direct naar inhoud van 5.2 Waterhuishouding
Plan: Lageveldseweg 38 Uddel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1065-vas1

5.2 Waterhuishouding

5.2.1 Algemeen

Het plangebied ligt buiten bestaand stedelijk gebied. Het plangebied is circa 3,4 hectare groot, waarvan 1100 m2 het grondbeslag van de zeven nieuwe woningen omvat. Het plangebied bevindt deels binnen een keurzone en niet binnen de zoekgebieden voor waterberging die de provincie Gelderland in het streekplan heeft aangegeven.

5.2.2 Grondwater

Het gebied ligt niet in de in het streekplan vastgelegde grondwaterfluctuatiezone. Er zijn geen precieze gegevens bekend over de grondwaterstanden in het gebied. Uit de wateratlas van de provincie Gelderland blijkt dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand in de omgeving van het plangebied relatief hoog kan zijn. Bij de onwikkeling van de woningen dient het vloerpeil minimaal 0,9 meter boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) te liggen om overlast te voorkomen. Er is in en om het plangebied geen grondwateroverlast bekend. Grondwater zal in het plangebied geen overlast veroorzaken en niet structureel afgevoerd worden. Hierdoor zal het plan grondwaterneutraal worden ontwikkeld.

5.2.3 Oppervlaktewater en waterafhankelijke natuur

Langs de oostzijde en deels langs de noordzijde loopt een bovenloop van de Hierdense Beek. Die bovenloop is een A-watergang en tevens een HEN-water. Voor werkzaamheden in de keurzone van de A-watergang is een watervergunning nodig.

Daarnaast is in de zuidoostelijke hoek van het plangebied een poel aanwezig. Door dit plan ontstaat geen extra oppervlaktewater. Er zal niet geloosd worden op het oppervlaktewater. Het plan heeft geen nadelige gevolgen voor het oppervlaktewatersysteem in de omgeving.

Het plan ligt in de beschermingszone voor de natte landnatuur in het Uddelsche Buurtveld. De beoogde ontwikkeling heeft geen negatieve invloed op de waterkwantiteit- en kwaliteit in relatie tot het natte natuurgebied. Binnen het plan is ruimte voor de aanleg van nieuwe natte natuur, waardoor het de ontwikkeling en bescherming van de gewenste natuurwaarden juist versterkt.

5.2.4 Afvoer van hemelwater

In het plangebied en de omgeving daarvan wordt hemelwater geinfiltreerd in de bodem. In de nieuwe situatie blijft dat zo. Het gemeentelijk beleid is er op gericht om bij nieuwe ontwikkelingen de afvoer van hemelwater niet op de riolering aan te sluiten. In de Bouwverordening is bepaald dat het hemelwater dat afkomstig is van daken en verhardingen in principe in de bodem moet worden geïnfiltreerd door middel van een infiltratievoorziening van voldoende capaciteit op eigen terrein.

De materialen die in aanraking komen met het hemelwater mogen niet uitlogen en dienen volgens Duurzaam Bouwen geselecteerd te zijn. Bij de infiltratie van hemelwater mag de bodem niet verontreinigd raken door met het hemelwater afgevoerde vervuilende stoffen.

5.2.5 Afvoer van afvalwater

De nieuwe gebouwen dienen te worden voorzien van gescheiden afvoeren voor vuil- en hemelwater, zoals op grond van het Bouwbesluit verplicht is. De vuilwaterafvoer van de bebouwing wordt aangesloten op het gemeentelijke rioolstelsel. In het gebied ligt drukriolering. Het bestaande drukriool in en om het plangebied heeft theoretisch voldoende capaciteit voor deze extra vuilwaterafvoer van de nieuwbouw.

5.2.6 Watertoets

Het plan omvat minder dan 10 woningen en minder dan 1.500 m² extra verhard oppervlak. Het plangebied ligt deels binnen het invloedssfeer van een HEN-watergang. Dat is een beschermingszone van 15 meter aan weerszijden van de watergang. Binnen die zone voorziet het plan in een positieve ontwikkeling: de ontwikkeling van nieuwe natuur. Het agrarische grondgebruik wordt daar beëindigd. Voor het overige blijft de situatie ongewijzigd. Verder ligt het plangebied niet een zoekgebied voor waterberging. Het plan betreft geen landgoed, weg, spoorlijn, damwand, scherm, ontgronding etcetera. Bovendien zal er niet meer dan de landelijke afvoernorm geloosd gaan worden op het oppervlaktewater. Daarom is dit plan in het kader van de watertoets een postzegelplan als omschreven door Waterschap Veluwe. Voor het plan geldt dan ook het standaard wateradvies. Afwijkingen van dit standaard wateradvies zijn gemotiveerd aangegeven. Bij negatieve gevolgen voor het watersysteem is aangegeven hoe deze gemitigeerd dan wel gecompenseerd worden.

Om deze redenen is het plegen van overleg met het waterschap als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening achterwege gelaten, dit in overeenstemming met de richtlijn 'Watertoetsprocedureregels voor postzegelplannen' van het Waterschap Veluwe.