direct naar inhoud van Artikel 12 Maatschappelijk
Plan: Bestemmingsplan Beekbergen en Lieren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1090-vas1

Artikel 12 Maatschappelijk

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende en parkeervoorzieningen, met dien verstande dat een bedrijfswoning uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.

12.2 Bouwregels

Naast de algemene bouwregels van artikel 29 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 12.3 genoemde afwijkingen.

Bebouwing   Maximale oppervlakte   Maximale goothoogte   Maximale bouwhoogte   Bijzondere regels  
Gebouwen en overkappingen, met uitzondering van bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning   bouwvlak, met inachtneming van ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)'   de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven waarde   de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven waarde    
Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning   50 m², mits niet meer dan 60% van de kavel (met inbegrip van alle op de kavel aanwezige bebouwing) bebouwd wordt; 20 m² is in ieder geval toegestaan.   bijgebouw: 3 m.   bijgebouw: 5 m;
overkapping: 3 m.  
- situering minimaal 3 m achter de lijn, waarin de voorgevel van de bedrijfswoning is gebouwd (12.3a);
- bij een aan de bedrijfswoning aangebouwd bijgebouw of overkapping waarvan het dakvlak in het verlengde van het dakvlak van de bedrijfswoning ligt mag op de bouwhoogte van het dakvlak van de bedrijfswoning worden aangesloten;
- voor het bepalen van de oppervlakte worden bijgebouwen en aan- of uitbouwen die worden gebruikt voor beroepsuitoefening aan huis dan wel voor niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis meegeteld;
- in bijgebouwen is het aanbrengen van voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de beroepsuitoefening aan huis dan wel voor de niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis toegestaan.  
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen       tuinmeubilair: 3 m;
antenne-installat ie s: 15 m;
speel- en klimtoestellen: 4 m (12.3b);
overig: 2 m  
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de naar de straat of openbaar verblijfsgebied georiënteerde gevel(s) bedraagt ten hoogste 1 m.  

12.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken:

  • a. van het in lid 12.2 bepaalde dat bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning minimaal 3 meter achter de lijn waarin de voorgevel is gebouwd moeten worden gesitueerd, eventueel met overschrijding van de bouwgrens, indien dit past in het stedenbouwkundig beeld dat in het plan is beoogd;
  • b. van het in lid 12.2 bepaalde ten behoeve van het bouwen van speel- en klimtoestellen tot een bouwhoogte van 6 meter, mits hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het in het plan beoogde stedenbouwkundig beeld en dit voor de omringende woningen geen onevenredige hinder oplevert;
  • c. van het in lid 12.1 en lid 12.2 bepaalde voor het oprichten van bebouwing ten behoeve van activiteiten waarvoor ingevolge lid 12.5 omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels is verleend.
12.4 Specifieke gebruiksregels

Het gebruik van bedrijfswoningen en bijgebouwen voor beroepsuitoefening aan huis en voor niet-publiekgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. dit gebruik beslaat niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van de woning en 100% van de vloeroppervlakte van de bijgebouwen, met een gezamenlijk maximum van 50 m2per kavel;
  • b. het gebruik heeft geen nadelige gevolgen voor het woon- en leefmilieu;
  • c. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer en veroorzaakt geen nadelige toename van de parkeerbehoefte;
  • d. er wordt geen detailhandel uitgeoefend;
  • e. de activiteiten veroorzaken geen duurzame ontwrichting van de bestaande distributieve voorzieningen en hebben geen ernstige verstoring van de verzorgingsstructuur tot gevolg;
  • f. het beroep respectievelijk de bedrijfsmatige activiteiten wordt respectievelijk worden in ieder geval door de bewoner uitgeoefend;
  • g. bedrijfsmatige activiteiten zijn alleen toegestaan voor zover deze zijn genoemd in de bij deze regels behorende dan wel naar hun aard en invloed vergelijkbaar zijn met de in deze Lijst genoemde activiteiten.
12.5 Afwijken van de gebruiksregels
12.5.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 12.1 onder a bepaalde teneinde functies toe te staan die niet zijn genoemd in de Lijst van toegelaten maatschappelijke voorzieningen en de Lijst van toegelaten vormen van cultuur en ontspanning, dan wel voorkomen in een hogere categorie van bedoelde Lijsten, en die naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met functies die ter plaatse bij recht zijn toegestaan.

12.5.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk voor zover geen onevenredige belemmeringen voor omliggende functies ontstaan.

12.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
12.6.1 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 8 van de Bouwverordening (slopen), is het verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders cultuurhistorisch waardevolle bebouwing, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' geheel of gedeeltelijk te slopen.

12.6.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het in lid 12.6.1 vervatte verbod geldt niet voor sloopwerkzaamheden:

  • a. ingevolge een aanschrijving van burgemeester en wethouders;
  • b. waarvoor eerder een vergunning is afgegeven;
  • c. die in redelijkheid slechts kunnen worden aangemerkt als zijnde van ondergeschikte aard en omvang, zodat enige wezenlijke invloed op de in lid 12.1 bedoelde cultuurhistorisch waardevolle bebouwing niet te verwachten is.
12.6.3 Toelaatbaarheid sloopwerkzaamheden

De in lid 12.6.1 bedoelde sloopwerkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien uit een nadere overweging van het verzoek blijkt dat handhaving van het pand redelijkerwijs niet kan worden geëist, gezien de huidige bouwkundige en/of gebruikstechnische staat van het gebouw in verhouding tot de kosten van waardedaling en renovatie. Een verzoek om een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk dient in dit geval daartoe vergezeld te gaan van een deskundigenrapport dat ingaat op de bouwkundige en/of gebruikstechnische staat van het gebouw in relatie tot de economische waarde(daling) en de kosten van renovatie.

12.6.4 Advies

Alvorens burgemeester en wethouders beslissen omtrent de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk als bedoeld in lid 12.6.1 winnen zij advies in bij een deskundige.