direct naar inhoud van Artikel 11 Kantoor
Plan: Bestemmingsplan Het Loo en Kerschoten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1042-vas1

Artikel 11 Kantoor

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren en/of zakelijke dienstverlening;
  • b. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • c. behoud en bescherming van monumentale bomen, ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom';
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. tuin en/of erf;

met de daarbij behorende bouwwerken en parkeervoorzieningen.

11.2 Bouwregels

Naast de algemene bouwregels van artikel 24 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema.

Bebouwing   Maximale oppervlakte   Maximale goothoogte   Maximale bouwhoogte   Bijzondere regels  
Gebouwen en overkappingen, met uitzondering van bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning   bouwvlak   de ter plaatse van de aanduiding
'maximale goot- en bouwhoogte (m)'
aangegeven waarde  
de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m)' en 'maximale bouwhoogte' aangegeven waarde6    
Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning   50 m², mits niet meer dan 60% van de kavel (met inbegrip van alle op de kavel aanwezige bebouwing) bebouwd wordt; 20 m² is in ieder geval toegestaan   bijgebouw: 3 m   bijgebouw: 5 m
overkapping: 3 m  
- situering minimaal 3 m achter de lijn, waarin de voorgevel van de bedrijfswoning is gebouwd ( 11.3 a)
- bij een aan de bedrijfswoning aangebouwd bijgebouw of overkapping waarvan het dakvlak in het verlengde van het dakvlak van de bedrijfswoning ligt mag op de bouwhoogte van het dakvlak van de bedrijfswoning worden aangesloten
- voor het bepalen van de oppervlakte worden bijgebouwen die worden gebruikt voor beroepsuitoefening aan huis dan wel voor niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis meegeteld
- in bijgebouwen is het aanbrengen van voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de beroepsuitoefening aan huis dan wel voor de niet-publieksgerichte bedrijfsactiviteiten aan huis toegestaan  
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde       tuinmeubilair: 3 m
antenne-installaties: 15 m
overkappingen: 3 m
overig: 2 m  
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de naar de straat of openbaar verblijfsgebied georiënteerde gevel(s) bedraagt ten hoogste 1 m  
11.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken:

  • a. van het in lid 11.2 bepaalde dat bijgebouwen en overkappingen minimaal 3 meter achter de lijn waarin de voorgevel is gebouwd moeten worden gesitueerd, eventueel met overschrijding van de bouwgrens, indien dit past in het stedenbouwkundig beeld dat in het plan is beoogd;
  • b. nader in te vullen.
11.4 Specifieke gebruiksregels

De niet bebouwde grond mag uitsluitend als tuin, erf en/of parkeervoorziening worden gebruikt.

11.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.5.1 Vergunningplicht

Het is verboden om zonder of in afwijking van een door burgemeester en wethouders verleende vergunning binnen een afstand van 5 meter uit het hart van een monumentale boom:

  • a. oppervlakteverhardingen ten behoeve van parkeren aan te leggen of aan te brengen;
  • b. wegen en paden aan te leggen en te verharden of andere oppervlakteverhardingen aan te brengen;
  • c. de bodem te verlagen en gronden af te graven, op te hogen en te egaliseren;
  • d. ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en daarmee samenhangende constructies, installaties en apparatuur aan te brengen;
  • e. andere handelingen te verrichten die de dood of ernstige beschadiging van bomen ten gevolge hebben of kunnen hebben.
11.5.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het onder 11.5.1 opgenomen verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:

  • a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. waarmee is of mag worden begonnen op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
  • c. als bedoeld in sublid 11.5.1 onder e, voor zover de artikelen 4.5.1 tot en met 4.5.11 van de Algemene Plaatselijke Verordening daarop van toepassing zijn.
11.5.3 Beoordelingscriteria

Werken en werkzaamheden als bedoeld in dit lid zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de monumentale boom niet onevenredig wordt of kan worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die boom niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.