direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Dorp Uddel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1087-vas1

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarische bedrijven, met uitzondering van intensieve veehouderij;
  • b. zorgboerderijen;
  • c. recreatief medegebruik in de vorm van paardrijden, hobbymatig weiden van vee, wandelen en fietsen;
  • d. natuurbeheer;
  • e. wegen, voorzover bestaand;
  • f. nutsvoorzieningen;

met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen.

3.2 Bouwregels

Naast de algemene bouwregels van artikel 21 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema.

Bebouwing   Maximale oppervlakte /inhoud   Maximale goothoogte   Maximale bouwhoogte   Bijzondere regels  
- erf- en terreinafscheidingen       1,5 m    

3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 3.2 en lid 21 onder b bepaalde:

  • a. voor het buiten het bouwvlak oprichten van een stalruimte voor hobbymatig agrarisch gebruik waarvan de oppervlakte niet meer dan 25 m² en de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedraagt, met dien verstande dat bij de stalruimte ten minste 1 hectare aaneengesloten grond hoort, waarop de stalruimte wordt gebouwd;
3.3.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk voor zover de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied niet significant worden aangetast en het in het plan beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke beeld niet onevenredig worden aangetast.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Naast de algemene gebruiksregels van artikel 22 (Algemene gebruiksregels) gelden de volgende specifieke regels.

3.4.1 Wonen

Grond behorende bij woningen, maar gelegen buiten het bestemmingsvlak met de bestemming 'Wonen' mag, als zijnde een aan het landelijk gebied verwante activiteit, gebruikt worden als moestuin.

3.4.2 Behoudens bestaande bedrijven zijn niet toegelaten:
  • a. wormen-, maden- en viskwekerijen en fokkerijen en mesterijen van ganzen, eenden en kalkoenen, voor zover dit in de open lucht plaatsvindt;
  • b. pelsdierhouderijen, voor zover dit in de open lucht plaatsvindt.

Overtreding van deze bepaling is een strafbaar feit.

3.4.3 Opslag

Het is niet toegestaan de gronden te gebruiken ten behoeve van opslag, waaronder kuilvoeropslag, en het ten behoeve daarvan aanleggen van verhardingen.

3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.5.1 Vergunningplicht

Het is verboden om zonder of in afwijking van een door het bevoegd gezag verleende vergunning de hierna genoemde werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het binnen een afstand van 50 m vanuit woningen en recreatievoorzieningen aanbrengen van boomgaarden en het uitoefenen van intensieve teelten, behoudens vervanging van boomgaarden;
  • b. het verharden van bestaande onverharde wegen en het aanbrengen van andere oppervlakteverharderingen;
  • c. het egaliseren, ophogen, verharden en afgraven van gronden.
3.5.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het onder 3.5.1 opgenomen verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:

  • a. in het kader van het normale beheer en onderhoud, waaronder werken en werkzaamheden die plaatsvinden in het kader van een normale agrarische bedrijfsexploitatie zoals spitwerkzaamheden, met dien verstande dat kwekerijen en boomgaarden niet onder normale agrarische bedrijvigheid worden begrepen;
  • b. waarmee is of mag worden begonnen op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
  • c. die in redelijkheid slechts kunnen worden aangemerkt als zijnde van zodanig ondergeschikte aard en omvang dat enige wezenlijke invloed op de betreffende waarde en functies niet te verwachten is.
3.5.3 Beoordelingscriteria

Werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in dit lid zijn slechts toelaatbaar:

  • a. indien geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt worden dan wel er zodanige voorzieningen worden getroffen dat zich geen chemische bestrijdingsmiddelen buiten de boomgaard c.q. het betreffende perceel kunnen verspreiden,
  • b. de recreatieve betekenis en het landelijke karakter blijven behouden,
  • c. de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden zijn noodzakelijk voor het op de bestemming gerichte beheer en gebruik,
  • d. de infiltratie in de bodem blijft behouden,
  • e. de aanwezige differentiatie in abiotische milieu-omstandigheden blijft behouden,
  • f. de aanwezige hoogteverschillen blijven behouden,
  • g. de bestaande kwetsbare vegetaties blijven behouden,
  • h. de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden zijn noodzakelijk voor het agrarisch gebruik van de gronden