direct naar inhoud van Artikel 45 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Plan: Agrarische Enclave
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1073-vas2

Artikel 45 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

45.1 Vergunningplicht

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een door het bevoegd gezag verleende vergunning de hierna genoemde werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren. Bij het verlenen van de vergunning wordt getoetst aan de in onderstaand schema bij de desbetreffende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden aangegeven specifieke beoordelingscriteria en aan de in lid 45.3 opgenomen algemene beoordelingscriteria.

Bestemming/aanduiding   werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden waarvoor de vergunningplicht geldt   Specifieke beoordelingscriteria
 
bestemming Agrarisch   het binnen een afstand van 50 m vanuit woningen en recreatievoorzieningen aanbrengen van boomgaarden, behoudens vervanging van boomgaarden   - er worden geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt dan wel er worden zodanige voorzieningen getroffen dat zich geen chemische bestrijdingsmiddelen buiten de boomgaard c.q. het betreffende perceel kunnen verspreiden  
bestemming 'Groen - Landschapselement'   het kappen van bomen   - de landschappelijke waarde van het betreffende landschapselement als geheel wordt niet onevenredig aangetast, dan wel aangetoond wordt dat na afloop van de werkzaamheden bomen opnieuw worden aangeplant, zodanig dat de waarden van het landschapselement hersteld worden
- de werkzaamheden zijn nodig voor het gebruik en beheer van omliggende gronden  
bestemming Natuur   het aanleggen of verharden van wegen, paden en parkeervoorzieningen   - aangetoond wordt dat de werkzaamheid niet leidt tot significant negatieve effecten op een Natura2000-gebied, gelet op de instandhoudingsdoelstellingen van het betreffende Natura2000-gebied  
bestemming Natuur   het aanbrengen van ondergrondse leidingen   - aanwezige kwetsbare vegetaties blijven behouden
- de recreatieve betekenis blijft behouden
- de ondergrondse leidingen zijn noodzakelijk voor het terreinbeheer dan wel het openbaar nut  
bestemming Leiding - Riool   het aanbrengen van diepwortelende beplanting, bomen of oppervlakteverhardingen,
het uitvoeren van heiwerkzaamheden of op een andere manier voorwerpen ingraven of indrijven, het egaliseren, ophogen en afgraven van gronden  
- de veiligheid
- het doelmatig functioneren van de leiding
- bij de leidingbeheerder is schriftelijk advies ingewonnen omtrent de vraag of door de ingreep de veiligheid niet in gevaar wordt gebracht, alsmede omtrent eventueel aan de vergunning te verbinden voorwaarden  
aanduiding 'a-watergang'   het dempen, graven, vergraven, verleggen, afdammen of herprofileren van waterlopen,
watergangen en/of waterpartijen  
- de waterhuishoudkundige situatie met betrekking tot de waterkwaliteit en –kwantiteit wordt niet onevenredig aangetast
- bij de waterbeheerder is advies ingewonnen omtrent de vraag of door de ingreep het waterhuishoudkundig belang niet onevenredig wordt aangetast alsmede omtrent eventueel aan de vergunning te verbinden voorwaarden  
aanduiding 'bijzondere boom'   het aanbrengen van oppervlakteverhardingen, de aanleg van leidingen, het egaliseren, ophogen, verharden en afgraven van gronden binnen 5 meter uit het hart van een bijzondere boom   - de bijzondere boom blijft behouden  
aanduiding 'ecologisch water'   het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die de waterhuishouding, zoals de wateraan- en afvoer, beïnvloeden door bemaling en onderbemaling, het draineren van gronden, het verbreden en verdiepen, verbeteren en dempen van watergangen en greppels, en het slaan van putten   - de waterhuishoudkundige situatie met betrekking tot de waterkwaliteit en –kwantiteit wordt niet onevenredig aangetast  
aanduidingen 'ecologisch water' en 'natte landnatuur'   het realiseren van containervelden   - de waterhuishoudkundige situatie met betrekking tot de waterkwaliteit en –kwantiteit wordt niet onevenredig aangetast
- de containervelden worden uitsluitend binnen een bouwvlak en/of direct aansluitend aan een bouwvlak gerealiseerd  
aanduiding 'karakteristiek'.   het geheel of gedeeltelijk slopen van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing   - de kosten van het instandhouden van de bebouwing zijn, gezien de aanwezige bouwkundige en/of gebruikstechnische staat van de bebouwing, aantoonbaar onevenredig in verhouding tot het cultuurhistorische belang van handhaving van de bebouwing; de aanvrager dient dit aan te tonen door een deskundigenrapport in te dienen dat ingaat op de bouwkundige en/of gebruikstechnische staat van het gebouw in relatie tot de economische waarde(daling) en de kosten van renovatie
 
aanduiding 'kleinschaligheid'   het planten van bomen, voorzover het geen kwekerij betreft, het ophogen van gronden met meer dan 1 m, waaronden begrepen het aanleggen van aarden wallen en het kappen van bomen   - de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de kampen worden niet onevenredig aangetast
- de werkzaamheden zijn noodzakelijk voor het agrarische gebruik van de gronden  
aanduiding 'laanbeplanting'   het kappen van bomen   - de laanbeplanting als geheel niet onevenredig wordt of kan worden aangetast, dan wel aangetoond wordt dat na afloop van de werkzaamheden bomen opnieuw worden aangeplant, zodanig dat het karakter van de laan als geheel hersteld wordt.  
aanduiding 'natte landnatuur'   het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die de waterhuishouding beïnvloeden door bemaling en onderbemaling, het draineren van gronden, het verbreden en verdiepen, verbeteren en dempen van watergangen en greppels, en het slaan van putten   - de hoge grondwaterstanden alsmede het optreden van kwel blijven behouden
- de aanwezige differentiatie in abiotische milieu-omstandigheden blijven behouden
- de werkzaamheden hebben geen onevenredig, negatief effect op de natte landnatuur  
aanduiding 'onverharde weg'   het verharden van bestaande onverharde wegen en het aanbrengen van andere oppervlakteverharderingen   - de landschappelijke en cultuurhistorische waarden worden niet onevenredig aangetast
- de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden zijn noodzakelijk voor het op de bestemming gerichte beheer en gebruik
- de infiltratie in de bodem blijft behouden  
aanduiding 'open landschap'   het planten van bomen, voorzover het geen kwekerij betreft, en het ophogen van gronden met meer dan 1 m, waaronden begrepen het aanleggen van aarden wallen   - er wordt aangesloten bij bestaande massa's (bebouwing en beplanting)
- er wordt geen bos aangeplant
- de openheid van het landschap wordt niet onevenredig aangetast  
aanduiding 'reliëf'
 
het egaliseren, ophogen, verharden en afgraven van gronden   - de aanwezige differentiatie in abiotische milieu-omstandigheden blijft behouden
- de aanwezige hoogteverschillen blijven behouden
- de bestaande kwetsbare vegetaties blijven behouden
- de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden zijn noodzakelijk voor het beheer van de gronden  
aanduiding 'waardevol verkavelingspatroon'   het verwijderen of wijzigen van kavelgrenzen, zoals greppels, sloten, steilranden en landschapselementen   - de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het verkavelingspatroon worden niet onevenredig aangetast  

45.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het in lid 45.1 opgenomen verbod geldt niet:

  • a. voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud, waaronder werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die plaatsvinden in het kader van een normale agrarische bedrijfsexploitatie zoals spitwerkzaamheden, met dien verstande dat boomgaarden niet onder normale agrarische bedrijvigheid worden begrepen, en werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die plaatsvinden in het kader van het bos- en natuurbeheer, waaronder mede begrepen houtproductie in de vorm van uitdunning van bos;
  • b. voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden waarmee is begonnen op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
  • c. voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die in redelijkheid slechts kunnen worden aangemerkt als zijnde van zodanig ondergeschikte aard en omvang dat enige wezenlijke invloed op de betreffende waarde en functies niet te verwachten is;
  • d. voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die plaatsvinden binnen een afstand van 10 m uit bestaande gebouwen;
  • e. voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die de waterhuishouding beïnvloeden, zoals waterontrekking, voor zover daarvoor een vergunning vereist is krachtens artikel 14 van de Grondwaterwet;
  • f. voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die de waterhuishouding beïnvloeden, zoals het onttrekken van oppervlaktewater, voor zover daarvoor een vergunning is vereist krachtens artikel 24 van de Wet op de Waterhuishouding of voor zover deze worden uitgevoerd door of vanwege het waterschap;
  • g. voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die plaatsvinden in het kader van een door gedeputeerde staten goedgekeurd natuurontwikkelingsplan;
  • h. voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden in de vorm van het geheel of gedeeltelijk slopen van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' voor zover:
    • 1. deze plaatsvinden ingevolge een aanschrijving van het bevoegd gezag;
    • 2. daarvoor eerder een vergunning is afgegeven;
    • 3. de sloopwerkzaamheden in redelijkheid kunnen worden aangemerkt als zijnde van ondergeschikte aard en omvang, zodat enige wezenlijke invloed op de in lid 3.1 bedoelde cultuurhistorisch waardevolle bebouwing niet te verwachten is.
45.3 Algemene beoordelingscriteria

Werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in artikel 45 lid 45.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in lid 45.1 bedoelde gronden, die het plan beoogt te beschermen, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarde of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

Deze algemene beoordelingscriteria zijn niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden in de vorm van het slopen van cultuurhistorische bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek'.