direct naar inhoud van 5.4 Ruimtelijke zonering en visie op het gebied
Plan: Buitengebied Noord-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1044-vas2

5.4 Ruimtelijke zonering en visie op het gebied

De volgende deelgebieden kunnen worden onderscheiden:

  • 1. bos- en landgoedgebied, tevens gedeeltelijk extensiveringsgebied;
  • 2. halfopen gebied, tevens verwevingsgebied.

Beide gebieden bepalen mede de begrenzing van de twee hoofdbestemmingen van het bestemmingsplan, namelijk het Agrarisch gebied respectievelijk het Natuurgebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1044-vas2_0014.jpg"

Deelgebieden

5.4.1 Bos- en landgoedgebied

In het bos- en landgoedgebied ligt het primaat bij de natuur.

Daarbij wordt uitgegaan van multifunctioneel beheer, gericht op natuur, recreatie en landbouw. Het bos- en landgoedgebied beschikt over een grote cultuurhistorische en recreatieve betekenis. Cultuurhistorisch waardevol aan het landgoed is de ouderdom, zeldzaamheid en gaafheid van de gebouwen, wegen en waterlopen, tuin- en landschapselementen en de perceelsgrenzen. De lanen en houtwallen zijn eveneens waardevol. Nieuwe ontwikkelingen wat betreft combinaties met ecologie en recreatie zijn vanuit historisch perspectief goed mogelijk, wanneer de herkenbaarheid en leesbaarheid van het historische landschap intact blijven. Nieuwe natuur- of recreatieterreinen, alsmede een nieuw landgoed kunnen de structuur van minder gave gebieden versterken. In de meest gave gebieden dient echter terughoudend met nieuwe elementen te worden omgegaan, zoals nieuwe lanen of waterpartijen.

Het gaat om een gevarieerd, natuurlijk bos, afgewisseld met open plekken, waar ook agrarische functies en woningen een plek hebben. Het is juist die afwisseling van open en besloten, die zo aantrekkelijk is.

Daar waar in het gebied de woonfunctie of agrarische functie voorkomt, ligt het primaat bij wonen of landbouw.

Het gebied maakt deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur, waar zoveel mogelijk de meest waardevolle bestaande natuurelementen in samenhang met elkaar staan of gebracht dienen te worden om zo een goede bijdrage te kunnen leveren aan het ontstaan van een netwerk van duurzame ecosystemen. Het bestaande bos is in het Reconstructieplan aangemerkt als extensiveringsgebied. In de provinciale Structuurvisie is het aangemerkt als Ecologische Hoofdstructuur natuur (bestaand bos) en Ecologische Hoofdstructuur verweving.

In het gebied komt een groot aantal bijzondere cultuurhistorische waarden voor, zoals oude lanen, structuren, herkenbaar coulissenlandschap. Er liggen diverse monumenten, namelijk twee landhuizen, een boswachterwoning en enkele boerderijen. Ingezet wordt op behoud, bescherming en herstel van deze waarden.

In het gebied op en rondom Landgoed 't Woudhuis gelden themagewijs de volgende doelstellingen en ontwikkelingsmogelijkheden. Centraal staat behoud van het cultuurhistorische waardevolle landschap.


Natuur en water

Behoud van bestaande waarden en ontwikkeling van nieuwe natuur in de ecologische hoofdstructuur. Daarnaast is het ontwikkelen van de ecologische verbinding langs de Groote Wetering van belang.

A-watergangen worden bestemd.


Wonen

Nieuwe landgoederen kunnen onder voorwaarden worden toegevoegd, daar waar nieuw landschap moet worden gemaakt. In dit bestemmingsplan worden daar echter niet de mogelijkheden voor geboden, vanwege het maatwerk dat per locatie geleverd dient te worden. Nieuwe landgoederen van 10 ha zijn mogelijk op basis van het gemeentelijke beleid.

Aangesloten dient te worden bij de Regionale Structuurvisie De Voorlanden. Op het landgoed mogen maximaal 3 woningen worden gerealiseerd met daarbij eventueel een (klein) kantoor. Het plan moet passen binnen de voor het gebied geldende natuurdoeltypen van het Gebiedsplan Natuur en Landschap (2005). Het landgoed draagt bij aan de landschappelijke kwaliteit. Landgoederen zijn met name in de omgeving van 't Woudhuis toepasselijk.


Landbouw

Duurzame landbouw is en blijft een belangrijke functie. Beperkende factoren in dit gebied zijn de WAV-, EHS- en extensiveringsgebieden. Deze gebieden overlappen elkaar (deels). Behoud en versterking van bestaande grondgebonden landbouwbedrijven staan centraal, waarbij rekening wordt gehouden met kwetsbare natuurgebieden in de omgeving. Op de bestaande agrarische bedrijven zijn mogelijkheden voor (niet agrarische) nevenactiviteiten. Functieverandering naar wonen of niet agrarische bedrijven tot maximaal 500 m² is alleen mogelijk middels een bestemmingsplanherziening. Functieverandering naar gebiedsgebonden werkfuncties (bijvoorbeeld natuurbeheer en extensieve recreatie) staat voorop.


Recreatie en educatie

Versterking van recreatief medegebruik is van belang. Bed and Breakfast en trekkershutten worden onder voorwaarden als nevenactiviteit bij (agrarische) bedrijven en woningen toegestaan.


Wonen

Bestaande woningen krijgen de mogelijkheid om uit te breiden tot 700 m³. Noodwoningen worden zonodig bestemd, op basis van het gemeentelijke Selectief Pardon. Woningsplitsing is onder voorwaarden toegestaan. De bouw van nieuwe burgerwoningen wordt niet toegestaan, met uitzondering van de bouw van woningen in het kader van functieverandering.


Bedrijven

De bestaande legale niet agrarische bedrijven worden als zodanig bestemd. Zo mogelijk krijgen deze bedrijven ook een uitbreidingsmogelijkheid. Uitgangspunt is overigens wel dat grootschalige, niet aan het landelijk gebied gerelateerde bedrijven op een bedrijventerrein gevestigd dienen te zijn. Nieuwvestiging van een bedrijf op een nieuw bouwperceel wordt niet toegestaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1044-vas2_0015.jpg"

5.4.2 Half open gebied

Een deel van het plangebied bestaat uit (half)open gebied. De weidegebieden zijn onderdeel van de IJsselvallei.

De oude landschapsstructuur van open laaggelegen broekgebieden, kleine akkers en kleinschalige landschapselementen (restanten singels en houtwallen) is nog deels aanwezig, Er is met name een concentratie van bebouwing rondom de oude enk bij Beemte. Verspreid in het gebied liggen enkele grootschalige agrarische bedrijven. Naast de boerenerven komen ook kleinschalige complexen met woonbebouwing voor; de agrarische functie van een deel van de erven is vervallen.

In dit deelgebied staat behoud en versterking van de grondgebonden landbouw voorop, met in achtneming van algemeen geldende milieubepalingen en met behoud en waar mogelijk verbetering van het landschap, cultuurhistorische waarden de natuur, en recreatief medegebruik. Het beleid is tevens gericht op het realiseren van de ecologische verbindingen, groene wiggen en landschappelijke beplanting in dit deelgebied.

Themagewijs gelden de volgende doelstellingen en ontwikkelingsmogelijkheden.

Landbouw

De traditionele melkveehouderij, waarmee het (half)open landschap en de daarmee samenhangende natuurwaarden worden gegarandeerd, staan al geruime tijd onder druk. Dat leidt ertoe dat deze bedrijven kiezen voor schaalvergroting, beëindiging of zich mede richten op andere activiteiten. Daarbij wordt erkend dat er goede perspectieven zijn voor verbreding van landbouw, bijvoorbeeld extensieve recreatieve voorzieningen. De gemeente wil hiervoor ruimte bieden. Bestaande grondgebonden landbouw krijgt de ruimte.

Volwaardige en reële grondgebonden agrarische bedrijven (globaal bedrijven met een omvang van 30 n.g.e. of meer) dienen voldoende ruimte te krijgen om zich de komende jaren verder te kunnen ontwikkelen, waarbij rekening wordt gehouden met kwetsbare natuurgebieden in de omgeving (met name ten aanzien van ammoniakdepositie). Een te geven agrarisch bouwperceel moet voldoende ruimte geven voor toekomstige ontwikkelingen. Op de plankaart zijn bouwpercelen op maat opgenomen, met enige uitbreidingsmogelijkheid. Eventuele aanpassing van het bouwperceel in de toekomst moet op een soepele manier mogelijk worden gemaakt. Uitbreiding van het agrarisch bouwblok, niet zijnde intensieve veehouderij, is mogelijk tot 1,5 ha, middels wijzigingsbevoegdheid. Nieuwvestiging in de zin van het creëren van een nieuw bouwvlak voor agrarische bedrijven wordt in het plan niet mogelijk gemaakt. Maximaal gebruik van de bestaande locaties is uitgangspunt. Mocht er toch een nieuwe locatie nodig zijn, dan wordt dit via een afzonderlijke bestemmingsplanherziening mogelijk gemaakt.

Hobbymatige agrarische bedrijven krijgen een woonbestemming. Het hobbymatige agrarische gebruik is een nevenactiviteit bij het wonen.

In het bestemmingsplan wordt in het kader van de reconstructie nader onderscheid gemaakt tussen intensieve veehouderijen en overige agrarische bedrijven. De betreffende bedrijven krijgen om voornoemde reden een afzonderlijke aanduiding 'intensieve veehouderij' mee. Het bestaande gebruik binnen een agrarisch bouwperceel voor intensieve veehouderij wordt positief bestemd. Met een afwijkingsbevoegdheid kan dit gebruik onder nadere voorwaarden in beperkte mate worden verruimd.

Vergroting van bouwvlakken voor een intensieve veehouderij of concentratie van intensieve veehouderij op één bouwperceel vraagt vanwege de potentiele invloed en impact op de omgeving per situatie maatwerk. Dit wordt vervolgens gefaciliteerd met een planherziening.

Bij steeds meer percelen (agrarische bedrijven, maar ook bij burgerwoningen) verschijnen paardenbakken. In verband met de rommelige uitstraling en de bijkomende voorzieningen worden paardenbakken en tredmolens in principe alleen toegestaan bij agrarische bedrijven en op het erf van burgerwoningen en bedrijfswoningen.


Natuur en water

Behoud van de bestaande natuur en landschapselementen. Ontwikkeling van nieuwe natuur in het kader van de Visie Weteringse Broek, op de aangegeven locaties (gebiedsvisiekaart), en in de ecologische verbindingszone. Hiertoe is een wijzigingsbevoegdheid in de regels opgenomen (zie art. 34.2).

Ter plaatse van de groene wiggen worden gestreefd naar het creëren van uitloopmogelijkheden voor de stad. in de groene wiggen worden natuur en recreatieve routes aangelegd.

Het Waterschap vraagt in toenemende mate aandacht voor de waterhuishoudkundige situatie, gericht op veiligheid en voldoende bergingscapaciteit. Voor het vergroten van de bergingscapaciteit kan gebruik worden gemaakt van verbreding van de sloten. Voor het vasthouden en bergen van water zijn specifieke waterlopen aangewezen. De watergangen vallen onder de daar van toepassing zijnde hoofdbestemming. Langs de Groote Wetering, het Verbindingskanaal en de Nieuwe Wetering vanaf het Verbindingskanaal, wordt aan één zijde een natuurlijke oever van 10 m breed aangelegd.

Infrastructuur

Ter verbetering van de ontsluiting voor wandelaars en fietsers van het buitengebied en de groene wig vanuit de stad, wordt ingezet op een extra overgang over de A50. Ook wordt ingezet op de bereikbaarheid per fiets van stedelijk gebied naar buurtschap Beemte en langs de Woudhuizermark (Maten-Teuge).

Kleinschalige kampeerterreintjes (tot 25 plaatsen) worden toegestaan. Bed and Breakfast en trekkershutten worden onder voorwaarden als nevenactiviteit bij agrarische bedrijven en woningen toegestaan.

Verder wordt ingezet op recreatief medegebruik van het gebied. Het aanleggen van recreatieve routes speelt hier een belangrijke rol, met name ter plaatse van Weteringse Broek. Ook de extra overgang over de A50 is hierbij van belang.


Wonen

Bestaande woningen krijgen de mogelijkheid om uit te breiden tot 700 m³. Noodwoningen worden zonodig bestemd, op basis van het gemeentelijke Selectief Pardon. Woningsplitsing is onder voorwaarden toegestaan. De bouw van nieuwe burgerwoningen wordt niet toegestaan, met uitzondering van de bouw van woningen in het kader van functieverandering.

Bedrijven

De bestaande legale niet agrarische bedrijven worden als zodanig bestemd. Deze bedrijven krijgen ook een uitbreidingsmogelijkheid. Uitgangspunt is overigens wel dat grootschalige, niet aan het landelijk gebied gerelateerde bedrijven op een bedrijventerrein gevestigd dienen te zijn. Nieuwvestiging van een bedrijf op een nieuw bouwperceel wordt niet toegestaan.