direct naar inhoud van Artikel 19 Wonen - Uit te werken
Plan: Sprenkelaar en Anklaar
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1093-vas1

Artikel 19 Wonen - Uit te werken

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen,
  • b. verkeers-, verblijfs en parkeerdoeleinden;
  • c. groen- en speelvoorzieningen;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen
  • e. geluidswerende voorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;

met de daarbij bijbehorende bouwwerken, tuinen en erven

19.2 Uitwerkingsregels

Met toepassing van het in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bepaalde werken burgemeester en wethouders de in lid 19.1 omschreven bestemming uit, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. binnen het bestemmingsvlak Wonen - Uit te werken ter plaatse van de Wilhelm Tellstraat is toegestaan een complex van gestapelde woningen met een hoogte van maximaal 21 m en een grondoppervlakte van maximaal 3000 m² of grondgebonden woningen met een hoogte van maximaal 9 m, waarbij het bestemmingsvlak voor maximaal 50% mag worden bebouwd;
  • b. binnen de bestemmingsvlakken Wonen - Uit te werken ter plaatse van de Parelvissersstraat zijn grondgebonden woningen toegestaan met een hoogte van maximaal 9 m, waarbij elke bestemmingsvlak voor maximaal 70% mag worden bebouwd.
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen, overkappingen en aan- en uitbouwen mag per kavel/woning maximaal 50 m² bedragen;
  • d. de hoogte van vrijstaande bijgebouwen en overkappingen mag maximaal 3 m bedragen;
  • e. burgemeester en wethouders kunnen in de uitwerking een nadere eisenregeling opnemen ten aanzien van de afmetingen en situering van bouwwerken, een en ander met het oog op:
    • 1. het waarborgen van de in het plan beoogde stedenbouwkundige kwaliteit;
    • 2. het voorkomen van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
    • 3. het bewerkstelligen van een onderlinge afstemming van de bebouwing;
19.3 Bouwregels
  • a. Het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 19.1 dient te geschieden overeenkomstig een door burgemeester en wethouders vastgesteld uitwerkingsplan dat in werking is getreden en/of onherroepelijk is geworden.
  • b. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het onder a van dit lid bepaalde voor het bouwen van bouwwerken vóór het tijdstip van inwerkingtreding van het onder a bedoelde uitwerkingsplan, indien het bouwplan in overeenstemming is met het (voor)ontwerp-uitwerkingsplan en en de realisatie ervan past binnen de economische en financiële uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.
    Een beslissing omtrent deze afwijking wordt niet genomen dan nadat belanghebbenden gedurende twee weken, na publicatie van het voornemen tot het afwijken in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk zienswijzen tegen die voorgenomen afwijking bij burgemeester en wethouders in te dienen.