Plan: | Bestemmingsplan Het Loo en Kerschoten |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1042-vas1 |
Afbeelding 3.9; groen
Het belangrijkste beleidsdocument op het gebied van groen en water is de Groene Mal (zie paragraaf 2.5). Voor het plangebied is behoud van een aantal groenstructuren van belang, te weten:
De beken en sprengen vormen een wijdvertakt stelsel in Apeldoorn. Behalve beeldbepalend voor de historische ontwikkeling van de stad functioneert het stelsel als belangrijke water- en groenstructuur.
Regenwater op de hoger gelegen Veluwe stroomt ondergronds af naar de lager gelegen IJsselvallei. Op de flanken van de Veluwe bevinden zich min of meer verticale leemlagen in de ondergrond, waardoor het water omhoog gestuwd wordt. Hierdoor kan het water aan de oppervlakte komen. Door op zulke plekken watergangen te graven en op die manier het grondwater aan te snijden kon gebruik gemaakt worden van het natuurlijke verval. Op die manier kon het stromende water gebruikt worden om watermolens aan te drijven.
In het plangebied komen twee beken voor, te weten de Koningsbeek en de Beek in Kerschoten.
De beken en sprengen hebben op de plankaart de dubbelbestemming "Waarde - Beken en sprengen" en worden in de regels beschermd. Aan weerszijden van de beken en sprengen ligt een beschermingszone van 15 meter. Hierbinnen geldt een Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamhedenenstelsel.
De uitbreidingsplannen voor Kerschoten kenmerken zich door een ruime opzet, waarbij de grotendeels open bebouwing gesitueerd wordt in een groene omgeving. Tussen de gebouwen en de openbare weg is doorgaans ruimte gereserveerd voor tuinen, die onderdeel uitmaken van de wegprofielen en de uitstraling van de straten in belangrijke mate mede bepalen. Door verspringingen in de rooilijn, en door de bebouwing veelal schuin dan wel haaks ten opzichte van de weg te positioneren, wordt de ruimte ritmisch onderverdeeld in subruimtes, die in elkaar overvloeien. Door de open bebouwing hebben met name de gemeenschappelijke tuinen bij de meergezinswoningen, en in mindere mate ook sommige particuliere tuinen bij eengezinswoningen, grote invloed op de uitstraling van de openbare ruimte.
Voor de wegen voorzien de plannen in principe alleen door de lengte van enkele bouwblokken in een homogene profilering. De Laan van Kerschoten, de Einsteinlaan en het middelste gedeelte van de Edisonlaan zijn bijzonder ruim opgezet met brede openbare groenstroken. Ook de Nobelstraat vertoont vergelijkbare structuren. Een andere lintvormig element is De beek in Kerschoten. De plannen voorzagen in een strook openbaar groen aan weerszijden van de ingekorte en gekanaliseerde waterloop. Over de gedachte vormgeving hiervan is uit de uitbreidingsplannen weinig op te maken. In elk geval is de beek niet aangegrepen als structuurbepalende lijn of als belangrijk karakterelement in het stedelijke weefsel. De aanpalende bebouwing is met de achterkanten naar het water gericht, dat niet toegankelijk is gemaakt (door een wandelpad bijvoorbeeld). Alleen vanaf een drietal bruggen is het water zichtbaar, waardoor het zich hooguit als verrassend detail manifesteert.
wijzigingen ten opzichte van de landschapsarchitectonische plannen
Terwijl het park zich nog steeds nagenoeg in de authentieke staat bevindt, worden de voortuinen niet meer collectief als gazons beheerd. Hierdoor wordt het centrale park visueel kleiner en oogt het profiel van de Edisonlaan minder royaal. In enkele gevallen zijn de privé-tuinen in het openbaar groen uitgebreid, waardoor de karakteristieke ruimtelijke eenheid in de groenvoorzieningen langs de openbare wegen wordt verstoord. Enkele heestervakken op de kopgevels van de laagbouw zijn verdwenen, waardoor de gevel en tuinmuur kaal zichtbaar zijn.
De Edisonlaan is verbreed en voorzien van parallelwegen. Waar het groen en de bebouwing oorspronkelijk in de uitstraling van de weg de boventoon voerden, is dat nu het verkeer geworden. Ook vormt de weg een visuele en fysieke barrière.
De geschiedenis van de historische buitenplaats De Veenkamp gaat terug tot in de 18e eeuw, toen als omgrenzing van enkele agrarische percelen een houtwal van aanzienlijke omvang werd aangelegd. Deze wal van ca. 200-jarige eiken vormt één van de meest karakteristieke kenmerken van de historische buitenplaats; ongeveer driekwart van het beloop van haar omgrenzing wordt door deze wal gemarkeerd.
Het parkbos ten oosten van de oprit aan de Zwolseweg, dat aansluit bij het noordelijke gedeelte van de eikenwal, bestaat uit gemengd loofhout, waaronder 19e-eeuwse eiken en kastanjes. Aan het eind van de 19e eeuw werd even ten oosten van het huis een koetshuis annex paardenstal gebouwd. In de compositie van de wandeling langs de eikenwal vervullen het voormalige koetshuis annex paardenstal, dat even ten westen van de genoemde boomgroep uit de tijd van Steers is gesitueerd, als blikvanger een ornamentele waarde. In deze tijd werd ook ten noordoosten van het huis de nog steeds bestaande rechthoekige boomgaard aangelegd. Gelet op de evenwichtige opbouw van de totale parkcompositie is het aannemelijk, dat de architect van het besloten parkgedeelte deze nauw betrokken heeft bij het reeds bestaande weiland en de eikenwal. De eikenwal vormt het verbindende element tussen het besloten parkgedeelte aan de westzijde en het aangrenzende weiland. Verder heeft de wal als boomcoulisse in visueel opzicht in de aanleg een grote waarde.
De gemeente Apeldoorn heeft alle bijzondere bomen (zowel gemeentelijke als particulier) geïnventariseerd. De door de gemeente Apeldoorn aangewezen “bijzondere bomen”, ofwel waardevolle bomen in het plangebied zullen net als bij de vorige bestemmingsplannen worden aangeduid op de plankaart. Een overzicht van de bijzondere bomen is te vinden in bijlage 1.
In de Algemene Plaatselijke Verordening is kort samengevat het volgende bepaald:
Dit biedt reeds een aanzienlijke bescherming van de bestaande bijzondere bomen. Aanvullend wordt ter bescherming van de bijzondere bomen in de algemene bepalingen omtrent het bebouwen van de grond bovendien een extra regeling in het bestemmingsplan opgenomen.
Waar de aanduiding “monumentale boom” voorkomt, dient de afstand van bebouwing tot het hart van deze boom ten minste 10 meter te bedragen, met vrijstelling kan deze afstand verkleind worden tot 5 meter.
Verder wordt een aantal werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden (aanleggen verhardingen, aanbrengen ondergrondse leidingen, beschadiging van bomen) binnen een afstand van 5 meter van bijzondere bomen Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamhedenplichtig gemaakt.
De Koningsbeek en de Beek in Kerschoten krijgen op de plankaart de dubbelbestemming "Waarde - Beken en sprengen". In de regels wordt geregeld dat de gronden met deze aanduiding uitsluitend bestemd zijn voor de bescherming van beken en sprengen en vrij blijven van bebouwing.
Het waardevolle structuurgroen, zoals de openbare ruimte in Kerschoten wordt bestemd als "Groen". Binnen deze bestemming zijn ondermeer vijvers, paden, hondenuitlaatplaatsen en speelplaatsen toegestaan. Om het bijzondere karakter van de openbare ruimte in Kerschoten te benadrukken hebben de beeldbepalende paden in het groen de dubbelbestemming "Waarde - Cultuurhistorie" gekregen. Overige belangrijke paden binnen de bestemming "Groen", zoals op het Hubertusterrein zijn aangeduid als "specifieke vorm van verkeer - langzaamverkeersroute".
De historische buitenplaats De Veenkamp heeft de bestemming "Wonen - Landgoed" gekregen. De houtwal met de 200 jarige eiken krijgt de bestemming "Groen - Houtwal". Het landhuis en bijgebouwen zijn opgenomen in een bouwvlak. Voor de bouwregels is aangesloten bij het vigerend recht. De overige gronden dienen vrij te blijven van bebouwing.
De bijzondere bomen krijgen de aanduiding "monumentale boom". Hiervoor wordt een beschermingsregeling opgenomen in de regels.