direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Bestemmingsplan Molen-allee 7 en 9 Loenen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1079-onh1

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen.

4.2 Bouwregels

Naast de algemene bouwregels van artikel 6 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijzingen verwijzen naar de in lid 4.4 genoemde afwijkingen.

Bebouwing   Maximale oppervlakte/ inhoud   Maximale goothoogte   Maximale bouwhoogte   Bijzondere regels  
Hoofdgebouwen   600 m3, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2)' in welk geval het aangegeven maximale oppervlakte van toepassing is in plaats van een maximale inhoud   4 m, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)'   de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven waarde   - voor het bepalen van de inhoud worden inpandige garages en bergingen meegeteld
- voor het bepalen van de oppervlakte worden bijgebouwen meegeteld
- per bestemmingsvlak met de bestemming 'Wonen' is één hoofdgebouw toegestaan,
- per hoofdgebouw is één woning toegestaan, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal woningen'
- ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' mogen uitsluitend aaneengebouwde woningen worden gebouwd;
- ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' geldt dat voor het bepalen van de oppervlakte onderdoorgangen tussen twee woningen niet worden meegeteld, voorzover het totale oppervlakte van onderdoorgangen niet meer dan 150 m² bedraagt.
- de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 2,50 m
- het in artikel 7 lid 7.2 onder f bepaalde is van overeenkomstige toepassing  
Bijgebouwen en overkappingen   20 m² per woning, tenzij anders aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte bijgebouwen' (4.4.1a)   3 m   5 m   - bijgebouwen zijn tevens toegestaan buiten het bouwvlak
- het bepaalde voor de maximale oppervlakte voor hoofdgebouwen is overeenkomstig van toepassing
- bijgebouwen en overkappingen mogen niet voor de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden opgericht (4.4.1b)
- voor het bepalen van de oppervlakte worden bijgebouwen die worden gebruikt voor beroepsuitoefening aan huis dan wel voor niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis meegeteld
- in bijgebouwen is het aanbrengen van voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de beroepsuitoefening aan huis dan wel voor de niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis toegestaan  
- erf- en terreinafscheidingen       2 m   - de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan bedraagt ten hoogste 1 m (4.4.1c)  
- antenne-installaties       15 m
 
 
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van de bebouwingbinnen het bestemmingsvlak en de oppervlakte per gebouw teneinde de bebouwing in een compacte eenheid te situeren, voor zover dit noodzakelijk is voor een landschappelijk en stedenbouwkundig aanvaardbare en verantwoorde inpassing in de omgeving.

Op het stellen van nadere eisen zijn de in artikel 12 opgenomen procedureregels van toepassing.

4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 4.2 bepaalde:

  • a. voor het bouwen van bij het hoofdgebouw behorende bijgebouwen en overkappingen voor de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan;
  • b. voor het ten behoeve van de privacy bouwen van een erf- of terreinafscheiding voor de voorgevelrooilijn bij hoofdgebouwen tot een bouwhoogte van 2 m, indien dit met het oog op de verkeers- en sociale veiligheid niet onaanvaardbaar is.
4.4.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk voor zover de aldaar in het gebied voorkomende waarden dan wel het in het plan beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke beeld niet onevenredig worden aangetast.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Naast de algemene gebruiksregels van artikel 7 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de volgende specifieke regels.

  • a. De aanleg van en het gebruik van gronden als tennisbaan met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde is niet toegestaan.
  • b. De vloeroppervlakte ten behoeve van nevenactiviteiten in de vorm van Bed&Breakfast en/of recreatief rustpunt bedraagt niet meer dan 75 m2, met dien verstande dat voorzieningen ten behoeve van Bed&Breakfast uitsluitend in het hoofdgebouw zijn toegestaan en buitenopslag ten behoeve van de nevenactiviteiten niet is toegestaan.
  • c. Het gebruik van woningen en bijgebouwen voor beroepsuitoefening aan huis en voor niet-publiekgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
    • 1. dit gebruik beslaat niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van de woning en 100% van de vloeroppervlakte van de bijgebouwen, met een gezamenlijk maximum van 50 m2 per kavel;
    • 2. het gebruik heeft geen nadelige gevolgen voor het woon- en leefmilieu;
    • 3. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer en veroorzaakt geen nadelige toename van de parkeerbehoefte;
    • 4. er wordt geen detailhandel uitgeoefend;
    • 5. de activiteiten veroorzaken geen duurzame ontwrichting van de bestaande distributieve voorzieningen en hebben geen ernstige verstoring van de verzorgingsstructuur tot gevolg;
    • 6. het beroep respectievelijk de bedrijfsmatige activiteiten wordt respectievelijk worden in ieder geval door de bewoner uitgeoefend;
    • 7. bedrijfsmatige activiteiten zijn alleen toegestaan voor zover deze zijn genoemd in de bij deze regels behorende Lijst van toegelaten bedrijfsactiviteiten aan huis dan wel naar hun aard en invloed vergelijkbaar zijn met de in deze Lijst genoemde activiteiten.
4.6 Afwijken van de gebruikregels
4.6.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 4.5 bepaalde:

  • a. voor de aanleg van en het gebruik van gronden als tennisbaan, mits:
    • 1. de tennisbaan wordt aangelegd achter het hoofdgebouw;
    • 2. de tennisbaan niet bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd;
    • 3. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de tennisbaan, zoals ballenvangers, niet meer dan 5 meter bedraagt;
4.6.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk voor zover de aldaar in het gebied voorkomende waarden dan wel het in het plan beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke beeld niet onevenredig worden aangetast.