direct naar inhoud van Artikel 9 Groen
Plan: Dorp Uddel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1087-vas1

Artikel 9 Groen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. fiets- en voetpaden;
  • c. nutsvoorzieningen;
  • d. speelvoorzieningen;
  • e. vijvers en watergangen;

met de daarbij behorende bouwwerken, waaronder begrepen speel- en klimtoestellen.

9.2 Bouwregels

Naast de algemene bouwregels van artikel 21 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 9.4 genoemde afwijkingen.

Bebouwing   Maximale oppervlakte   Maximale goothoogte   Maximale bouwhoogte   Bijzondere regels  
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde       speel- en klimtoestellen: 4 m (9.4)
overig: 2,50 m  
- van de bouwhoogtebepaling zijn bruggen uitgezonderd
 
9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op de verkeersveiligheid, het in het plan beoogde straatbeeld en de bescherming van het openbaar groen nadere eisen stellen aan de omvang en situering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Op het stellen van nadere eisen zijn de in artikel 31 opgenomen procedureregels van toepassing.

9.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 9.2 bepaalde ten behoeve van het bouwen van speel- en klimtoestellen tot een bouwhoogte van 6 meter, mits hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundig beeld dat in het plan is beoogd en dit voor de omringende woningen geen onevenredige hinder oplevert.

9.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
9.5.1 Vergunningplicht

Het is verboden om zonder of in afwijking van een door het bevoegd gezag verleende vergunning:

  • 1. oppervlakteverhardingen ten behoeve van parkeren aan te leggen of aan te brengen;
  • 2. wegen en paden aan te leggen en te verharden of andere oppervlakteverhardingen aan te brengen;
  • 3. de bodem te verlagen en gronden af te graven, op te hogen en te egaliseren;
  • 4. ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en daarmee samenhangende constructies, installaties en apparatuur aan te brengen;
  • 5. andere handelingen te verrichten die de dood of ernstige beschadiging van bomen ten gevolge hebben of kunnen hebben.
9.5.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het onder 9.5.1 opgenomen verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:

  • 1. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • 2. waarmee is begonnen op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
  • 3. als bedoeld in sublid 9.5.1 onder 5, voor zover de artikelen 4.5.1 tot en met 4.5.11 van de Algemene Plaatselijke Verordening daarop van toepassing zijn.
9.5.3 Beoordelingscriteria

Werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in dit lid zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de groenvoorzieningen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.