Plan: | Zwolseweg 381 en 383 Wenum Wiesel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1112-vas1 |
Het initiatief aan de Zwolseweg 381 en 383 ligt binnen de zoekzone voor kleine kernen en past daarmee binnen het provinciaal beleid. In aanvulling daarop wordt geconstateerd dat er sprake is van functieverandering aan de rand van het buitengebied (aan overzijde van de Oude Zwolseweg ligt het "bestaand stedelijke gebied"), waarbij rekening gehouden met de monumentale waarden van bestaande bebouwing (Pnielkerk) en bijbehorende waardevolle terrein. Hierdoor ontstaat er een vorm van inpassing met maatwerk die aansluit bij de uitgangspunten van functieverandering zoals vastgelegd in het regionale beleidskader dat voortvloeit uit het provinciale beleid voor hergebruik van vrijkomende gebouwen in het buitengebied "Waar stallen verdwijnen: Oude erven, nieuwe functies".
Het betreft een ontwikkeling met als uitgangspunt hergebruik van bestaande bebouwing. Het plan maakt de realisatie van appartementen in een gemeentelijk monument mogelijk en de nieuwbouw van een blok met 6 appartementen. Daarnaast krijgt de kosterswoning (onderdeel uitmakend van het gemeentelijk monument) de woonbestemming. Het gemeentelijk monument staat op dit moment leeg. Naar een nieuwe functie passend binnen het bestemmingsplan is geen vraag of is financieel niet haalbaar in verband met de hoge kosten dat het onderhoud van een kerk met zich mee brengt. Een monument kan niet zonder een functie. Het gebruik van een monument met inachtneming van de monumentale waarden geeft het toekomstwaarde. Om het gemeentelijk monument te kunnen behouden in goede staat is de realisatie van appartementen in het complex een passend alternatief. Om het plan financieel haalbaar te maken is in overleg met de provincie uiteindelijk gekozen voor gedeeltelijke nieuwbouw (6 appartementen achter het bestaande complex). De 6 extra appartementen zijn nodig omdat de regeling voor functieverandering alleen de ontwikkeling niet financieel uitvoerbaar maakt.
De ontwikkeling zet in op maatwerk door rekening te houden met de omliggende landschappelijke-, ecologische- en waterstaatkundige waarden door de inrichting daarbij te laten aan te sluiten en te investeren in landschappelijke inpassing. Er wordt gekozen voor openheid en een duidelijke relatie tussen de appartementen en het achtergelegen landschap. De nieuwbouw staat als het ware in het gras en wordt ruimtelijk ingepast. Ook de kerk en de kosterswoning krijgen een sterker relatie met het landschap. De waardevolle landschapselementen, zoals de openheid en het uitzicht, die kenmerkend zijn voor het gebied worden ook binnen dit deel van het plan teruggebracht. Daarnaast krijgt de Papegaaibeek extra aandacht zodat de natuurwaarde van de beek, wat een waardevol water is, wordt verhoogd. Dit is afgestemd met het waterschap en krijgt vorm door voldoende afstand aan te houden met betrekking tot de bebouwing en ook in de inrichting is dit terug te zien doordat het parkeren en verhardingen op ruime afstand van de beek wordt gesitueerd. De ontwikkeling houdt rekening met de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het gebied. Dit heeft vorm gekregen door een uitgebreid landschapsplan op te stellen, meerdere malen overleg te voeren met de CRK, inclusief de monumentendeskundige en door ook een bijpassende regeling te treffen in onderhavig bestemmingsplan. Zo is er een specifieke regeling voor de woonbestemming gekomen en is het groen en de natuur (inclusief beek specifieke bescherming voor de beek) ook specifiek bestemd, ter versterking van de ruimtelijke kwaliteit.
In 2009 is in een vooroverleg door de provincie Gelderland ambtelijk provinciale (schriftelijke) instemming gegeven om, gezien voorgaande overwegingen, verder te gaan met de planontwikkeling. Eind 2011 zijn de plannen nogmaals ambtelijk afgestemd.