direct naar inhoud van 4.5 Water
Plan: Agrarische Enclave
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1073-vas2

4.5 Water

4.5.1 Grond- en oppervlaktewater

De Agrarische Enclave valt onder het stroomgebied van Harderwijk-Nunspeet. De afwatering vindt plaats richting het Veluwemeer.

Bepalend voor het watersysteem van de Veluwe is het hoger gelegen Veluwemassief, waar ook het plangebied toe behoord. In de bodem van de stuwwal bevind zich een voorraad schoon grondwater. Dat grondwater stroomt in de richting van de flanken van de Veluwe.

Karakteristiek voor de Veluwe zijn de sprengen en beken. De sprengen zijn vanaf de 14e eeuw gegraven om met waterkracht molens aan te drijven voor de bereiding bewerking van papier, koper en olie. Tegenwoordig functioneren ze niet meer als zodanig.

De Hierdense beek, in het plangebied ook wel de Staverdense beek genoemd, is een laaglandbeek en wordt gevoed met regenwater en grondwater. De beek is van belang voor de afwatering van een deel van de noordwestflank van de Veluwe. Daarnaast is de beek ook aangewezen als water van het Hoogste Ecologische Niveau (HEN).

Verder bevindt zich in het gebied nog een aantal kleinere beken. Het zijn allemaal aftakkingen van de Hierdense beek. Een aantal van deze beken zijn aangewezen als HEN- (hoogst ecologisch niveau) of SED- water (speciale ecologische doelstelling). Het gaat om de volgende zijbeken:

  • HEN: zijbeek Uddelerveen, zijbeek Blekemeer Zuid, zijbeek Kroondomein, zijbeek Den Broekeld;
  • SED: zijbeek Uddelermeer; zijbeek Blekemeer Noord.

Verder zijn de volgende oppervlaktewateren als HEN aangewezen: Uddelermeer, een ven in het Uddelse Buurtveld, een ven in het Lage Veld en een van in De Bieze. Verder zijn het Kleine Zeilmeer en het Grote Zeilmeer aangewezen als SED-water.

Voor het tegengaan van vedroging zijn door de provincie Gelderland TOP-lijstgebieden aangewezen. TOP-lijstgebieden zijn gebieden waar met prioriteit gewerkt moet worden aan natuurherstel door met name verdrogingbestrijding. Een deel van het plangebied staat vermeld op de de TOP-lijst.

Het Bleeke Meer en het Lage Veld zijn in het Waterplan Gelderland 2010-2015 aangemerkt als natte landnatuur. Hierom liggen beschermingszones van 750 respectievelijk 500 meter, waarin nieuwe ontwikkelingen geen negatieve gevolgen mogen hebben voor de natte landnatuur.

Het Uddelermeer en Bleeke Meer betreffen pingoruïnes. Het Uddelermeer is in het verleden gebruikt als zwemwater. Dit is tegenwoordig niet meer mogelijk door de eutrofieringsgraad van het water, waardoor bijvoorbeeld blauwalg ontstaat. Het Uddelermeer is langzaam maar zeker aan het dichtslibben, waardoor het water nog maar een paar meter diep is. In de sliblaag is een historisch archief van onder andere stuifmeelpollen aanwezig.

4.5.2 Afvoer van hemel- en afvalwater

In het plangebied en de omgeving daarvan ligt een gemengd rioolstelsel waarmee vuil- en hemelwater gezamenlijk worden afgevoerd. De capaciteit van dit riool is voldoende om bij de maatgevende regenbui die eens per twee jaar optreedt, geen wateroverlast te veroorzaken.

Het gemeentelijk beleid is er op gericht om bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen de afvoer van hemelwater niet op de riolering aan te sluiten. In de Bouwverordening is bepaald dat het hemelwater dat afkomstig is van daken en verhardingen in principe in de bodem moet worden geïnfiltreerd door middel van een infiltratievoorziening van voldoende capaciteit op eigen terrein.

4.5.3 Watertoets

De watertoets is ingesteld om het aspect water in een vroeg stadium mee te nemen bij ruimtelijke plannen en besluiten. De watertoets is wettelijk verplicht en heeft als doel om gezamenlijk met de waterbeheerders de waterhuishoudkundige doelstellingen in een zo vroeg mogelijk stadium in ruimtelijke ontwikkelingen op te nemen. De gemaakte afspraken worden in de waterparagraaf van het bestemmingsplan opgenomen.

Het waterschap Veluwe krijgt in klankbordgroepverband de mogelijkheid om in een vroegtijdig stadium te reageren op het bestemmingsplan.