Plan: | Agrarische Enclave |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1073-vas2 |
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken, geen bedrijfswoningen zijnde, en voorzieningen.
Naast de algemene bouwregels van artikel 24 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema.
Bebouwing | Maximale oppervlakte /inhoud | Maximale goothoogte | Maximale bouwhoogte | Bijzondere regels | |||
Gebouwen en overkappingen | 110% van de bestaande oppervlakte per bestemmingsvlak aan gebouwen en overkappingen | 6 m | 8,5 m | - de afstand van gebouwen en overkappingen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 2,50 m | |||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen |
|
|
|||||
- erf- en terrein-afscheidingen | 2 m | - de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel van een gebouw of het verlengde daarvan bedraagt ten hoogste 1 m | |||||
- antenne-installaties | 15 m |
||||||
- paardenbakken | 2 m | - indien de paardenbak geen onderdeel vormt van de maatschappelijke voorziening als bedoeld in lid 8.1 onder a geldt dat er ten hoogste één paardenbak per bestemmingsvlak
is toegestaan - de afstand van een paardenbak tot (bedrijfs)woningen van derden bedraagt ten minste 50 meter |
|||||
- overige bouwwerken |
6 m |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van de bebouwing binnen het bestemmingsvlak en de oppervlakte per gebouw teneinde de bebouwing in een compacte eenheid te situeren, voor zover dit noodzakelijk is voor een landschappelijk en stedenbouwkundig aanvaardbare en verantwoorde inpassing in de omgeving.
Op het stellen van nadere eisen zijn de in artikel 43 opgenomen procedureregels van toepassing.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van:
Afwijken als bedoeld in dit lid is alleen mogelijk voor zover de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied niet significant worden aangetast en het in het plan beoogde stedenbouwkundige en landschappelijke beeld niet onevenredig worden aangetast.