direct naar inhoud van Artikel 10 Natuur
Plan: Brouwersmolen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1114-vas1

Artikel 10 Natuur

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, bescherming, aanleg en versterking van het bos en de natuur- en cultuur-historische waarden;
  • b. recreatief medegebruik (wandelen, fietsen, verblijfsplekken zoals picknickplaatsen);
  • c. water, waaronder beken, sprengen en poelen;
  • d. in- en uitritten, voorzover bestaand;
  • e. nutsvoorzieningen;

met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

10.2 Bouwregels

Naast de algemene bouwregels van artikel 21 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema.

Bebouwing   Maximale oppervlakte   Maximale goothoogte   Maximale bouwhoogte   Bijzondere regels  
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde       2 m    
10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op de bescherming van de landschappellijke, natuur en/of cultuurhistorische waarden nadere eisen stellen aan de omvang en situering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Op het stellen van nadere eisen zijn de in artikel 29 opgenomen procedureregels van toepassing.

10.4 Afwijken van de gebruiksregels
10.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 10.1 onder d bepaalde teneinde nieuwe in- en uitritten toe te staan.

10.4.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in lid 10.4.1 is alleen mogelijk mits:

  • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappellijke, natuur en/of cultuurhistorische waarden en het stedenbouwkundig beeld dat in het plan is beoogd;
  • b. de verkeersveiligheid niet onevenredig wordt aangetast.
10.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.5.1 Vergunningplicht

Het is verboden om zonder of in afwijking van een door het bevoegd gezag verleende vergunning:

  • a. wegen en paden (waaronder in- en uitritten) aan te leggen en te verharden of andere oppervlakteverhardingen aan te brengen;
  • b. de bodem te verlagen en gronden af te graven, op te hogen en te egaliseren;
  • c. ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en daarmee samenhangende constructies, installaties en apparatuur aan te brengen;
  • d. andere handelingen te verrichten die de dood of ernstige beschadiging van bomen ten gevolge hebben of kunnen hebben.
10.5.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het onder 10.5.1 opgenomen verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:

  • a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. waarmee is begonnen op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
  • c. als bedoeld in sublid 10.5.1 onder e, voor zover de artikelen 4.5.1 tot en met 4.5.11 van de Algemene Plaatselijke Verordening daarop van toepassing zijn.
10.5.3 Beoordelingscriteria

Werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in dit lid zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappellijke, natuur en/of cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.