Plan: | Bestemmingsplan Kanaalzone - De Vlijt |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1039-onh1 |
Het gemeentelijk groenbeleid is neergelegd in de Groene Mal (oktober 2002), dat het groene kader is waarbinnen andere ruimtelijke functies een plaats krijgen.
Door middel van de Groene Mal wil Apeldoorn zich profileren als groene stad waar het goed wonen en werken is: Meer vulling, differentiatie en contrast in de stad is best, maar dan wel met behoud van de groene identiteit die Apeldoorn tot een gewilde vestigingsstad maakt. Deze identiteit moet duurzaam worden gegarandeerd.
figuur kaart Groene Mal
Behoud en versterking van het groen in Apeldoorn heeft dus een hoge prioriteit. Uit onderzoek is gebleken dat met name in verstedelijkte gebieden behoefte is aan meer groen en natuur in de direct woon- en leefomgeving. In de Groene Mal zijn doelstellingen geformuleerd die gericht zijn op drie niveaus.
Het eerste niveau is gericht op de verweving van de stad met het landschap. In de stad is wat betreft het groen de volgende duidelijke tweedeling aan te wijzen: de westkant gelegen in het Veluwebos en de oostkant gelegen in (voormalig) agrarisch gebied. In het westen verloopt de overgang van stad naar bos vrijwel zonder barrières. De oostkant daarentegen heeft de meeste versterking van het groen nodig, wat tot gevolg heeft dat de meeste projecten uit de Groene Mal op dit deel van de stad gericht zijn.
Het tweede niveau is de verbinding van de stad met het omringende landschap. Aan de oostzijde zijn het de groene wiggen, geconcentreerde groencomplexen die de stad vanuit het landelijke gebied binnenlopen.
Het derde niveau is de dooradering van de stad met blauwe en groene structuren, door middel van het sprengen- en bekensysteem alsmede het complex van bos- en bomenlanen met daaraan gelegen parken.
De Groene Mal richt zich bij de ontwikkeling van deze gebieden expliciet op zeven belangrijke groene structuren in de stad. Dit zijn de beken, de sprengen, de kanaalzone, de lanen, de parken, de grote groengebieden en de groene wiggen.
Het Kanaal is een belangrijke schakel in de vorming van de Groene Mal. Wat betreft de noordelijke kanaalzone zijn de Groene Mal-projecten aan de oevers van het Kanaal en het project "De Grift" van groot belang.
Beken en sprengen
Apeldoorn dankt ooit zijn ontstaan en ontwikkeling aan de beken en sprengen die vanaf het Veluwemassief hier uitmonden. Vanaf 1950 zijn grote delen ervan overkluisd of gedempt. Sinds een aantal jaren - en met stijgende grondwaterstanden - zijn er plannen ontwikkeld voor herstel.
Het herstel van het watersysteem van de Grift is één van de opgaven van de Groene Mal. De Grift stroomt van de westzijde van de binnenstad via Marialust langs de Vlijtseweg de stad uit. De Grift is door de provincie aangewezen als ecologische verbindingszone.
De Grift krijgt in de visievorming voor een deel zijn oude tracé terug waardoor het schone water niet meer direct in het kanaal komt. In het verlengde van de ontwikkeling in de binnenstad, waar de Grift weer wordt hersteld, is ook in de Kanaalzone de Grift weer aan de oppervlakte gehaald. Bij de inrichting van de Grift is rekening gehouden met een zomer- en een winterbedding (retenties), met natuurwaarden en met recreatiemogelijkheden.
Kanaal
Het Apeldoorns Kanaal vormt een groen-blauwe verbinding vanuit de stad naar het omringende landschap. Met name in het zuidelijke deel van het kanaal staan op de oevers enkele waardevolle bomen, waarvan sommige nog uit de 19e eeuw.
Door de gemeenten waardoor het kanaal loopt, is gezamenlijk onderzoek gedaan naar landschappelijke herinrichting, herstel van cultuurhistorische waarden en naar de mogelijkheden om het kanaal weer bevaarbaar maken. Door herinrichting van de oevers en in de toekomst aanleg van enkele markante bomenstructuren op groene knooppunten wordt het Kanaal als verbindende lijn door de stad naar buitengebied geaccentueerd. De oeverzone langs het kanaal behoort waar mogelijk tot de stedelijke groene hoofdstructuur. Het bevaarbaar maken kan een van de toekomstige projecten zijn.