direct naar inhoud van 4.1 Ruimtelijk kader
Plan: Brouwersmolen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1114-vas1

4.1 Ruimtelijk kader

Het ruimtelijk kader gaat uit van de volgende 7 uitgangspunten:

  • Het ruimtelijk kader richt zich in hoofdzaak op het treffen van een regeling voor de bestaande situatie. Uitgangspunt is dat het geldende recht wordt overgenomen. Geldende bouwmogelijkheden worden overgenomen tenzij er stedenbouwkundige of milieuhygiënische zwaarwegende redenen zijn om de bouw en gebruiksmogelijkheden te beperken.
  • Overeenkomstig de nota 'Perifere en grootschalige detailhandel, herijking van beleid' van januari 2010 wordt in het nieuwe bestemmingsplan een cluster opgenomen waar Perifere detailhandelsvestigingen wordt toegestaan.
  • De Zuidwestpoortvisie als geheel wordt niet aangemerkt als het ruimtelijke kader voor het nieuwe bestemmingsplan Brouwersmolen.
  • Gerealiseerde kwaliteiten (zoals delen van het groen-blauwe raamwerk en de beeldkwaliteit langs de Europaweg) uit de Zuidwestpoortvisie worden beschermd en waar mogelijk versterkt. Verdere uitvoering van het groen-blauwe raamwerk wordt voorzover planologisch-juridisch uitvoerbaar mogelijk gemaakt in het nieuwe bestemmingsplan.
  • In voorbereiding zijnde min of meer concrete projecten ('Agis'-locatie, 'Wegener'-locatie, 'Wasserij Werklust'-locatie,) worden -voorzover in strijd zijnde met het geldende bestemmingsplan- mits ruimtelijk aanvaardbaar en uitvoerbaar mogelijk gemaakt door opname in het nieuwe bestemmingsplan Brouwersmolen danwel door een aparte planologisch-juridische procedure.
  • Verdere nieuwe ontwikkelingen in het gebied worden op hun ruimtelijke aanvaardbaarheid en uitvoerbaarheid beoordeeld zodra zich zo'n concreet initiatief voordoet. Bij deze beoordeling speelt, zeker langs de ruimtelijke structuurdrager (Europaweg), behoud en versterking van de ruimtelijke kwaliteit een wezenlijke rol. Doel blijft om de met de Zuidwestpoortvisie ingezette samenhangende kwaliteitsverbetering van het gebied waar mogelijk voort te zetten. In ieder geval in de toelichting van het nieuwe bestemmingsplan zal een ruimtelijk 'handvat' hiervoor worden geboden.
  • Het bedrijventerrein heeft als geluidgezoneerd industrieterrein (volgens de Wet geluidhinder) een vastgestelde geluidzone. De geluidbelasting van het industrieterrein als geheel mag een wettelijk bepaalde geluidsnorm op de buitenste grens van die geluidzone niet overschrijden. Uitgangspunt is om de vastgelegde geluidzone te handhaven en dus niet te verruimen. Verruiming van de geluidzone is alleen aan de orde indien noodzakelijk vanwege geldende milieuvergunningrechten.

Deze 7 uitgangspunten worden hieronder nader beschouwd.

Het ruimtelijk kader richt zich in hoofdzaak op het treffen van een regeling voor de bestaande situatie. Uitgangspunt is dat het geldende recht wordt overgenomen. Geldende bouwmogelijkheden worden overgenomen tenzij er stedenbouwkundige of milieuhygiënische zwaarwegende redenen zijn om de bouw en gebruiksmogelijkheden te beperken.  

In grote delen van het plangebied worden in eerste instantie geen ingrijpende veranderingen in de functionele en ruimtelijke structuur voorzien. De bestemmingsregeling heeft daarom voornamelijk een beheerkarakter. Ontwikkelingen die voortborduren op de huidige situatie in het plangebied, die noodzakelijk zijn voor een goed beheer en functioneren van het plangebied worden in de bestemmingsregeling direct mogelijk gemaakt.

Bedrijventerrein
Het plangebied is voornamelijk in gebruik als bedrijventerrein. Het is de bedoeling om deze functie in de toekomst te behouden. Om aan de voorwaarden voor het goed functioneren van het bedrijventerrein te voldoen is het uitgangspunt dat de bestaande bedrijven kunnen worden voortgezet en verder ontwikkeld en dat nieuwe bedrijven zich kunnen vestigen wanneer voldaan wordt aan aanvaardbare milieuvoorwaarden.

Om optimaal gebruik te maken van ruimte en toch voldoende zekerheid te bieden voor omwonenden is een milieuzonering opgenomen. Deze zonering laat aan de randen alleen bedrijven toe met een lagere milieucategorie. De 'zwaardere' bedrijven met een hogere categorie worden uitsluitend toegestaan in het midden gebied tot maximaal milieucategorie 4.2. De bedrijven die nu een te hoge categorie hebben voor de zone waar zij inliggen krijgen een specifieke aanduiding (voor een nadere toelichting zie paragraaf 5.1).

Zone zuidzijde Europaweg

De zone aan de zuidzijde van de Europaweg, tussen het Van Gelder Park en de Laan van Westenenk, vraagt vanwege de al bereikte ruimtelijke kwaliteit en de positie binnen de Zuidwestpoort bijzondere aandacht. Een aandacht die ook al in het geldende bestemmingsplan is gegeven in de vorm van een eigen bestemmingsregeling. Beoogd wordt het representatieve karakter van deze zone te handhaven en te versterken. Dit karakter komt tot uitdrukking door een totaalbeeld op te roepen van een aantal gebouwen in een nadrukkelijk parkachtige omgeving met een etalagefunctie voor Apeldoorn. Het bouwen en het gebruik zijn vooral gericht op de huisvesting van hoogwaardige bedrijven. De bedrijfsvestigingen kunnen worden uitgevoerd in deels kantoor- en deels bedrijfsachtige ruimten. Deze zone krijgt een eigen op bovenstaande gebaseerde bestemming Bedrijventerrein-2

Kleinschalige bedrijven

De kleinschalige bedrijven langs de Veenweg krijgen de bestemming 'Bedrijf'. Ook wordt een milieuzonering opgenomen. Het betreft hier een 'gemengd gebied'. De maximale toegestane milieucategorie is 2.

Langs de Veenweg is aan beide zijde een ruime strook opgenomen waarbinnen de bestaande bedrijfswoningen zijn toegestaan.

Kantoren

Als recht zijn op het bedrijventerrein alleen in meer of mindere mate ondergeschikte kantoren toegestaan die horen bij en gebonden zijn aan het ter plaatse aanwezige bedrijf.

Gebouwen die al lange tijd in nagenoeg geheel in gebruik zijn als zelfstandig kantoor worden in het bestemmingsplan specifiek aangeduid als 'kantoor'. Doordat de gronden ook de bedrijfsbestemming hebben zijn andere bedrijven ook mogelijk. Grotere kantorencomplexen zijn als zodanig bestemd.

Detailhandel

Voor het bedrijventerrein Brouwersmolen wordt in het bestemmingsplan uitgegaan van een concentratiegebied voor perifere detailhandel (zie volgende uitgangspunt) Aanwezige perifere detailhandel, zoals de bouwmarkt en een fietsenhandel, worden op de verbeelding specifiek aangeduid.

Tot slot worden de volgende vormen van detailhandel als recht overal op het bedrijventerrein toelaatbaar geacht:

  • detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van nijverheid en industrie, in ter plaatse vervaardigde goederen, niet zijnde detailhandel in textiel, schoeisel en lederwaren, voedings- en genotmiddelen en huishoudelijke artikelen;
  • detailhandelsbedrijven die zich uitsluitend toeleggen op postorderactiviteiten en/of verkoop via Internet;
  • detailhandel in automobielen, motoren, boten, caravans en machinerieën ten behoeve van bedrijven.

De bestaande grootschalige detailhandel (zoals BCC e.d.) krijgt een maatbestemming middels een aanduiding binnen de bedrijfsbestemming, waarbij het toptale maximale bruto vloeroppervlak wordt begrensd op 5.700 m2. Het minimale bruto vloeroppervlak per eenheid ligt op 750 m2 tenzij bestaand een kleiner oppervlak aanwezig is. Detailhandel in voedings- en genotmiddelen wordt uitgesloten.

Wonen

De bestaande bedrijfswoningen zijn op het bedrijventerrein Brouwersmolen toegestaan; deze worden als zodanig op de verbeelding aangeduid. Het gemeentelijk beleid is er op gericht om nieuwe bedrijfswoningen op zwaardere bedrijventerreinen te weren. Reden hiervoor is dat dergelijke bedrijfswoningen mogelijk onaanvaardbare milieubelasting ondervinden en een belemmering kunnen vormen voor omliggende bedrijven. In navolging daarvan wordt in het plangebied een zeer terughoudend beleid gevoerd inzake het toestaan van nieuwe bedrijfswoningen.

Voor het gemengde gebied langs de Veenweg geldt dat in de diverse plannen naar de toekomst de woonfunctie met bedrijf aan huis aan de Veenweg wordt gekoesterd en gecontinueerd. De bestaande woningen worden als zodanig in het plan vastgelegd.

Op basis van die voorwaarden zal het aantal bedrijfswoningen op het bedrijventerrein Brouwersmolen in de toekomst beperkt blijven.

De aanwezige burgerwoningen met de bijbehorende percelen krijgen in het plan een woonbestemming. Dit geldt ook voor de woningen aan het Bergzichtpad.

Infrastructuur

In de Verkeersvisie 2010 - 2020 worden de gewenste maatregelen in de wegenstructuur die nodig zijn om de stad bereikbaar te houden en de doorstroming van de wegen te bevorderen. In de visie wordt een onderscheid gemaakt tussen diverse categorieën wegen. In het bestemmingsplan wordt met de gekozen bestemmingen op deze onderverdeling aangesloten, waarbij een aantal van de ondergeschikte wegen met een verblijfsfunctie binnen de bestemming bedrijventerrein worden opgenomen.

Overeenkomstig de nota 'Perifere en grootschalige detailhandel, herijking van beleid' van januari 2010 wordt in het nieuwe bestemmingsplan een cluster opgenomen waar Perifere detailhandelsvestigingen wordt toegestaan.  

Voor het bedrijventerrein Brouwersmolen wordt in het bestemmingsplan uitgegaan van een concentratiegebied voor perifere detailhandel op de gronden tussen de Dijkgraafseweg, Europaweg en Laan van Spitsbergen.

Dit op basis van de nota 'Perifere en grootschalige detailhandel, herijking van beleid' van januari 2010. Als aanbeveling is daarin het volgende gesteld:

Voor het behoud van een veelzijdig vestigingsmilieu is het aan te bevelen om naast het "megacluster" (de Voorwaarts) een alternatieve herkenbare vestigingsplaats voor winkels in volumineuze artikelen aan te bieden. De volumineuze aard van de betreffende goederen en de daarmee gepaard gaande vestigingsvoorkeuren (oa ontsluiting, parkeren en pandgrootte) legitimeren een vestiging buiten het centrum of de wijkwinkelcentra. Dit 2e cluster zet niet in op een regionale aantrekkingskracht, maar is een goed alternatief voor lokaal/stedelijk georiënteerde PDVwinkels. De locatie Europaweg e.o. biedt hiervoor de beste mogelijkheden, gelet op de beoordeling van de verschillende clusters. Deze locatie zorgt voor een goede spreiding binnen het Apeldoorns verzorgingsgebied (oost-west) en is goed bereikbaar (ligging rondweg-radiaal); dit cluster zou zich moeten richten op de aloude PDV-achtigen, waarbij er geen ondergrens wordt gesteld aan de omvang van de winkels (en daarmee een onderscheidend vermogen t.o.v. GDV-cluster).'

Perifere detailhandelsvestigingen (PDV) zijn winkels die vanwege hun aard en omvang over het algemeen niet in de traditionele winkelcentra (binnenstad, buurt- en wijkcentra) gevestigd kunnen worden. Het gaat hierbij vooral over de volumineuze aard van de goederen. De volgende branches vallen in Apeldoorn onder deze categorie: grove bouwmaterialen, brand- en explosiegevaarlijke stoffen, auto's, boten en caravans, bouwmarkten, tuincentra, detailhandel in woninginrichting, meubelen, sanitair en grootschalige fietsenwinkel. Deze benadering van perifere winkels is vanuit het voormalige rijksbeleid ingestoken en dus met name branchegericht.

De Zuidwestpoortvisie als geheel wordt niet aangemerkt als het ruimtelijke kader voor het nieuwe bestemmingsplan Brouwersmolen.
Gerealiseerde kwaliteiten (zoals delen van het groen-blauwe raamwerk en de beeldkwaliteit langs de Europaweg) uit de Zuidwestpoortvisie worden beschermd en waar mogelijk versterkt. Verdere uitvoering van het groen-blauwe raamwerk wordt voorzover planologisch-juridisch uitvoerbaar mogelijk gemaakt in het nieuwe bestemmingsplan.  

De Zuidwestpoortvisie heeft als doel om bij en langs de Europaweg het voor Apeldoorn kenmerkende groene karakter zichtbaar te maken en de stad te presenteren als dynamische werkstad. Er zijn twee typen raamwerken (infrastructuur en het groen-blauwe raamwerk) onderscheiden welke samen de ruimtelijke hoofdstructuur vormen en voor langere tijd de inrichting en de kwaliteit van het gebied bepalen.

De Zuidwestpoortvisie als geheel wordt, zoals al aangegeven in hoofdstuk 2, niet aangemerkt als het ruimtelijke kader voor het nieuwe bestemmingsplan Brouwersmolen. Inzet is wel al gerealiseerde kwaliteiten te beschermen en waar mogelijk te versterken.

Delen uit de visie zijn al wel gerealiseerd. Binnen het plangebied gaat het om het Van Gelder Park en delen van het groen-blauwe raamwerk.

Het Van Gelderpark draagt in hoge mate bij aan de beoogde ruimtelijke kwaliteit langs de Europaweg. Ter plaatse is aansluitend op de bestaande kantoorontwikkelingen langs de Europaweg, een wervend werkgebied gerealiseerd met hoogwaardige kantoren in een groene setting. De locatie sluit aan op het Schumanpark, wat eveneens een locatie vormt die bijdraagt aan de genoemde kwaliteit. De bestemmingsregeling richt zich op het behoud van deze kwaliteit, onder andere door specifieke groen- en natuurbestemmingen (als onderdeel van het groen-blauwe raamwerk) op te nemen en voor het Van Gelder Park het geldend recht over te nemen, welke uitgaat van een kantoorbestemming met specifieke bouwregels.

Het groenblauw raamwerk bestaat binnen het plangebied Brouwersmolen uit

  • het Eendrachtbosje aan de noordkant van het plangebied:

In en bij het Eendrachtbosje komen de Eendrachtspreng, de Ugchelsebeek en de beek in het Orderveen samen, om ten noorden van de Jachtlaan in de Grift uit te monden. Het bosje vormt samen met de beken en hun begeleidende beplanting een belangrijke ecologische knoop. De duurzame instandhouding als ecologische knoop staat voorop. Voor het behoud zijn de volgende maatregelen van belang: het herstel van de beken, inclusief begeleidende boombeplantingen en paden, en de verwijdering van rasters ten behoeve van de openbare toegankelijkheid.

  • de groene verbindingsas Europaweg;

Het streven is om van de Europaweg een robuuste stadsentree te maken, met een samenhangende groene en stedelijke allure, vergelijkbaar met de Loolaan. Langs de te herprofileren weg wordt een brede zone voor beplanting gereserveerd om de groene allure en de ecologische verbinding naar het Eendrachtbosje te versterken. Binnen die zone moet een evenwicht worden gezocht tussen het doorgaande karakter van het groen en de zichtbaarheid van de bebouwing achter het groene scherm. Streven is om de groenstructuur langs de Europaweg aan te laten sluiten op het groen bij de nieuwe kantoren en bedrijven, zodat deze rondom In het groen komen te staan.

  • de Laan van Westenenk:

Gestreefd wordt om ter plaatse het beeld van een stedelijke boslaan te realiseren, waarin de weg, het groen en de bebouwing op een kenmerkende wijze samenhangen.

  • de Eendrachtspreng:

Het streven is om de sprengkoppen te herstellen en de oosttak van de Eendrachtspreng weer in de stad zichtbaar te maken. Beken en sprengen vormen in Apeldoorn belangrijke natuurverbindingen vanuit de Veluwe de stad in. Tevens vormen zij samen met de molenplaatsen unieke cultuurhistorische elementen in de stad.

  • Beek in het Orderveen (BIHO) en de Rode beek (RB)

De Beek in het Orderveen werd gevoed door meerdere sprengen die in het Orderveen uitkwamen. Langs deze beek hebben twee molens gestaan, de zogenaamde Brouwersmolens (1671 en 1691). Het streefbeeld is een landelijke beek met een verweving tussen werken, natuur en cultuurhistorie, deels gelegen op het bedrijventerrein.

De Rode beek is momenteel voor een deel zichtbaar. De sprengkop ligt in een landelijk ogende omgeving, evenals het bovengronds stromende traject. De natuur is hier verweven met cultuurhistorie. Oorspronkelijk volgde de beek de lijn van de Pieter de Hooghlaan. Nu ligt de beek in de vorm van een vijver nabij de spoorlijn. Het streefbeeld is een landelijke beek die in de randen van de stad stroomt.

  • Bosgebied ten noorden van Ugchelsegrensweg

Dit bosgebied bestaat uit naald- en loofbos dat wordt doorsneden door enkele mooie oude lanen die het gebied compartineren. Binnen het bosgebied ligt nog een bewaard gebleven sprengkop van de Eendrachtsspreng die deel uitmaakt van het groen-blauwe raamwerk

In aansluiting op de ontwikkeling van het groenblauwe raamwerk wordt ook gestreefd naar versterking van de groene kwaliteit op de bedrijventerreinen zelf. Nu zijn op enkele delen van de bedrijfskavels waardevolle boom-beplantingen, bijzondere bomen en groenvoorzieningen aanwezig. Het streven is om deze te behouden, veilig te stellen en als aanknopingspunt voor nieuwe ontwikkelingen te benutten.

Onderdelen van het groen-blauwe raamwerk welke gerealiseerd zijn betreffen een ecologische zone langs de Ugchelseweg met daarin de Eendrachtspreng en de groene begeleiding langs de Europaweg ter hoogte van het Van Gelder Park. Deze delen krijgen in dit bestemmingsplan een bestemming gericht op bescherming van de aanwezige kwaliteit. In samenhang hiermee worden tevens verdere al aanwezige kwaliteiten, zoals bijvoorbeeld laanstructuren en bijzondere bomen, specifiek beschermd.

Ter plaatse van de beken wordt ter bescherming van de waarden (waaronder de ecologische en waterhuishoudkundige) een dubbelbestemming Beken en Sprengen opgenomen, Waarbij de situering mede is gebaseerd op het feit of herontwikkeling van de beek al heeft plaatsgevonden. Indien het geval is de beschermingszone ruimer.

In voorbereiding zijnde min of meer concrete projecten ('Agis'-locatie, 'Wegener'-locatie, 'Wasserij Werklust'-locatie) worden -voorzover in strijd zijnde met het geldende bestemmingsplan- mits ruimtelijk aanvaardbaar en uitvoerbaar mogelijk gemaakt door opname in het nieuwe bestemmingsplan Brouwersmolen danwel door een aparte planologisch-juridische procedure.   

De Zuidwestpoortvisie geeft diverse deellocaties waarbinnen nieuwe ontwikkelingen kunnen plaatsvinden. Voor drie daarvan zijn plannen in voorbereiding. Het betreft de volgende:

Vrml. wasserij Werklust

Dit plan heeft betrekking op de locatie van de voormalige wasserij "Werklust" op de hoek Jachtlaan-Veenweg (Jachtlaan 344, 346 en 350). De locatie wordt begrensd door de spoorweg Apeldoorn-Amersfoort, de Jachtlaan, de Veenweg en bestaande bedrijfs- en woonkavels.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1114-vas1_0009.png"

Het nieuwbouwplan voor het voormalige wasserij-complex voorziet in vijf kleinschalige bedrijfskavels met daarop een bedrijfgebouw en een bedrijfswoning, een bedrijfsverzamelgebouw en een bedrijfsgebouw met bedrijfswoning.

Stand van zaken op dit moment is dat voor deze ontwikkeling een eigen bestemmingsplan wordt opgesteld. Vooralsnog wordt in het nu aan de orde zijnde bestemmingsplan een van het geldend recht afgeleide bestemming Bedrijf opgenomen.

Agis locatie

Om deze plek, noordoostelijk van het kruispunt Europaweg-Ring, meer accent te geven, als onderdeel van het 'hoofdmoment' bij deze kruising wordt hier een stedelijk statement op zijn plaats geacht

Op dit moment bevindt zich het project zich in een (her)oriëntatiefase. De bestemmingsregeling richt zich vooralsnog dan ook op de bestaande situatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1114-vas1_0010.png"

Wegener-locatie

Dit bestemmingsplan heeft betrekking op een locatie direct aan de zuid-oostzijde van de Europaweg, in de omgeving van de Ugchelsegrensweg. Het plangebied grenst aan de noordzijde aan het kantorencomplex van Wegener (Laan van Westenenk 4, 6 en 8), aan de oostzijde aan bosgebied en aan de zuidzijde aan Ugchelen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1114-vas1_0011.png"

Beoogd wordt om op deze plek, als één van de deellocaties welke de Zuidwestpoort een kwaliteitsimpuls moet geven, in onderlinge samenhang nieuwe functies te realiseren. Dit in de vorm van woningbouw en/of andere functies. Tevens is het streven om daarop afgestemd een belangrijk deel van het groen-blauwe raamwerk aan te leggen. Op dit moment bevindt zich het project zich in een (her)oriëntatiefase . De bestemmingsregeling richt zich vooralsnog dan ook op de bestaande situatie.

Verdere nieuwe ontwikkelingen in het gebied worden op hun ruimtelijke aanvaardbaarheid en uitvoerbaarheid beoordeeld zodra zich zo'n concreet initiatief voordoet. Bij deze beoordeling speelt, zeker langs de ruimtelijke structuurdrager (Europaweg), behoud en versterking van de ruimtelijke kwaliteit een wezenlijke rol. Doel blijft om de met de Zuidwestpoortvisie ingezette samenhangende kwaliteitsverbetering van het gebied waar mogelijk voort te zetten. In ieder geval in de toelichting van het nieuwe bestemmingsplan zal een ruimtelijk 'handvat' hiervoor worden geboden.  

Dit 'handvat' luidt als volgt.

De Zuidwestpoort is de meest westelijke entree van Apeldoorn. Na het royale gebaar van de Veluwe dient de Zuidwestpoort zich aan als voorbode tot de regio Apeldoorn-Zutphen-Deventer. Gelegen aan de bosrijke westkant van Apeldoorn, direct ontsloten op de A1 en op korte afstand van het stadscentrum vormt het gebied de etalage van de "werk- en woonstad" Apeldoorn. Langs de Europaweg tot het stadscentrum bevinden zich de belangrijkste economische functies van het gebied. Het werkgebied heeft de potentie om uit te groeien tot een bedrijvengebied met een (boven)regionale uitstraling.

De Zuidwestpoort heeft een rijke historie als optelsom van landschappelijke en stedelijke gebruiksfuncties met een bijzondere (verblijf)kwaliteit. Zo vormde het beken - en sprengenlandschap op de stuwwal van oudsher een belangrijke vestigingsplaats voor diverse papierfabrieken en wasserijen uit de regio. Het plangebied kent mede hierdoor grote contrasten in maat, schaal en verschijningsvorm. Naast grootschalige bedrijfsgebouwen en fabriekshallen (welke veelal een relatie hebben met de papierfabricage van weleer) liggen fragiele lintstructuren, oude dorpswegen en boslanen. De stedelijke structuur van de Zuidwestpoort is hierdoor veelkleurig en gefragmenteerd. Wel vallen hierbij een aantal zaken op. Zo is de bebouwing buiten de RING sterk geënt op de richting van deze infrastructuur. Daarnaast kennen tussen de RING en de Jachtlaan, de grotere bebouwingsclusters aan de zuidzijde een dominante richting sterk geënt op de historische structuur (nu nog zichtbaar door de diverse houtwallen). Aan de noordzijde is juist sprake van geheel eigen richting die zich overwegend parallel presenteert met fronten naar de Laan van Spitsbergen. De Veenweg, als oud bebouwingslint, vormt hierop een uitzondering. Deze richtingen zijn stedebouwkundig uitgangspunt bij de verdere doorontwikkeling van de Zuidwestpoort

Op onderstaande afbeelding wordt duidelijk welke richtingen te herkennen zijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1114-vas1_0012.png"

De volgende speerpunten gelden:

  • ontwikkel een optimaal verkeersmodel die de auto, fiets en het spoor maximaal faciliteert,
  • geef vorm aan de overgang Veluwe naar de stad. Het landschappelijk kader,
  • goede en zorgvuldige frontvorming naar de Europaweg. De stedebouwkundige verankering door te sturen op richting, oriëntatie, front en positie,
  • zorgvuldige koppeling/overgangen naar de omliggende woonmilieus en beken en sprengen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1114-vas1_0013.png"

Stedebouwkundig kader:

Op het bovenstaande kaartje zijn de stedebouwkundige essenties voor de doorontwikkeling van Brouwersmolen weergegeven. Zoals eerder benoemd zijn daarin belangrijk de hoofdrichtingen, accenten en de benodigde ruimte voor een overgangszone tussen infra en het bedrijventerrein. Dit staat volledig los van de discussie rondom de verdubbeling van de Europaweg en of het verder afwaardering van het kantoorprogramma. Door het groen blauwe raamwerk als kader te schetsen ontstaan ontwikkelvlekken waarbinnen het landschap een symbiose aangaat met de bebouwing.

De Europaweg vormt hierin de belangrijkste drager. Vooral het stuk tussen RING en Jachtlaan bepaald in grote mate de belevingswaarde van dit bedrijventerrein. Voor de RING is het landschap dominant en na de Jachtlaan presenteert de stad zich nadrukkelijk. In het tussenliggende deel is de voor Apeldoorn zo kenmerkende balans tussen stedelijkheid en landschap de kwaliteit.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1114-vas1_0014.png"

Bovenstaande kaartbeeld laat zien hoe infrastructuur, landschap en de stedebouwkundige onderlegger op elkaar reageren en zo elkaar versterken. In de basis is dit voldoende.

Inzet is om te komen tot nieuwe representatieve bebouwing langs de Europaweg. Hiervoor zijn een aantal spelregels belangrijk: (de cursief weergegeven randvoorwaarden zijn ook voor de bebouwing aan de RING van toepassing).

  • Nieuwe bebouwing wordt met attractieve fronten naar de wegen (Europaweg, Laan van Westenenk) gesitueerd waarbij ze ingepast worden in een groene setting.
  • Inzet is een beeldsequentie van bebouwing afgewisseld met doorgaande houtwallen (landschappelijk casco). Tussen de doorgaande groenstructuren is de bebouwing door een transparantere bosstrook waarneembaar).
  • Parkeren uit het zicht door deze goed in te passen in het landschap.
  • Zoeken naar een goede aansluiting van het groen op de bedrijfsterreinen op het groenblauwe raamwerk.
  • Geen dominante hoogbouw met brede fronten langs de Europaweg / Laan van Westenenk maar een reeks van losse gebouwen, met op zichtassen hoogteaccenten, die zich zelfstandig presenteren.
  • De richting van de bebouwing ondersteunt het landschappelijk casco en is hier afgeleide van.
  • De markering van de kruising van de Ring en de Europaweg dient op een zorgvuldige wijze vormgegeven te worden met oog voor de omgeving .
  • Accenten mogen maximaal 20 m hoog zijn en kennen bij voorkeur een schijfvormige hoofdbouwmassa.

Het bedrijventerrein heeft als geluidgezoneerd industrieterrein (volgens de Wet geluidhinder) een vastgestelde geluidzone. De geluidbelasting van het industrieterrein als geheel mag een wettelijk bepaalde geluidsnorm op de buitenste grens van die geluidzone niet overschrijden. Uitgangspunt is om de vastgelegde geluidzone te handhaven en dus niet te verruimen. Verruiming van de geluidzone is alleen aan de orde indien noodzakelijk vanwege geldende milieuvergunningrechten.  

De oorspronkelijke geluidzone rond industrieterrein Brouwersmolen is op 19 januari 1990 door Gedeputeerde Staten van Gelderland vastgesteld. Al sinds de eerste vaststelling in 1990 is de geluidzone te krap geweest. In 2003 is een plan van aanpak gemaakt om de overschrijdingen op te lossen via wijziging van de milieuvergunningvoorschriften. Dat plan is uitgevoerd in de periode van 2003 tot 2010 en resulteerde in het terugbrengen van de overschrijding naar 0,4%. In 2005 is de zone verruimd aan de noordoost zijde. De zone wordt momenteel nog overschreden aan de west- en de zuidoostzijde Gebleken is dat het redelijkerwijs- met toepassing van de Best Beschikbare Technieken - niet mogelijk is om de geluidsruimten van deze inrichtingen verder te beperken. Hiermee moet de geluidzone aan de west- en zuidoostzijde worden verruimd. Een verdere toelichting hierover is opgenomen in hoofdstuk 5

De planologisch-juridische mogelijkheden voor het bedrijventerrein worden afgestemd op de bestaande geluidzone. Dit door de interne milieuzonering van het bedrijventerrein hierop af te stemmen. Een nadere toelichting hierover is opgenomen in hoofdstuk 5.