direct naar inhoud van Artikel 18 Verkeer - Spoorweg
Plan: Bestemmingsplan Beekbergen en Lieren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1090-vas1

Artikel 18 Verkeer - Spoorweg

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Spoorweg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen, waaronder in ieder geval begrepen stationsgebouwen, werkplaatsen, overkappingen, seinpalen, telegraafpalen, ongelijkvloerse kruisingen, tunnels, bruggen, taluds, bermen en bermsloten, geluidwerende voorzieningen en afschermingen.

18.2 Bouwregels

Naast de algemene bouwregels van artikel 29 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema.

Bebouwing   Maximale oppervlakte   Maximale goothoogte   Maximale bouwhoogte   Bijzondere regels  
Gebouwen en overkappingen   bouwvlak, met inachtneming van ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)'   de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven waarde   de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven waarde   van de bouwhoogtebepaling zijn tunnels uitgezonderd  
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen       antenne-installati es: 15 m;
seinpalen, telegraafpalen en overige aan het (historisch) treinverkeer verbonden voorzieningen: 10 m.
overig: 2 m.  
 

18.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van de bebouwing binnen het bouwvlak teneinde de bebouwing in een compacte eenheid te situeren, voor zover dit noodzakelijk wordt geacht voor een landschappelijk, cultuurhistorisch en stedenbouwkundig aanvaardbare en verantwoorde inpassing in de omgeving.

Op het stellen van nadere eisen zijn de in artikel 38 opgenomen procedureregels van toepassing.

18.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 18.2 bepaalde:

  • a. teneinde de te bebouwen oppervlakte en inhoud met maximaal 15% te vergroten, mits:
  • de nabij gelegen belangen niet onevenredig worden geschaad;
  • de vergroting uit landschappelijk en ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar is;
  • b. voor het oprichten van gebouwen in de vorm van seinhuisjes van maximaal 20 m² en spoorwachtershuisjes van maximaal 12 m² en 3 m goothoogte en sanitaire voorzieningen van maximaal 20 m² en 3 m goothoogte, buiten het aangegeven bouwvlak;
  • c. voor het oprichten van telegraafpalen met een cultuurhistorisch karakter.