direct naar inhoud van 2.3 Algemene provinciale structuurvisie ruimtelijke ordening ( voorheen: Streekplan Gelderland 2005)
Plan: Zwolseweg 381 en 383 Wenum Wiesel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1112-vas1

2.3 Algemene provinciale structuurvisie ruimtelijke ordening ( voorheen: Streekplan Gelderland 2005)

Het Streekplan Gelderland 2005 (vastgesteld op 29 juni 2005) is er op gericht de verschillende functies in regionaal verband een zodanige plek te geven dat de ruimtelijke kwaliteiten worden versterkt en er zuinig en zorgvuldig met de ruimte wordt omgegaan. Naast het generieke beleid, het beleid dat geldt voor de gehele provincie, wordt in het streekplan dan ook uitvoerig ingegaan op het regiospecifieke beleid.

Generiek beleid

Hoofddoel van het streekplanbeleid is het scheppen van ruimte voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak. Om krachtige steden en vitale regio's te bevorderen zijn de belangrijkste uitgangspunten 'bundeling van verstedelijking aan/nabij infrastructuur' en het 'organiseren in stedelijke netwerken'. Bundelingsbeleid is een centraal uitgangspunt voor de wijze waarop in het Gelders ruimtelijk beleid wordt omgegaan met verstedelijking. Bundeling in Gelderland heeft met name de volgende doelen:

  • handhaving/versterking van de economische en culturele functie van de steden;
  • behoud/versterking van het draagvlak voor stedelijke voorzieningen;
  • optimale benutting van infrastructuur, kansen voor openbaar vervoer en fietsgebruik.

In het provinciaal beleid voor stedelijke ontwikkeling wordt onderscheid gemaakt tussen bestaand bebouwd gebied en stedelijke uitbreiding. Het accent van de provinciale beleidsambities ligt op de vernieuwing en het beheer en onderhoud van bestaand bebouwd gebied. Hiervoor zijn nodig:

  • een verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving en openbare ruimte door fysieke aanpassingen;
  • het oplossen en voorkomen van milieuproblemen en -knelpunten door een duurzame planontwikkeling;
  • door kwalitatief woonbeleid bevorderen dat woonmilieus en de kwaliteit van de woningen aansluiten op de vraag van de inwoners;
  • intensivering van het stedelijk grondgebruik, maar wel met behoud van karakteristieke elementen en zorgvuldig omgaan met open ruimten daarbinnen.

Uitgangspunt van het Gelders kwalitatief woonbeleid is dat de gemeenten -samenwerkend in regio's- voorzien in een aanbod aan woningen dat past bij de geconstateerde regionale kwalitatieve woningbehoefte. Dit is vastgelegd in het Kwalitatief Woonprogramma. Het aanbod aan woningen en woonmilieus moet beter aansluiten bij de voorkeuren van bewoners. Om deze reden bevordert de provincie vooral de realisatie van woningen voor ouderen en starters en van de woonmilieus centrum-stedelijk en landelijk wonen. Voorts wil de provincie een versnelling bevorderen van herstructurering en transformatie van bestaand bebouwd gebied, het aanpakken van de stagnerende (nieuwbouw)productie, het vergroten van het aanbod aan levensloopbestendige woningen en wijken en het versterken van verscheidenheid en identiteit.

In de streekplanuitwerking 'Zoekzones stedelijke functies en landschappelijke versterking' zijn de zoekzones aangegeven waarbinnen toekomstige woningbouw wenselijk wordt geacht. De zoekzones zijn vervolgens overgenomen in de Ruimtelijke Verordening Gelderland. De (grotere) zoekzones zijn als een gebied op de kaart behorende bij de streekplanuitwerking (en de verordening) aangegeven. Voor de zoekzones bij kleine kernen (Waaronder Wenum) en buurtschappen is echter gekozen voor een symbolische aanduiding, een stip op de kaart ter hoogte van de betreffende kern of het betreffende buurtschap. Gedachtegang hierachter is dat gemeenten de ruimte moeten hebben om - uitgaande van de aanwezige kwaliteiten - in en rond kleine kernen en buurtschappen maatwerk voor nieuwe woon- en werkfuncties te realiseren met in acht neming van de gestelde beleidskaders. Wenum, waar het plangebied toe behoort, heeft ook een aanduiding zoekzone kleine kernen. Het streekplan (en de ruimtelijke verordening) biedt dus de mogelijkheid om met maatwerk woningbouw op de locatie van de Oude Zwolseweg 381/383 toe te staan.
Zowel in nieuw als in bestaand bebouwd gebied streeft de provincie naar een duurzaam watersysteem. Het water in de stad wordt met het omringend watersysteem als één geheel beschouwd. Nadelige effecten op de waterhuishouding moeten in beginsel worden voorkomen. In het plan is, in overleg met het waterschap, aandacht besteed aan een optimale inpassing van de papegaaibeek en wordt daarmee aangesloten bij provinciaal beleid.

Regiospecifiek beleid: de Stedendriehoek

Om de afstemming met regionale ontwikkelingen te optimaliseren is het streekplan mede gebaseerd op regionale structuurvisies die zijn aangeleverd door de Gelderse regio's. Voor de regio Stedendriehoek refereert het streekplan dan ook sterk aan de structuurvisie Ruimtelijk structuurbeeld 2030 stedelijk netwerk Stedendriehoek.

Voor het versterken van het regionaal stedelijk netwerk Stedendriehoek is bundeling het leidend principe. Dit houdt in dat het regionale programma voor wonen, werken en voorzieningen zoveel mogelijk gebundeld moet worden gerealiseerd binnen het stedelijk netwerk. Het overgrote deel van de woningbouwopgave ligt in de steden Apeldoorn, Zutphen en Deventer. Het regionale programma voor wonen en werken moet zoveel mogelijk gebundeld en gekoppeld aan knooppunten van infrastructuur worden gerealiseerd in het bundelingsgebied van de Stedendriehoek. De verstedelijkingsopgave is zowel gericht op inbreiden binnen de steden als uitbreiden buiten de steden.

De regio Stedendriehoek kiest voor verdere herstructurering en intensivering van bestaand stedelijk gebied: 45% van de nieuw te bouwen woningen wordt gerealiseerd door herontwikkeling van bestaand stedelijk gebied. De Oude Zwolseweg 381/383 grenst aan het "bestaande stedelijke gebied" van Wenum zoals dat is vastgelegd in het streekplan. Het uitgangspunt is hergebruik van bestaande bebouwing geweest en de ontwikkeling bevat dan ook de bundelingsgedachte en sluit daarmee ook aan bij het provinciale en regiospecifieke beleid.