Plan: | Brouwersmolen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1114-vas1 |
Structuurplan stedelijk gebied
In februari 2002 heeft de gemeenteraad het structuurplan voor het stedelijk gebied vastgesteld. In het structuurplan zijn de ambities van de stad voor de langere termijn (tot 2020) geformuleerd.
Het structuurplan gaat uit van het concept van de complete stad. In de complete stad horen naast intensief gebruikte stedelijke ruimte ook openbare ruimte van hoge kwaliteit en speel- en recreatieruimte thuis. Compacte stedelijke toevoegingen zullen vooral in en om het centrum en de stadsdeelcentra een plek krijgen. Daardoor wordt niet alleen het draagvlak voor de voorzieningen aldaar vergroot, maar kan ook elders, bijvoorbeeld in ruimer opgezette woonwijken, ruimte gespaard blijven.
In het structuurplan wordt maximaal ingezet op de ontwikkeling van een B-locatie voor kantoren in de Zuidwestpoort en Malkenschoten. Op de ontwikkelingsvisie is de zone langs de Europaweg aangewezen als een ontwikkelings/herstructureringslocatie voor kantoren.
Momenteel is een nieuw structuurplan in voorbereiding.
Zuidwestpoort
Bedrijventerrein Brouwersmolen maakt deel uit van de Zuidwestpoort van Apeldoorn. Voor de Zuidwestpoort is een ruimtelijke visie vastgesteld. De visie is vastgelegd in de volgende documenten:
De Zuidwestpoortvisie heeft als doel om bij en langs de Europaweg het voor Apeldoorn kenmerkende groene karakter zichtbaar te maken en de stad te presenteren als dynamische werkstad. De visie voor de Zuidwestpoort gaat uit van het toevoegen van een groot programma aan kantoorruimte.
Het bestemmingsplan Brouwersmolen legt het ruimtelijk kader voor de komende tien jaar vast. Op dit moment is de inschatting dat binnen die periode de verdere ontwikkeling van de Zuidwestpoortvisie als geheel in haar huidige vorm weinig waarschijnlijk is. De Zuidwestpoortvisie als geheel wordt dan ook niet aangemerkt als het ruimtelijke kader voor het nieuwe bestemmingsplan Brouwersmolen. Dit conform de Nota van Uitgangspunten voor het bestemmingsplan, zoals vastgesteld door de raad op 8 maart 2012.
De Groene Mal
Het gemeentelijk groenbeleid is neergelegd in de Groene Mal (oktober 2002), dat het groene kader is waarbinnen andere ruimtelijke functies een plaats krijgen.
Door middel van de Groene Mal wil Apeldoorn zich profileren als groene stad waar het goed wonen en werken is: Meer vulling, differentiatie en contrast in de stad is best, maar dan wel met behoud van de groene identiteit die Apeldoorn tot een gewilde vestigingsstad maakt. Deze identiteit moet duurzaam worden gegarandeerd.
De Groene Mal richt zich expliciet op zeven belangrijke groene structuren in de stad. Dit zijn de beken, de sprengen, de kanaalzone, de lanen, de parken, de grote groengebieden en de groene wiggen. Het onderdeel beken en sprengen is uitgewerkt in het Waterplan
In de Groene Mal wordt de Europaweg aangemerkt als een van de lanen die de entree en het visitekaartje vormen voor Apeldoorn. Het ontbreekt op enkele plaatsen langs onder andere de Europaweg nog aan de gewenste groene structuur. Daarom is de Europaweg als een van de 'Projecten lanenstructuur (12)' op de afbeelding weergegeven.
Waterplan Apeldoorn
Om te anticiperen op (beleids)ontwikkelingen en om de leefkwaliteit van de stad te vergroten heeft Apeldoorn gezamenlijk met het waterschap Veluwe en Vitens in 2005 een gemeentelijk Waterplan opgesteld. Het Waterplan is door de gemeenteraad vastgesteld en gekozen is voor het ambitieniveau Actief Duurzamer. De hoofdlijnen van het waterplan zijn:
Het verontreinigde grondwater wil de gemeente saneren en beheersen. Het beheersen wil zij doen door grondwater dat vrijkomt bij het bestrijden van wateroverlast aan te wenden voor duurzame energie. Bijvoorbeeld door het water te gebruiken bij koude/warmteopslag of -onttrekking. Vervolgens gaat het water naar de beken, daarna naar het kanaal en tot slot is het bestemd voor de infiltratie voor de drinkwaterbereiding bij Vitens.
Het bestemmingsplan Brouwersmolen ligt in het project duurzaam grondwaterbeheer Ugchelen. Dit is een deelproject van het gebiedsgericht grondwaterbeheer Apeldoorn. Voor dit project is het plan "GGB plan projectgebied Ugchelen, op weg naar duurzaam grondwaterbeheer" april 2011 opgesteld. In dit plan zijn de grondwatersaneringen van de Hoenderloseweg 145a, de Ugchelseweg 78 en de Laan van Westenenk gekoppeld aan de behoefte aan koel- en proceswater van de bedrijven Owens Corning en AFP Holland B.V. Het bedrijf AFP Holland B.V. loost het koelwater vervolgens op de Eendrachtsspreng.
Herstel van beken en sprengen speelt een belangrijke rol binnen het realiseren van de waterplandoelen. De sprengen en beken vormen een kenmerkend systeem en hebben een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis en ontwikkeling van Apeldoorn. De sprengen werden al in de 16e eeuw aangelegd ten behoeve van energie- en waterwinning voor bijvoorbeeld papier-, koren- en oliemolens. In de loop van de tijd verloren de sprengen door vernieuwende ontwikkelingen in de industrie hun economische betekenis. Het sprengensysteem werd gedempt en verdween onder de grond.
De gemeente Apeldoorn en het Waterschap Veluwe werken aan het herstel van het sprengensysteem, vanuit waterhuishoudkundig, ecologisch, cultuurhistorisch en recreatief oogpunt. Het sprengensysteem kan hierdoor (opnieuw) een waardevolle, groen-blauwe structuur in de stad worden
In het Apeldoorns Waterplan zijn de ambities en de karakteristieken per spreng benoemd. In uitwerking daarop zijn per spreng specifieke visies vastgesteld.
Eendrachtsprengvisie
De ontwikkeling van (delen van) de Zuidwestpoort leiden tot veranderingen. Zij vormen mede de aanleiding om enkele ambities uit het Apeldoorns Waterplan nu te realiseren. Dit is vervat in de 'De Eendrachtsprengvisie'.
Visie beek in het Orderveen & Rode beek
De Beek in het Orderveen (BIHO) en de Rode beek (RB) zijn twee van de diverse beken en sprengen die uitmonden in de Grift. De visie Beek in het Orderveen en Rode Beek is de eerste stap om tot een nieuwe inrichting van de BIHO en de RB te komen.
Beide visies zijn vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders.
Strategisch economische beleidsvisie Apeldoorn 2000 – 2020.
In dit document staan de belangrijkste uitgangspunten en ambities voor het economische beleid van Apeldoorn tot 2020. Voor verschillende economische sectoren zijn gedetailleerde uitvoeringsplannen gemaakt. Als ambitie kiest Apeldoorn voor verdere economische ontwikkeling. Speerpunten zijn:
Voor het realiseren van de speerpunten voert de gemeente concrete activiteiten en projecten uit op verschillende economische terreinen: kantoren en bedrijven, wijkeconomie, zorgsector, detailhandel en horeca, plattelandsontwikkeling en - economie, arbeidsmarkt en relatiebeheer.
Voor bedrijventerrein Brouwersmolen wordt vooral ingezet op het behouden van bestaande bedrijven, het aantrekkelijk houden en maken van de bedrijfsomgeving, het aantrekken van nieuwe bedrijven en actief accountmanagement naar de gevestigde bedrijven
Perifere en grootschalige detailhandel
In januari 2010 heeft de gemeenteraad van Apeldoorn de beleidsnotitie " Perifere en grootschalige detailhandel gemeente Apeldoorn, herijking van beleid" vastgesteld.
Op basis van de gewenste detailhandelsstructuur, een verkenning van de marktmogelijkheden (uitbreiding), de mening van de markt en de inschatting van de clusteringsmogelijkheden van bestaande perifere winkels bevat de beleidsnotitie ondermeer de volgende aanbevelingen:
De winkelvoorziening aan de Europaweg is aangeduid als een cluster voor doelgerichte aankopen. Het huidig winkelaanbod is breder, en bevat tevens voorzieningen die buiten de definitie van PDV voorzieningen vallen. Het herijkte beleid zegt daarover het volgende: "Realisatie PDV-cluster (aloude PDV) aan de Europaweg met een stedelijke/stadsdeelverzorgende functie, qua segmentering laag- tot middenkwaliteit, ruimte biedend aan kleinschaliger specialismen, complementair aan het grootschalige doelgericht cluster; Dit is feitelijk een voortzetting van beleid voor deze locatie, met daarbij de restrictie dat de nu gevestigde GDV-formules niet langer passen in het profiel van deze locatie." Zittende winkeliers worden niet in hun normale ontwikkelingsmogelijkheden aangetast.
Verkeersvisie
Het gemeentelijk verkeersbeleid is vastgelegd in de Verkeersvisie 2010 - 2020 (vastgesteld juli 2009). Hierin heeft de gemeente een aantal doelen vastgesteld. De gemeente wil de verkeersveiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid behouden en liefst nog vergroten.
De gemeente faciliteert alle vervoerswijzen en probeert de kennis van de reiziger over de verschillende mogelijkheden te vergroten. Het doel voor verkeersveiligheid is een reductie van 35% van het aantal ongevallen in 2020 ten opzichte van 2002. Om dit doel te bereiken wordt ingezet op het veiliger en herkenbaarder maken van de infrastructuur en gedragsbeïnvloeding van de verkeersdeelnemers.
Er worden drie categorieën hoofdwegen onderscheiden: de Ring, de radialen en de centrumring en de overige hoofdwegen. De Ring is de belangrijkste verdeler van het verkeer in de stad. Het autoverkeer krijgt hier de hoogste prioriteit. De radialen en de centrumring hebben als doel het bieden van een snelle route naar en om het centrum heen.
Het autoverkeer wordt gebundeld op hoofdwegen. De hoofdwegen verbinden stadsdelen met elkaar, met de snelwegen en met de rest van de wereld.
De gemeente streeft goede voetgangersvoorzieningen na. De gemeente blijft inzetten op goede fietsenstallingen en fietsdoorstroomassen: snelle aantrekkelijke fietsroutes, waar je als fietser snel, comfortabel en veilig kunt fietsen. Alle inwoners van Apeldoorn moeten gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer. De bus speelt hierin een belangrijke rol.
Naast de hoofdwegen zijn er de verblijfsgebieden. In verblijfsgebieden wordt voornamelijk gewoond.
De parkeernormen zijn vastgesteld in de Parkeernota (geactualiseerd oktober 2004).
Nota I-cultuur
De nota I-cultuur is door de gemeenteraad vastgesteld op 16 februari 2006. Kern van de nota is dat cultuurhistorie van essentieel belang is voor de identiteit van Apeldoorn. De bestaande kwaliteiten van de woonwijken, de binnenstad, de dorpen en het afwisselende buitengebied gelden als leidraad voor nieuwe ontwikkelingen. Cultuurhistorie levert bouwstenen aan om ruimtelijke projecten mogelijk te maken met behoud van identiteit. Hiervoor wordt een cultuurhistorische analyse van een gebied gemaakt. Daarmee ontstaat inzicht in de aanwezige (boven- en ondergrondse) cultuurhistorische waarden. Naast het vastleggen van kennis over landschap, geomorfologie, stedenbouw, archeologie en architectuur geeft de analyse aanbevelingen over de inzet van deze waarden in nieuwe ontwikkelingen. Bij deze nota horen een archeologische en cultuurhistorische beleidskaart
Archeologische beleidskaart
De archeologische beleidskaart doet op perceelsniveau een uitspraak over de trefkans van archeologische resten. De trefkans kent drie gradaties:
bij ruimtelijke ontwikkelingen is archeologisch onderzoek verplicht. Gestreefd wordt naar behoud van archeologische waarden;
bij ruimtelijke ontwikkelingen is archeologisch bureauonderzoek verplicht, afhankelijk van de uitkomsten kan veldonderzoek verplicht worden. Gestreefd wordt naar behoud van archeologische waarden;
Bij ruimtelijke ontwikkelingen is een archeologische quick-scan vereist, afhankelijk van de resultaten wordt vervolgonderzoek aanbevolen. Behoud van archeologische waarden wordt aanbevolen.
Cultuurhistorische beleidskaart
Op deze kaart staat de mate waarin de cultuurhistorische waarden een rol zullen spelen bij ruimtelijke plannen. De attentiewaarde kent drie gradaties:
Welstandsbeleid
Artikel 12a van de Woningwet verplicht alle gemeenten om een welstandsnota vast te stellen. Die welstandsnota moet, in de vorm van beleidsregels, criteria bevatten voor de welstandstoetsing.
Om te voldoen aan deze verplichting heeft de gemeenteraad in juli 2004 de kadernota 'Over welstand geschreven' vastgesteld. De nota geeft de kaders voor het welstandsbeleid. Hiermee worden bouwplannen getoetst aan redelijke eisen van welstand, om de fraaie leefomgeving in de stad te behouden en te versterken.
In deze nota wordt voor ieder perceel in Apeldoorn één welstandsthema en één welstandsniveau aangewezen. Het niveau geeft aan hoeveel welstandsaandacht de gemeente aan een gebied geeft, waarbij de niveaus variëren van zwaar tot welstandsvrij. Het thema wordt bepaald door de bouwstijl of bouwperiode van de bebouwing. In het bestemmingsplan wordt het specifieke karakter van het gebied geregeld voor zover dit gaat om bebouwingsregels en gebruik. Het welstandsbeleid is hierop aanvullend en heeft betrekking op situering, massa en vorm, gevelkarakteristiek en detaillering, kleur en materiaalgebruik.
In paragraaf 5.2 wordt nader ingegaan op de beelkkwaliteit van Brouwersmolen.