direct naar inhoud van Artikel 10 Maatschappelijk - Militaire zaken
Plan: Agrarische Enclave
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1073-vas2

Artikel 10 Maatschappelijk - Militaire zaken

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Militaire zaken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. militaire doeleinden;
  • b. bos- en natuurgebied met medegebruik in de vorm van militair oefenterrein, waaronder begrepen oefeningen met rups-, vracht- en gevechtsvoertuigen en graafwerkzaamheden, ter plaatse van de aanduiding 'militair oefenterrein';
  • c. bestaande wegen;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. voor zover aangeduid gelden tevens de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk

met de daarbij behorende bouwwerken, niet zijnde bedrijfswoningen, en voorzieningen.

10.2 Bouwregels

Naast de algemene bouwregels van artikel 24 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema.

Bebouwing   Maximale oppervlakte /inhoud   Maximale goothoogt e    Maximale bouwhoogt e   Bijzondere regels  
Gebouwen en overkappingen   de ter plaatse van de aanduidng 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven waarde     de ter plaatse van de aanduidng 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven waarde   - de afstand van gebouwen en overkappingen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 2,50 m  
Gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'militair oefenterrein'   25 m²     3 m   - tevens toegestaan buiten het bouwvlak  
Antenne-installaties en bouwwerken ten behoeve van navigatie en telecomunicatie waaronder begrepen overkappingen van radarinstallaties, ter plaatse van de aanduiding 'antennemast'       de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven waarde    
Antenne-installaties en overige masten       20 m    
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen       8 m   - klimtorens zijn toegestaan tot een hoogte van 20 m.  

10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van de bebouwing binnen het bestemmingsvlak en de oppervlakte per gebouw teneinde de bebouwing in een compacte eenheid te situeren, voor zover dit noodzakelijk is voor een landschappelijk en stedenbouwkundig aanvaardbare en verantwoorde inpassing in de omgeving.

Op het stellen van nadere eisen zijn de in artikel 43 opgenomen procedureregels van toepassing.