doordat er in de directe omgeving geen beek of ven was, en het grondwater vrij diep zit, is Hoenderloo in het verleden geen voor de hand liggende plek voor permanente bewoning geweest. Niettemin is er wel degelijk bewoning geweest. Binnen het bestemmingsplangebied heeft een prehistorische grafheuvel gelegen, die in de vroege 20ste eeuw is verdwenen ten gunste van nieuwbouw voor de Stichting Hoenderloo. Ten noorden en noordoosten van Hoenderloo - buiten het plangebied - zijn urnen(velden) uit de late ijzertijd gevonden alsmede een grafveld en aardewerk uit de vroege middeleeuwen. Deze sporen duiden erop dat er al in een ver verleden gewoond werd in het gebied.


Op de stuwwal groeide vanouds oerbos, waarin de mens hier en daar delen platbrandde om er landbouw te bedrijven. Vanaf de middeleeuwen moest het oerbos door intensiever gebruik (als wildpark, bron voor brandstof en bouwmateriaal, en weidegebied voor schaapskuddes) steeds verder wijken. Er ontstond een 'leeg' land van heidevelden en zandverstuivingen.

3.2.2 De ontwikkeling van Hoenderloo

In dat lege land is Hoenderloo pas aan het begin van de negentiende eeuw ontstaan. Ver weg van de bewoonde wereld, bij de grens van verschillende bestuursgebieden, was het gezag zwak en kon zich een clandestiene nederzetting vormen bij een kleine landbouwontginning. Tijdens een wandeltocht over de Veluwe kwam dominee Otto Heldring in Hoenderloo terecht. Hij bekommerde zich over het lot van de arme en geïsoleerd levende inwoners. Hij werd daarbij gedreven door de ideologie van het Réveil. Door zijn inspanningen kreeg het dorp halverwege de 19de eeuw de beschikking over een waterput, een school en een kerk. Daarna begonnen diverse kapitaalkrachtige investeerders, voor een groot deel geworven door Heldring, met de aanleg van landgoedbossen op de woeste gronden in de omgeving ten behoeve van de productie van hout en de creatie van recreatieve landgoederen. De bosbouw genereerde veel werk, met als gevolg dat Hoenderloo gestaag groeide.


Aanvankelijk lag de kern van Hoenderloo bij de kruising van de Apeldoornseweg-Middenweg-Harskampweg. Daaromheen stonden eerst een aantal plaggenhutten en gaandeweg meer huizen van hout en baksteen. In de loop der jaren breidde de nederzetting zich uit naar het oosten. Tussen de bossen van de landgoederen van de Christelijke Vrienden (later ten dele het terrein van de Stichting Hoenderloo) in het noorden en het Deelerwoud in het zuiden, bevond zich daar een onontgonnen heidegebied, dat stukje bij beetje werd verkaveld en ontgonnen tot akkerland. Dit gebied werd De Krim genoemd. Tegenwoordig vinden we hier verspreide bebouwing en lintbebouwing langs de belangrijkste wegen omgeven door grasland. Het gebied bij de oude kern, tussen de Apeldoornse weg en de zevensprong verdichtte zich gaandeweg verder met nieuwe bebouwing. Eerst ging het daarbij om individuele particuliere toevoegingen aan de Middenweg, Krimweg en Paalbergweg, maar na de Tweede Wereldoorlog werden hiertussen ook enkele planmatig aangelegde woningbouwprojecten gebouwd. Daarmee kwam hier de dorpskern tot stand. Hier werden ook de voornaamste voorzieningen gevestigd, zoals de school, een tweede kerk, het groene kruisgebouw, enkele winkels en het dorpshuis.

3.2.3 De Stichting Hoenderloo

Op verzoek van Heldring nam dorpsonderwijzer Gangel vanaf 1847 regelmatig verwaarloosde kinderen op in zijn huis. Ze werden niet alleen opgevangen maar ook heropgevoed. Hieruit ontstond het idee van een zelfstandig opvanghuis, al snel doorgangshuis genoemd. Hiervoor werd in 1851 de Stichting Hoenderloo opgericht. Door de geïsoleerde ligging temidden van grootschalige ontginningsgebieden werd Hoenderloo gezien als een goede plek om ontspoorde jongens weer op het rechte pad te krijgen. Zij hadden baat bij een werkzaam verblijf in een natuurlijke omgeving met gezonde lucht, ver weg van de stad. Bovendien maakte de goedkope grond de exploitatie van een dergelijke instelling rendabel.


De Stichting, werd later omgedoopt in de 'Hoenderloo Groep' en groeide gestaag, waarbij steeds meer gebouwen werden opgericht in het bos ten noorden van de dorpskern. Thans is het een instelling voor jeugdzorg en onderwijs die een tijdelijk thuis biedt aan enkele honderden jongeren met gedragsproblemen, niet alleen in Hoenderloo, maar ook op diverse locatie daarbuiten.

3.2.4 Hoenderloo als recreatiedorp

Vanaf de late 19de eeuw ontwikkelde de Veluwe zich tot een recreatieve trekpleister. Dat kwam door de groeiende waardering voor het landschap en de natuur. Destijds zocht de passieve recreant hier naar ontspanning, rust, ruimte, schone lucht, het ongerepte en het woeste. Tegenwoordig kan de actieve recreant hier ook terecht voor talrijke sportieve en culturele voorzieningen. Hoenderloo is vooral een populaire vakantiebestemming geworden dankzij de ligging temidden van uitgestrekte bossen en nabij het Nationale Park De Hoge Veluwe.


Deze populariteit heeft geresulteerd in een groot aantal recreatieve voorzieningen in en om het dorp. De pensions van weleer hebben plaats gemaakt voor hotels, campings, huisjesparken en restaurants. Met name in de zomer verblijven er honderden toeristen in de diverse dag- en verblijfsaccommodaties. Naast de Hoenderloo Groep is het toerisme dan ook de belangrijkste economische pijler voor Hoenderloo.